Op het moment dat ik dit artikel publiceer, is de tentoonstelling ‘Continue This Thread’ in het Amsterdam Museum aan de Amstel ingericht. Vanaf 17 februari tot 3 september kun je genieten van een aantal kabinetten, gevuld met werk van de Amsterdamse modeontwerpers Karim Adduchi en Tess van Zalinge. Ze combineren hun werk met historisch en modern textiel dat zij kozen uit de collectie van het museum. Conservator Roberto Luis Martins begeleidde hen daarbij en voegde er ook nog andere speciale stukken aan toe. Het is een expositie waarin de kracht en verbinding van handwerken te zien is, vanuit een historisch perspectief, maar ook met een visie op deze tijd.
Smockwerk in een damesblouse
Voor mij als textielliefhebber was het natuurlijk een feest om te helpen bij de voorbereiding. Dat deed ik samen met collectiemedewerker Marjolein de Bakker, die mij veel heeft geleerd in de tijd dat ik vrijwilliger ben.
Losse kraag vastgezet
Vlinderspelden! Ik had er, voor ik vrijwilliger werd, nog nooit van gehoord. Het zijn heel dunne spelden die je gebruikt om textiel mee vast te zetten. Omdat ze zo dun zijn, komt er geen beschadiging in de stof.
Ik gebruikte ze onder andere om merklappen vast te zetten op paneeltjes, die ik had bekleed met flanel. Paneeltjes maken leerde ik dus ook. Ondertussen hoef ik over dit onderdeel niets meer te vragen en ziet het er, al zeg ik zelf, goed uit.
Tas en patchwork
Tijdsplanning is natuurlijk erg belangrijk bij het tot stand brengen van een tentoonstelling. Op 26 januari, aan het einde van de middag, was alles in het depot klaar en ingepakt.
Katoenen tunnel aan een gehaakt sprei
Daarvoor naaide ik nog een tunnel aan een gehaakte sprei en gaf ik een torso twee nylonkousen armen. Dozen werden gevuld, paspoppen aangekleed en in kledingdozen geplaatst, strijkplank en strijkijzer werden niet vergeten, net zo min als naaigerei. Op 30 januari bracht een vrachtauto alles naar het museum.
Doorkijkje kabinetten
Toen ik op 31 januari de tentoonstellingsruimtes binnen kwam, zag ik dat een groot deel van het ontwerp al klaar was.
Er kon begonnen worden met uitpakken en inrichten.
Tunnel handmatig vastnaaien
Ook toen deed ik allerlei klusjes.
Stilleven met bloemenrolmaat
Samen werkten we in een fijne sfeer door. Heerlijk om aan mee te werken en verrassend om mee te maken.
Uitgepakte dozen in de hal
Je ziet bijzondere stukken binnenkomen, zoals textiel uit het Verzetsmuseum. Heel wat om het vast te houden; dat vind ik altijd als het over historisch textiel met een verhaal gaat.
Ik kreeg even het gevoel heel dichtbij slachtoffers van de tweede wereldoorlog te komen.
In de laatste zaal komt mijn colbert te hangen dat Evelien Verkerk zo prachtig zichtbaar heeft gerepareerd. Ik schreef er op dit blog het artikel ‘Over gaten zichtbaar herstellen’ over. Daarna werd ik ook nog gevraagd om een artikel over dit colbert te schrijven voor het blog van ModeMuze. Geweldig natuurlijk! Je kunt het HIER lezen. Het doet me goed om te zien dat er zo enthousiast op wordt gereageerd. Ik werd er ook op aangesproken op de winterdag van de Nederlandse Kostuumvereniging.
Langzaam kwam alles samen en zag je een fantastische tentoonstelling ontstaan. Een presentatie waar we met z’n allen hard aan werkten.
Wat ik ga aantrekken op de opening weet ik nog niet. Als ik tijd heb, duik ik misschien nog even achter de naaimachine.
Mijn volgende artikel zal weer een brief zijn. Dit keer aan Bregje. Ze is een vrouw waar ik de afgelopen tijd erg van ben gaan houden. Op 16 februari publiceer ik de brief en ik weet nu al zeker dat lezers haar ook een bijzondere vrouw zullen vinden.
Op 10 februari 2022 kreeg ik via Instagram een bericht van Bas Timmer, oud-leerling van me uit Enschede, of ik hem wou bellen. Dat deed ik natuurlijk want Bas is de bedenker en oprichter van Sheltersuit: het label dat speciaal voor daklozen en vluchtelingen een wind- en waterdicht jack produceert met een optionele bevestiging voor een slaapzak. Alle informatie en achtergrond vind je op hun site.
Terug naar het telefoongesprek. Bas Timmer vertelde dat Sheltersuit ook een modelabel zou gaan worden ter ondersteuning van de Stichting Sheltersuit. Met de opbrengst van de modecollectie zou het belangrijke werk dat ze doen nog verder kunnen gaan. De presentatie en eerste modeshow zou op 4 maart plaatsvinden in Palais de Tokyo tijdens Paris Fashion Week. Hij en zijn team waren aan het werk met 21 looks en hij had er gebreide mutsen en polswarmers bij nodig. Grof gebreid en stevig.
Bas vroeg me of ik ook bivakmutsen kon breien: minimaal vier sets, maar liever wat meer zodat er keuze zou zijn, in uni en in twee kleuren. Zou ik dat willen doen?
Natuurlijk zei ik meteen ja. Het is geweldig als een vroegere student van je dit aan je vraagt. Bovendien vind ik Sheltersuit een belangwekkend project en daar wil ik graag aan meewerken.
Schets, garenkeuze, proefmodellen (gebreid in twee dagen) en dubbele draad op naald 12
Ik ging direct aan de slag, want er was tijdsdruk. Ruim een week had ik ervoor, want de mutsen en polswarmers moesten op tijd in Parijs zijn voor video en fotoshoot. Ik begon met garen zoeken en bestellen, schetsen maken en doormailen, telefonisch overleggen met Bas, breipennen van de juiste dikte zoeken. Het werd een weekend van proefmodellen breien. Ik vond ze niet goed, te gewoon en te braaf. Het idee van de bivakmuts viel af want die muts zag er te gesloten uit voor een open label.
Minderingen en het patroon opschrijven.
Dubbele draad in twee recht twee averecht op naald 12 gaf goed resultaat. Foto’s werden naar Parijs gemaild. Voortdurend overleg. Hele dagen en avonden was ik aan het breien.
Mutsen in uni en twee kleuren met polswarmers
Een serie van zeven mutsen in unikleuren, drie in twee kleuren en een serie specials in meerdere kleuren kwamen van de pennen, met bijpassende polswarmers. Ik verpakte alles zorgvuldig in dozen en stuurde het breiwerk naar Parijs.
Specials in meerdere kleuren.
Daar kwam het ruim op tijd aan. Bas en zijn team waren er blij mee, het was precies wat ze wilden, nog beter zelfs.
Links Bas en rechts Tony gemaakt tijdens de opnames voor de video
Natuurlijk werd ik uitgenodigd voor de show. In eerste instantie zou ik niet gaan, jammer maar er stonden andere zaken die dag op de agenda.
Foto’s via Bas gekregen met geheel rechts Shasho Ahmad
Tot het moment afgelopen woensdag dat ik weer een serie foto’s uit Parijs kreeg en ik een grote ontroering voelde.
Ik liet ze aan Jos zien die direct zei dat ik erheen moest en dat ik meteen een treinticket moest boeken. Dat deed ik en zo liep ik afgelopen vrijdag al om kwart voor tien ’s ochtends door Parijs.
Onderweg in de trein had ik nog tien Oekraïense harten gebreid, die ik kon weggeven tijdens de show (met dank aan Loret Karman die heel snel blauw en geel garen voor me had geverfd).
Om vier uur was de show in Palais de Tokyo. Tijdens het wachten om naar binnen te kunnen zag ik al wat modellen met mijn mutsen op. Ik liep door een gang met aan beide kanten opgestapelde rugzakken met daarin Sheltersuits. In de showruimte ook twee bergen Sheltersuits.
Rijen oude stoelen stonden er om heen. Ik mocht front row zitten.
De beroemde modejournaliste Suzy Menkes (met beroemde kuif) zat een paar stoelen van me vandaan. Ik had haar een gebreid hart willen geven maar dat is helaas niet gelukt.
Tussen Chanel, Dior en met ondersteuning van modehuis Chloé maakte modeontwerper en activist Bas Timmer op Paris Fashion Week zijn entree! Voor een publiek van modejournalisten, stylisten, inkopers, vrienden en medewerkers werd het duurzame streetwearmerk Sheltersuit Label gepresenteerd aan de modewereld.
Alles gemaakt van geupcycelde materialen en overgebleven stoffen van Chloé. De opbrengst van het luxemerk Sheltersuit Label voor ‘the rich and the famous’ wordt gebruikt om anonieme daklozen en vluchtelingen warm te houden.
Aan het begin van de show klonken stemmen van daklozen door de ruimte. De modellen, die allemaal bij de Opera werken, hadden een krachtige en kleurrijke uitstraling.
Hun jassen, broeken en vesten zagen er levenslustig uit. Wat een energie heeft die kleding! Mijn mutsen dansten op de hoofden en de polswarmers spetterden van kleur.
Aan het einde van de show hield Bas Timmer een kleine toespraak; hij droeg mijn gebreide Oekraïnehart. Trots ben ik op hem en zijn team; zonder Shasho, Tony en al die andere medewerkers was het in zo’n korte tijd niet gelukt.
Bas en ik na de tweede show. Foto: Sonna KromSterke modellen in een sterke eerste collectie
Achter de schermen waren er hapjes, drank, vrolijke modellen, familie van Bas en medewerkers van Sheltersuit. Dat project zat al in mijn hoofd en hart, maar nu nog meer.
Foto: Sonna Krom
Later zag ik de video waarin de mutsen ook een grote rol spelen.
Het lookbook met de hele collectie staat ondertussen ook op de site.
Een paar weken geleden zag ik op Facebook een filmpje over het fotoboek ‘Big Heart, Strong Hands’ van de Noorse fotografe Anne Helene Gjelstad. Ze fotografeerde vanaf 2008 elf jaar lang 35 oude vrouwen op de Estlandse eilanden Kihnu en Manija. Een paar daarvan zijn nog in leven. Vrouwen die hard werken terwijl hun mannen vaak afwezig zijn door werk op zee of het vaste land. Een matriarchaat zou je het kunnen noemen. Vrouwen die op het eiland zijn geboren en getogen en daar zijn blijven wonen. Opvoeden, koken, kleren maken, repareren, land bewerken, dieren verzorgen – dat is hun leven. Sterke vrouwen die niet gewend zijn om veel te praten over hun innerlijk. Hard werken hoort erbij en daar zeur je niet over. Cultuur en traditie respecteer je en houd je in ere. Zo doen ze dat daar en zo doen ze dat al heel lang. Via de Engelse uitgever Dewi Lewis Publishing kwam het boek bij mij thuis.
Op de voorkant, gedrukt op stof, een portret van Sauendi Mann. Ze lijkt je aan te kijken, maar kijkt ook van je af. Oude handen leunen op een stok, een hoofddoek met bloemen. In het boek lees je dat haar leven grote tragedies kende. Op de achterkant breit Lohu Ella geconcentreerd een traditionele want. Twee foto’s die een wereld laten zien die ik niet ken. Wie zijn ze en wat gaan ze me vertellen?
Toen ik het boek had bekeken en gelezen, zocht ik contact met Anne Helene Gjelstad om haar te vertellen dat ik een artikel over haar boek wilde schrijven en dat ik graag wat foto’s wou gebruiken. Ik kreeg direct een positief antwoord en ze stuurde me foto’s. We mailden heen en weer en zo kreeg ik ook contact met Maie Aav, de directrice van het Kihnu museum. Aan haar vroeg ik of er oude foto’s in het museum waren waarop textiel en het gebruik ervan goed te zien waren. Een serie wonderschone foto’s belandden in mijn mailbox.
Nu weet ik wel iets van textiel uit Estland omdat ik boeken over traditionele breisels heb. Onder andere het beroemde boek ‘Kindakirjad’ van Kihnu Roosi met traditionele patronen voor wanten en handschoenen.
Op Kihnu en Manija wordt nog dagelijks dracht gedragen; de traditie blijft er leven. De vrouwen maken hun kleren met de hand, van begin tot eind. Ze scheren hun schapen en spinnen de wol. Ze weven lappen stof voor kleding en breien sokken voor de hele familie.
Op heel dunne breinaalden breien de vrouwen met dun gesponnen witte wol hun lange kousen vol ingewikkelde patronen. Die allerzachtste wol hiervoor komt van de ruggen van lammeren die in de lente worden geschoren. De vrouwen doen er een paar weken over om een paar te breien. ’s Winters dragen ze kousen over elkaar heen om warm te blijven. Om te zorgen dat ze niet afzakken, knopen ze aan de bovenkant een zelf geweven band.
Wanten breien van zachte lamswol staat ook op het winterbreiprogramma. Licht garen als basis waar met donker garen grafische patronen vol betekenis en symboliek ingebreid worden, vaak met wat kleur in de manchet.
De oude patronen gaan over van moeder op dochter. In de loop van de jaren zijn er natuurlijk patronen bijgekomen. Door het inbreien ontstaat er een dubbele laag wol die extra warmte geeft. In het boek van Kihnu Roosi staan schitterende voorbeelden met patronen om na te breien.
Als je trouwde, was het de gewoonte om alle gasten een cadeau te geven dat je voor hen had gemaakt. Op de bruiloft kregen de belangrijkste vrouwen gebreide kousen vol ingewikkelde, kleurrijke patronen. De andere gasten ontvingen sokken, handschoenen, wanten of geweven riemen; die waren sneller klaar. In een paar uur tijd gaf je alles weg wat je had gemaakt in al die winters. Je jeugd was voorbij, je was een volwassen, getrouwde vrouw geworden.
Hoe bijzonder moet het zijn om fraaie handschoenen te krijgen die met aandacht zijn gebreid. Als je ze draagt, denk je weer aan die prachtige bruiloft. Een herinnering in liefdevolle steken.
Zoals overal veranderde er ook op deze twee geïsoleerde eilanden het een en ander. De zeevarende echtgenoten kochten voor hun vrouwen in de havens van Riga en Sint Petersburg kleurrijke zakdoeken, garens en met rozen bedrukte stof. De cadeaus werden bij thuiskomst met veel enthousiasme uitgepakt. De kleding van de eilandvrouwen veranderde van kleur. Tot het begin van de 20ste eeuw werden wol en linnen plantaardig geverfd. De opkomst van chemische verfstoffen zorgde voor een verandering van het zachtere kleurbeeld naar fel geel, hard blauw en spetterend rood.
Twee kleuren zijn belangrijk in de kleding om de symboliek die er achter zit. Rood is de kleur van de jeugd, van geluk en vrolijkheid. Blauw verwijst naar verdriet en rouw, zoals het bijvoorbeeld in Staphorst ook een rouwkleur is. Geel en groen zijn accentkleuren. Zwart en wit zijn de natuurlijke kleuren van schapen en die tinten passen prachtig bij de bovengenoemde vier kleuren.
Al deze kleuren zijn terug te vinden in de kört: de gestreepte, wollen rok die de vrouwen dagelijks dragen. Rokken die niet aan mode onderhevig zijn en een leven lang meegaan. Een kört vertelt het verhaal van de draagster. De stof wordt in de winter geweven op oude weefgetouwen.
De rode rand aan de onderkant beschermt je tegen het kwaad en zorgt ervoor dat de rok aan de onderkant niet kapot gaat. Aan de hoofdkleur van de rokken zie je hoe de draagster zicht voelt. Rood als ze jong en zonder zorgen is, zwart voor zware rouw over een familielid, blauw na de dood van een iets verder afstaand familielid en rood met strepen wanneer zes jaren rouw voorbij zijn.
Als je de foto’s uit het boek van Anne Helene Gjelstad bekijkt en ze vergelijkt met de oude foto’s uit het museum valt op dat er weinig is veranderd. Dezelfde rokken worden nog steeds gedragen met daarbij het wollen Kihnu Jakk en om het hoofd een hoofddoek.
Weinig jonge vrouwen zullen die kleding nog dagelijks willen dragen, hoogstens op een traditioneel feest. Dat lijkt me begrijpelijk, maar nog steeds zijn er vrouwen die vanuit hun traditie en liefde voor dit soort kleding ervoor kiezen om die elke dag met trots te dragen. Bewonderenswaardig!
Het boek van Anne Helene Gjelstad bracht me in contact met deze vrouwen op eilanden waar de tijd lijkt stil te staan. In de persoonlijke verhalen van deze sterke vrouwen klinken veel droevige herinneringen door.
Järsumäe Virve vertelt over de Russische bezetting en een grote groep soldaten in hun huis die ook moesten eten van het weinige dat er was. Over een Russische officier die haar moeder op kerstavond dreigde dood te schieten. Hij deed het uiteindelijk niet, maar het gevaar zorgde wel voor een groot trauma.
De echtgenoot en de zoon van Tiidu Mari overleden een week na elkaar in maart 1995. Op 25 juli van dat jaar ging hun huis in vlammen op. Toch is Tiidu een vrouw die van muziek en dansen houdt; de polka is haar favoriet.
Anne Helene Gjelstad ontmoette Sauendi Mann op de begraafplaats waar haar zoon ligt begraven. Tijdens de Russische overheersing moesten ze werken in het bos. Haar jonge zoon kwam om toen een boom op hem viel. Liever had zij er gelegen.
Lohu Ella, geboren in 1937, breit al vanaf haar vierde jaar. Ze vertelt over het Russische regime waar je je aan moest onderwerpen. Je mocht het Kihnu dialect niet meer spreken. Na de ineenstorting van het Russische rijk voelde ze zich bevrijd. Ze krijgt een pensioen, geniet van het maken van handwerken, die ze samen met haar dochter op hun boerderij verkoopt.
Levens van gewone mensen die vol zitten met bijzondere verhalen die gehoord en gelezen moeten worden. Door de prachtige foto’s kom je in huizen en op plaatsen waar de tijd heeft stil gestaan. Je staat oog in oog met eilandvrouwen die je toelaten in hun levens. Dat is een reden om het boek aan te schaffen.
Sinds drie jaar ben ik voor een dag per week gastdocent bij SintLucas in Boxtel. Op dit mbo-instituut geef ik les op de afdeling Textiel van de opleiding Vormgeving en Ambacht. In het gebouw waar ik werk, zijn ook de afdelingen Leer en Keramiek gehuisvest. De groepen zijn klein, de studenten (bijna) altijd enthousiast en mijn collega’s leuk en inspirerend.
De eerste twee blokken van dit schooljaar gaf ik les aan de eerstejaars. Ze variëren in leeftijd van 16 tot 20 jaar. Ik moest hen de basisvaardigheden van naaien en breien leren. Omdat mijn vak een praktijkvak is, mocht dat op school gebeuren. Een praktijkvak digitaal geven is bijna onmogelijk. Mijn klassen waren nu gesplitst, de uren ook: in plaats van 3 groepen elk 2,5 uur gaf ik les aan 6 groepen elk 1 uur en 10 minuten. Dat was hard werken: afstand houden en de hele dag een mondkapje op. Lange dagen maar aan het eind kwam ik moe maar voldaan thuis.
Cirkels van Jill
Blok 1.
De naaimachine is voor veel studenten een totaal onbekend terrein. Garen spoelen, inrijgen en stikken is voor hen een heel nieuwe wereld. Recht stikken is moeilijk maar oefening baart kunst en na de eerste les waren er zakjes voor lavendel of iets anders.
De uiteindelijke opdracht was een machinaal geborduurd ‘artwork’ te maken dat op een t-shirt gezet kon worden. Tot verbazing van de studenten (en van mij!) waren de resultaten soms prachtig. Nog nooit iets gestikt en dan werk laten zien waaruit vrijheid en lef spreekt.
Gezichten van MariekeCollage van AnaCirkels van Marike
Naast dit onderdeel maken ze bij mijn collega Irene van Vugt hun eerste hoed met vijftig verschillende vormpjes. Ook daar waren aan het einde van de periode schoonheden bij.
Hoed van ChaseHoed van MarikeHoed van Sumeyra
Blok 2.
Breien staat op het programma met als eindresultaat een zelf ontworpen beanie oftewel een moderne muts. Werken met twee pennen en een bol wol. Ook dit is voor heel veel studenten nieuw. Concentratie is nodig en doorzettingsvermogen als de steken van je pennen vallen of als je ineens vijftien steken meer op je pen hebt.
Ik merk dat bij veel studenten hun fijne motoriek onvoldoende ontwikkeld is: ze hebben de kleine bewegingen nog niet in hun vingers. Volgens mij komt dat onder andere door het verwaarloosde peil van het schrijfonderwijs op de basisschool. Veel kinderen zijn onvoldoende geholpen in het ontwikkelen van een regelmatig handschrift. Waarom zou dat ook nodig zijn als je met je vingers het toetsenbord kunt bespelen?
Aan het einde van de eerste les waren er lapjes in rechte steek gebreid. Broddellapjes zou je ze kunnen noemen maar ik zie het als Overwinningslapjes die vol energie en concentratie waren gebreid en waar studenten terecht trots op mogen zijn. Daarna volgde de tricotsteek en de boordsteek.
Het ontwerp moest gemaakt worden naar aanleiding van een zelf gemaakt moodboard waaruit inspiratie gehaald kan worden.
Dan zijn er de studenten die een simpele draagbare muts breien en leerlingen die zichzelf uitdagen.
En er ontstaan breiverslaafden die thuis van alles gaan proberen en dit trots laten zien.
Zoals Sebastiano die alles bewaarde in een doosje en die een muts breide die perfect past bij zijn moodboard. Noa die een bijzondere ‘lapjesmuts’ maakte en natuurlijk moest ik de ‘haaienmuts’ van Marike even op.
Moodboard SebastianoMuts van SebastianoLapjesmuts van NoaMuts van Marike
Bij Irene maken ze in diezelfde korte tijd een vilten pet waarop iets moet gebeuren. Borduurwerk op de pet van Isabelle en Davey.
Pet van IsabellePet van Davey
Opgerold band bij Dide en smockwek bij Sebastiano.
Pet van DidePet van Sebastiano
Trots ben ik op hen. Dat ze het doen in deze tijd waarin alles anders is en ze naast de twee dagen op school de rest van de tijd digitaal les hebben. Ook ben ik trots op mijn collega’s van de andere afdelingen die maken dat het onderwijs doorgaat.
Tot de zomervakantie geef ik les aan de derdejaars. Textielexperimenten als breien en borduren en materiaalonderzoek. Ik heb er zin in.