46. Het levenswerk van Rita Maasdamme

In het Amsterdam Museum is tot en met 12 maart de tentoonstelling ‘De Maasdamme Collectie: Scènes uit het koloniale verleden’ te zien.

Rita Maasdamme (1944 – 2016) werd geboren op Aruba. Als negenjarige maakte ze al stoffen poppen in klederdracht. Ze leerde hoeden maken en manden vlechten. In 1963 kwam ze naar Nederland waar ze een opleiding Coupe en Couture volgde.

Ze behaalde in 1965 de akte ‘Nuttig handwerken voor meisjes’ en werkte tot 1989 in het onderwijs als vakleerkracht handwerken, later als leerkracht handvaardigheid. Omdat ze  jarenlang in klaslokalen  spaanplaatgas oftewel formadehyde had ingeademd, werd ze afgekeurd. Haar creatieve geest hielp haar een nieuwe manier te vinden om zinvol bezig te zijn.

Collage van verschillende verhalen uit de Arubaanse cultuur; de Alto Vista kapel en op de achtergrond de Natural Bridge

Ze ging weer poppen maken, ongeveer 250, geen gewone poppen maar ‘creaturen’ zoals ze die noemde. Ze wou de gruwelijke koloniale geschiedenis verbeelden in diorama’s met haar creaturen in de hoofdrol. Een geschiedenis die in haar tijd niet werd verteld op school, maar waarvoor nu gelukkig de noodzakelijke aandacht komt.

Rita was een activistische kunstenaar die aan haar project heeft gewerkt tot het einde van haar leven. Voor ze aan een nieuw diorama begon, deed ze gedegen onderzoek. Ze las alles over die specifieke geschiedenis, reisde naar Suriname, Aruba en Curaçao om de verhalen op te schrijven of te tekenen. Thuis gekomen in haar huis in Amsterdam-West begon ze dan weer aan een nieuw avontuur waarin alles moest kloppen. Familieleden en vrienden werden ingeschakeld, gevangenen in de Bijlmerbajes timmerden haar diorama’s in elkaar en studenten van ROC’s hielpen ook vaak. Zo werd haar werk voordat het werd tentoongesteld al gedeeld met veel mensen.

Haar huis moet een schatkamer zijn geweest vol materialen die ze zeer georganiseerd bewaarde.

Aan het begin van de tentoonstelling staat een werktafel met bakjes vol verschillende spullen: kralen, traditionele stoffen, valse wimpers en veel meer.

Ze maakte sandalen van elastiek, brillen van metaaldraad, naaide kleine koto’s in de goede stoffen en vouwde angisa’s met de juiste betekenis. Haar poppen zijn allemaal bijzonder omdat ze er uitzien als mens en niet als een pop waaraan je niet kunt afleiden of het een man of vrouw is. Al haar creaturen hebben een  geslachtsdeel. Bovendien, en dat is bijzonder, ze hebben allemaal een naam die terug te voeren is tot de persoonlijke geschiedenis van degene die wordt verbeeld.

Het moet Rita Maasdamme een bijzonder gevoel hebben gegeven als een diorama af was en dat deel van die specifieke geschiedenis heel precies was verbeeld.

Niet al haar diorama’s zijn te zien in de tentoonstelling, maar je loopt als het ware door een groot deel van de koloniale geschiedenis. Een geschiedenis waarvan ik inmiddels wel wat weet, maar die hier heel heftig in beelden aanwezig is. We zien onder andere het verzet van de Marrons in Suriname en vrijheidsstrijder Tula op Curaçao.

De tentoonstelling begint met de verbeelding van de tot slaaf gemaakte mensen in Fort Elmina, nu het huidige Ghana. De Afrikaanse gevangenen worden door de slavenhandelaren het fort in gedreven om hen vervolgens via de Door of No Return te verschepen naar Amerika. Daar zullen ze verkocht worden. Het is een mensonterend beeld: de aan elkaar vastgebonden gevangenen en de zweep die hen voortdrijft. Wat een machtswellust spreekt eruit!

Een andere mensonterende manier waarop mensen tot slaaf werden gemaakt, is te zien in een diorama dat de gruwelijkheden van de West-Indische Compagnie laat zien. Een tot slaaf gemaakte heeft een brandmerk op zijn borst gekregen met de letters WIC. Zo is hij eigendom geworden van de WIC en heeft hij geen rechten meer als mens.

Aangrijpend is ook het kleine kind dat zich in wanhoop vastklemt aan het been van de moeder.

Naast nog meer gruwelijke, koloniale scènes is er natuurlijk ook Keti-Koti, oftewel het verbreken van de ketenen. Op 1 juli 1863 kwam er vanuit Nederland een formeel einde aan de slavernij. Door staatstoezicht vanuit Nederland op Suriname duurde het nog tien jaar voordat de echte vrijheid kwam. Tot die tijd moest er op de plantages door de nu ‘vrije mens’ voor een armoedig loon worden gewerkt. We zien timmerman Joseph die de ketenen doorhakt van een tot slaaf gemaakt man op blote voeten. Dat Joseph al eerder vrijkwam, is te zien aan de schoenen die hij draagt.

De tot slaaf gemaakte mensen mochten geen schoenen dragen. Ook daaraan is te zien hoe kolonialisme ontmenselijkt.

Gelukkig is er ook een vrolijk panorama, gewijd aan de Arubaanse muziekcultuur. Juan Chabaya Lampe (1929-2019), beter bekend onder zijn artiestennaam Padu del Caribe, zit achter zijn piano en zingt een van zijn composities. Daarom heen wordt gedanst. Misschien walsen ze wel op zijn beroemde nummer over de liefde ‘Abo So’ oftewel ‘Alleen jij’. Het kan niet anders of Rita heeft genoten van zijn muziek. Wie weet klonk de muziek van Padu toen ze aan dit diorama werkte en zong ze luidkeels mee.

Ik vond het een schokkende tentoonstelling die ik twee keer heb bezocht om alles goed te lezen en te bekijken, zowel vanuit de geschiedenis als vanuit het maakproces. Het is belangrijk om deze expositie te bezoeken; je ziet het kolonialisme nooit op deze manier verbeeld en die confrontatie komt indringend binnen. Ga er heen als je tijd hebt.  Als je in het onderwijs werkt, neem je leerlingen mee en laat ze zien waartoe heerschappij en macht over anderen kan leiden.

Aan het einde van de tentoonstelling word je gevraagd waar deze collectie permanent opgesteld zou moeten worden. Daar is eigenlijk maar één antwoord op: in het nog op te zetten Slavernijmuseum waar we al jaren op wachten.  

34. Een Roma-verhaal in textiel

Gedragen kleding vertelt verhalen. Er kan een geschiedenis van een mensenleven in zitten. Op de academie tijdens lessen kostuumgeschiedenis van de geweldige Rianet Knevel en Elly Lamaker kwam ik daarachter. Kleding is je tweede huid en dat kan veel betekenen.

Zo moet er in het tweedehands werkmansjasje dat ik een paar jaar geleden voor een habbekrats kocht in een kringloopwinkel in Frankrijk het verhaal van een man zitten. Aan de binnenkant is op het label nog net ‘Le Perroquet’ (de papagaai) te lezen.

De werkman moet het vaak hebben gedragen. Aan de verkleuring aan de buitenkant is te zien dat het veel is gewassen. De stof is er heel zacht door geworden, maar door de goede kwaliteit zijn er geen slijtageplekken. Wie de drager was, weet ik natuurlijk niet, hoe oud het jasje is evenmin. Op internet vond ik de naam van het bedrijf dat de kleding destijds produceerde. Wie weet krijg ik antwoorden op de vragen die ik hen per mail stuurde.Ondertussen is het jasje verder aangevuld met mijn persoonlijke geschiedenis. Ik draag het vaak en met plezier, nam het ook mee op onze vakantie afgelopen mei naar Italië. Aan het einde van die vakantie bezochten we de Biënnale in Venetië. Daar droeg ik het jasje elke dag.

Altijd heerlijk om in Venetië te zijn en te genieten van kunst van kunstenaars uit de hele wereld. Veel onbekende namen die vaak helaas niet bekend zijn door de beperkte blik van de westerse kunstconservatoren en critici.

Werk van textiel was natuurlijk ook te vinden op de Biënnale. Een absoluut hoogtepunt voor mij was het Poolse paviljoen in de locatie Giardini. Aan de gevel hingen grote wandkleden met daarop ‘the wheel of fortune’ uit de tarotkaarten. De Poolse/Roma kunstenaar Małgorzata Mirga-Tas vertelt beeldend de geschiedenis van de Roma, de grootste Europese etnische minderheid, waartoe ze zelf ook behoort. Het is de eerste keer in de geschiedenis van de Biënnale dat een Roma-kunstenaar exposeert. Dat kun je zien als een rehabilitatie.

Binnen in het Poolse paviljoen zijn alle wanden van onder tot boven bekleed met twaalf wandkleden vol kleuren, mensen en dieren. Elk wandkleed bestaat uit drie horizontale delen oftewel friezen.

Op de bovenste is de geschiedenis van de Roma te zien, de migratie van een volk naar en door Europa. Een volk dat helaas nog steeds met discriminatie en uitsluiting te maken heeft. Mannen en vrouwen op paarden, gekleed in traditionele kleding, vaak bont van kleur. Kinderen lopen erbij. Onderweg wordt gekookt op open vuur. Een kind wordt geboren te midden van een groep vrouwen die de moeder ondersteunen.

Wat beelden verder wordt het kind ingebakerd en de reis hervat. Een vaste woonplaats is er niet. Vroeger woonden de Roma in tenten, later in woonwagens. Nu zijn er grote groepen die een vaste woonplaats hebben.

Het middendeel van alle wandtapijten gaat over de vrouwen en mannen die belangrijk zijn in het leven van de kunstenaar Małgorzata Mirga-Tas. Ze worden verbonden met tekens uit de dierenriem en tarotkaarten. Waarzeggen en kaartleggen neemt in het leven van Roma-vrouwen een belangrijke plaats in.

Op de wandkleden zijn onder andere te zien zangeres Krystyna Perła Markowska met haar kleinzoon Antoni,

Luister hier naar de fantastische stem van deze zangers

Alfreda Noncia Markowska die Joodse en Roma kinderen redde geduren de Tweede Wereldoorlog,

kunstenaar Ceija Stojka  

en Józefa Mirga, grootmoeder van de kunstenaar. Veel van deze namen zeiden mij niets maar na zoeken op internet werd me duidelijk waarom ze zo belangrijk zijn voor de kunstenaar. Het zijn sterke vrouwen en mannen die zich uitspreken over onrecht en die de rijke cultuur van de Roma doorgeven en laten zien. 

Op de onderste laag van de wandtapijten zijn scènes te zien uit het dagelijks leven van de Roma in alle seizoenen.

Houten huizen in een winters landschap.

Een groep oudere vrouwen drinkt koffie met elkaar. Hun gesprek kun je bijna horen.  

Kleurig wasgoed van een familie wordt opgehangen aan een lijn.

In een kamer wordt kaart gespeeld; een man kijkt van achteren toe. Wie heeft de juiste kaarten om straks te winnen, zie je hem denken.

Voor een feest wordt een kip geslacht. Overal lopen honden.

Een kar met paarden op een veld waarop aardappels worden geoogst.

Vrouwen hebben shawls om hun hoofd geknoopt; jongeren hebben natuurlijk petjes op en dragen hoodies.

Geconcentreerde gezichten bij een groep handwerkende vrouwen.

Een oude vrouw ligt op bed. Is ze ziek of rust ze uit?

Wie wordt er begraven en wie zijn de mannen die de kist op hun schouders dragen? Is die vrouw misschien de weduwe en ligt haar man in de kist? Is het misschien die oude vrouw op bed die is gestorven en die door haar zonen naar haar laatste rustplaats wordt gebracht?

Vroeger was de cultuur van de Roma vrij gesloten. Het was niet gepast en soms zelfs verboden om informatie naar buiten te brengen. Misschien uit veiligheidsoverwegingen? Uit de school klappen werd soms gezien als verraad. Je kon dan verbannen worden uit de groep.

Dat is gebeurd met de dichter Bronisława Wajs ook wel genoemd Papusza die in haar werk te veel vertelde over het leven van de Roma. Gelukkig mag je nu als buitenstaander wel binnenkomen in hun rijke cultuur.

Małgorzata Mirga-Tas werd in 1978 geboren in Zakopane. Ze woont en werkt in het zuiden van Polen, in een Roma-nederzetting in Czarna Góra. Behalve kunstenaar is ze ook docent en activist. Ze komt uit een cultuur waarin textiel een grote plaats heeft in het dagelijks leven van vrouwen. Denk aan interieurs van woonwagens en tenten, geweven kleden op de vloer, quilts op bedden en handgeweven kussen op banken. Kleding vol borduursels met betekenissen. De geschiedenis van Roma-vrouwen is terug te vinden in de textiel om hen heen. Die gaf veiligheid, identiteit en zorgde voor huiselijkheid en schoonheid. Bij een familie horen is belangrijk. Familieleden geven je liefde en intimiteit, zeker in een wereld waarin je als groep niet gewenst bent. Eeuwenlang zijn Roma geconfronteerd met dreiging, agressie en verlies. De vernietiging van veel Roma in de Tweede Wereldoorlog is een tragisch en troosteloos dieptepunt. Zij waren niet gewenst en in bepaald opzicht geldt dat nog steeds.

‘Re-enchanting the world’ is zoals Małgorzata Mirga-Tas zelf zegt een schilderij maken van fragmenten textiel. Deels van kleding van familie en vrienden, maar voor dit grote werk op de Biënnale kocht ze ook tweedehands kleding in de buurt waar ze woont. Er zitten levens in die textiel, geschiedenissen en energie, dat kun je zien.

Haar werk is geïnspireerd op fresco’s uit de late 15de eeuw in het Renaissance Palazzo Schifanoia in Ferrara. Die muurschilderingen, werk over onder andere de allegorieën van de maanden, zijn geschilderd door verschillende kunstenaars. Het werk van Małgorzata is ook gemaakt met hulp van drie professionele naaisters: Halina Bednarz, Malgorzata Brońska en Stanisłava Mriga. Vijf maanden werkten ze in de hal van het historische hotel Imperial in Zakopane, dat tijdelijk gesloten was voor renovatie.

De vloer was bezaaid met kleding vol kleuren en dessins; daaruit moesten de goede keuzes gemaakt worden. Op grote witte lappen werden voorstellingen getekend waarop het kunstwerk zou ontstaan. Gewerkt werd er op naaimachines van het merk Minerva. Minerva, de godin van het verstand, vindingrijkheid en wijsheid hielp mee met het maken.

De wandtapijten van Małgorzata Mirga-Tas laten een wereld zien die voor een groot gedeelte is verdwenen, een wereld ook die niet gezien mocht worden. Ze repareert de tragische geschiedenis van een volk. Haar werk gaat echter ook over het helen van de wereld waarin wij met z’n allen leven.

Steek voor steek en met liefde gemaakt is dit een kunstwerk van grote importantie. Hoe meer ik er naar keek en kijk, hoe meer ik dat zie en ontdek.

De prachtige catalogus was in mei op de Biënnale al uitverkocht. Gelukkig kon ik het boek via internet nog kopen. De Biënnale in Venetië duurt nog tot 27 november 2022.