31. Ervaringen van een rondleider

Afgelopen vrijdag gaf ik mijn laatste rondleiding op de tentoonstelling Maison Amsterdam in de Nieuwe Kerk. Een havo/vwo-groep van scholengemeenschap De Marne uit Bolsward stond om half elf te wachten.  Leuke en geïnteresseerde leerlingen die goed ingingen op de vragen die ik stelde. Ik kreeg applaus aan het eind. Bij het jassen en tassen ophalen zei een meisje dat ik het geweldig deed en dat ze had genoten. Leuk om te horen na je laatste rondleiding!

Ik denk dat ik in totaal zo’n vijftig rondleidingen heb gegeven. Van middelbare-school-pubers tot bewuste mbo-modeleerlingen, van groepen kunstliefhebbers tot studenten modejournalistiek en leden van de Nederlandse Kostuumvereniging.

Amsterdam Rainbow dress 2016

Zelf organiseerde ik voor vrienden en belangstellenden ook nog wat rondleidingen waarmee ik geld ophaalde voor Oekraïne. In totaal kon ik 1500 euro overmaken naar de lhbtiq+organisatie KyivPride in Kiev die het geld goed kunnen gebruiken in deze vreselijke oorlog. Dank aan alle gulle gevers!

Ik ontdekte dat het geven van rondleidingen helemaal bij me past. Niet gek natuurlijk na al die jaren in het onderwijs en al die lessen waarin ik vaak verhalen vertelde. Natuurlijk was het jammer dat de kerk een tijd dicht moest in verband met coronamaatregelen.

Maandag 4 april beginnen we met de afbouw; daar ben ik ook bij. ’s Middags is er de traditionele ‘kistenborrel’ voor alle mensen die aan de tentoonstelling hebben meegewerkt.

Links art deco tuniek (1974) van Frank Govers, rechts kleding van Puck en Hans (1974)

De eerste rondleiding die ik afgelopen september gaf, was aan een groep brugklassers uit Friesland. Ze waren van dinsdag tot en met vrijdag in Amsterdam, deden twee of meer musea op een dag. Ik had ze op donderdag aan het eind van de middag. De groep was doodmoe, inclusief de docenten die het ook helemaal hadden gehad. Ik ging met de groep vrij snel door de tentoonstelling en zag dat ze daar blij mee waren. Wel vroeg een jongen naar de trouwjurk van Maxima; hij moest er van zijn moeder foto’s van maken. Ik kon hem geruststellen dat we aan het einde van de expositie de jurk zouden zien.

Jeans, links een ontwerp van Schepers Bosman uit 2018 en rechts Hardeman

Meestal begon ik de rondleiding met te zeggen dat de tijd waarin je leeft, bepaalt hoe je eruit ziet. Als je tweehonderd jaar geleden was geboren en je zou een groep leerlingen van nu zien in spijkerbroeken met gaten zou je er niets van hebben begrepen. Wat verschrikkelijk dat je uit armoe zulke kapotte kleren moet dragen! En dan die gekke schoenen, ‘sneakers’ noemen ze die! Zelfs de gids heeft ze aan. Afschuwelijk zijn ze!

De Robe à la Française is het oudste kledingstuk van de tentoonstelling. Een jurk 250 jaar geleden gedragen door een rijke dame. Ze woonde vast en zeker in een mooi grachtenpand; waarschijnlijk had ze met die jurk aan moeite om uit de koets te komen of door een smalle deur gaan. Als ik de groep vroeg hoe ze dachten dat deze mevrouw haar huis binnenging, maakte een deel van de klas een kwartslag: overdwars dachten ze. Ik vertelde over opklapbare paniers waarmee je de jurk aan de zijkant iets kon optillen zodat die wat smaller werd en je zo naar binnen kon.

De meeste leerlingen vonden de jurk prachtig. Als ik dan vertelde  over het strakke korset dat er onder werd gedragen en de stukken lood die in de mouwen werden genaaid, gingen ze anders kijken. Dat lood zorgde ervoor dat de schouders in een goede positie stonden. Het bleef een mooie jurk om te zien maar het was toch fijn in deze tijd te leven waarin je zelf je eigen kleding kunt kiezen. Maar is dat zo? Kun je nu in alle vrijheid je eigen kleren kiezen of wordt er toch veel door anderen bepaald wat je draagt?

Daarna ging ik meestal door naar de jurk van een weesmeisje dat rond 1900 in het Burgerweeshuis aan de Kalverstraat woonde. De wezen daar moesten deze kleding aan, of ze wilden of niet. Je zou het kunnen zien als een uniform. Soms kwam daar een gesprek uit voort over de voors en tegens van het dragen van een schooluniform. Je bent allemaal gelijk en er is geen onderscheid tussen leerlingen die wel of niet merkkleding kunnen betalen. Dat werd vaak als argument gebruikt. Uiteindelijk was toch de conclusie dat een verplicht schooluniform een goed idee was, maar dat ze toch liever zelf hun kleding wilden kiezen.

De eerste jurk op de catwalk in het koor van de kerk is een jurk uit 2021 ontworpen door Karim Adduchi. In die jurk komen drie religies samen: een deel van een zwarte mantel uit het jodendom, een  afgedankte kazuifel uit het christendom en een gebedsmat uit de  islam. De jurk is gemaakt door drie kleermakers: Carolina Oliveira, Michalis Pantelidis en Benthe Wassenaar. Voor de afwerking zorgden Boaz Cahn, Omar Abdellatif en Godwin Arhin, alle drie met een andere religieuze achtergrond. Zo is de jurk een symbool van verbinding en eenheid. Tijdens het werken aan de jurk raakten de makers in gesprek daarover. Voor Adduchi is het kledingstuk een boodschap van hoop en solidariteit.  

Een Marokkaans meisje met een hoofddoek van een school uit Amsterdam vond het een schande dat haar geloof zo werd misbruikt; dat kon absoluut niet in haar ogen. Er volgde een mooi gesprek met de hele klas over vrijheid van godsdienst en dat het toch prachtig was om meer naar overeenkomsten te kijken dan naar verschillen. Het meisje bleef bij haar standpunt dat ze het verschrikkelijk vond. Wie weet gaat ze er ooit eens anders over denken.  

Een andere outfit die soms veel ophef gaf, was de  vaginabroek uit 2018 van Duran Lantink. Gemaakt voor de clip Pynk van Janelle Monáe. In een klas met stoere jongens van een jaar of 15 liep een leerling er langs en zei: ‘Het lijkt ergens op, maar ik wil het er niet over hebben’. Dat is natuurlijk de beste aanleiding voor een gesprek over dit kledingstuk. Ik vroeg de groep waar de broek hen aan deed denken. Ook flinke jongens  vallen dan vaak stil. ‘Het vrouwelijk geslachtsdeel,’ zei een keurige jongen. ‘Het is een kutbroek,’ zei een meisje met een lach op haar gezicht.  Soms werd er eerst wat gegiecheld, maar vaak vonden ze het een geweldig ontwerp, ‘tof dat het in een clip wordt gebruikt’.

Op mijn vraag of ze het een gek ontwerp vonden antwoordde een meisje in een andere groep: ‘Helemaal niet, ik heb er zelf een en kijk er dagelijks naar.’ ‘Mooi gemaakt en niet ordinair’, was ook vaak een reactie, en niet alleen van leerlingen maar ook van volwassenen.

Een jas die bijna door iedereen prachtig werd gevonden, was de rode wollen mantel van Frans Molenaar uit 1977. ‘Die kun je nu nog aan,’ zeiden zowel oudere dames als jonge modeleerlingen. Ze verbaasden zich erover dat deze jas uit twee cirkels bestaat die deels aan elkaar zijn gezet en zo, heel ingenieus, een jas vormen met een prachtige kraag.

Links mannenkostuum van Aziz Bekkaoui (2001) Rechts Ronald van der Kemp

Op de avondjurk van Ronald van der Kemp (lente/zomercollectie 2019) werd verschillend gereageerd. Ik legde uit dat deze ontwerper op een andere manier met stoffen omgaat. Hij maakt gebruik van restpartijen en oude stoffen en geeft zo een reactie op de vervuilende mode-industrie. De meeste mbo-modemaatleerlingen vonden het een prachtige jurk, een statement om te laten zien dat je met hergebruik mooie resultaten kunt bereiken.

‘Al die met de hand geborduurde steken doen je denken aan een patchwork sprei, dat heeft wel wat.’ Iemand anders zei: ‘Maar echt mooi vind ik het toch niet.’

Links twee sets van Patta, daarnaast herenkleding gedragen door Pim Deul tijdens Keti Koti.
Daarnaast twee koto’s met angisa’s. Recht een moderne herenkoto van Xhosa.

Wat slavernij is weten alle leerlingen, dat het vreselijk was ook. Ze vinden het goed is dat er nu veel over wordt gepraat. Maar wat Keti Koti is, de viering van de afschaffing van de slavernij, weten veel jongeren niet. Dat geldt ook voor sommige leerlingen die in Amsterdam wonen. Dat de koto gezien kan worden als de nationale dracht van Suriname was ook iets nieuws voor veel jongeren, zelfs voor een aantal leerlingen met een Surinaamse achtergrond. ‘Mijn oma draagt het, en ik ga het nu toch eens goed aan haar vragen,’ zei een leerling. 

Mooi vonden ze dat de angisa, de hoofddoek die op een speciale manier wordt gevouwen, een ‘geheime boodschap’ kon uitzenden die alleen door vrouwen uit die gemeenschap begrepen kon worden. 

Bij de blouse van Ruth Margot Stein-Kantorowicz (1905–1993) met de Jodenster was het vaak stil als ik erover sprak. Zij en haar man werden in de oorlog opgepakt en naar het concentratiekamp Bergen-Belsen afgevoerd. Als ik vertelde dat de verplichte Jodensterren op rollen stof werden gedrukt, dat joden ze moesten kopen en dat daar veel geld aan verdiend werd, zag je ogen groter worden. Opluchting was er als ik vertelde dat Ruth Stein het heeft overleefd en pas in 1993 is overleden.

Wat opviel was dat docenten zich soms weinig met de klas bemoeiden. Tijdens mijn verhaal bij deze blouse waren twee jongens vervelende ‘grapjes’ aan het maken terwijl de rest van de groep intens luisterde. Ik zei dat ik hun gedrag erg vervelend vond en dat als het hen niet interesseerde ze beter door konden lopen. Direct was het over en kon ik verder met mijn verhaal.

Link binnenkant herencolbert Jean Paul Gaultier (1992/1993)
Midden en rechts Seduce Me collectie (2020/2021) van Ninamounah

Natuurlijk is er nog veel meer te vertellen. Over intieme gesprekken in de genderkapel waar het over mannelijk, vrouwelijk, hetero, homo, lesbisch, queer, intersekse, fluïde, non binair en panseksueel ging. Die discussies lieten soms zien dat jongeren heel anders tegen seksualiteit en identiteit aankijken dan toen ik hun leeftijd had. Ik vertelde vaak dat er over dit onderwerp een goed boek is verschenen voor jongeren, ouders en docenten: Gloei van Edward van de Vendel. Bij mijn laatste rondleiding bedankte de mediathecaris voor de tip. Die komt op de lijst zei ze.

Een favoriet van me: Giorgio Toppin voor XHOSA, Teri mannencollectie Metallic PVC, 2021

Op de laatste dag van de tentoonstelling ging ik nog wat foto’s maken voor dit artikel. Ik ontmoette een dame en heer die er prachtig uitzagen. Allebei een hoed op en op z’n zondags gekleed. Ik gaf haar een compliment voor de hoed. ‘Ik draag altijd hoeden,’zei ze. Zo ontstond er een bijzonder gesprek met Mariska de Jong, eigenaresse van De Jong Uitvaartverzorging. Naast gewone en roze uitvaarten heeft ze zich gespecialiseerd in uitvaarten en rouwbijeenkomsten van Marrons en Inheemse Surinamers die in Nederland wonen. De kleding die ze vandaag droeg, was een verwijzing naar diversiteit.

Een bijzondere vrouw die ik op de foto mocht zetten naast de kledingset van burgemeester Femke Halsema die om haar hals de regenboogketting van Eberhard van der Laan draagt.

Op de kop van de catwalk in het koor: Edwin Oudshoorn, Botanix collectie 2020

De afgelopen maanden heb ik genoten van alle rondleidingen die ik gaf. Ik heb veel geleerd over groepsprocessen, groepscodes en dynamiek in klassen en veel plezier gehad met alle groepen. Ik houd van heldere informatie geven op een toegankelijke manier, het verhaal achter de kledingstukken vertellen, vragen stellen om een verbinding te leggen tussen toen en nu, praten over waarom je iets mooi of lelijk vindt.  

Links Iris van Herpen x Philip Beesley, Voltage collectie 2013.
Rechts Fong Leng Luipaardmantel 1973

Nu ga ik op zoek naar plekken in musea in Amsterdam of omgeving die behoefte hebben aan een enthousiaste rondleider. Als je iets weet hoor ik het graag!

Dank aan:

Niko Bos van de Nieuwe Kerk, die alle rondleidingen zo goed inplande. Mirjam Sneeuwloper van het Amsterdam Museum die me op de lijst van rondleiders zette. Marjolijn de Bakker waarvan ik zoveel heb geleerd tijdens de voorbereiding van de tentoonstelling. Alle medewerkers van de Nieuwe Kerk en aan mijn mede-rondleiders. Hopelijk komen we elkaar nog eens tegen.

22. Werken in het textieldepot

Ondertussen ben ik weer twee weken terug in Amsterdam na een heerlijke vakantie in Frankrijk.Veel meegemaakt en veel gezien, ook op textielgebied. Daar ga ik de komende weken over schrijven. Er is nu weinig tijd voor omdat ik de afgelopen tijd veel dagen gewerkt heb in het textieldepot van het Amsterdam Museum. Over twee weken gaat de tentoonstelling ‘Maison Amsterdam’ in de Nieuwe Kerk open en daarvoor moest en moet veel gebeuren.

Garen in allerlei kleuren

Dat er bij het maken van een modetentoonstelling heel wat werk komt kijken, was me bekend, maar dat het zo’n enorme klus is, heeft me toch verbaasd.

Nu nog een ‘sleeping beauty’

Kleding moet op poppen of torso’s worden gezet. Nu past een jurk uit de 18de eeuw niet direct op een torso uit de 21ste. Vrouwen droegen toen een korset en zo’n keurslijf gaf een heel ander silhouet. Taille en boezem kregen er een specifiek accent door. Omdat vrouwen uit die tijd dus een ander figuur hadden dan vrouwen van nu zijn er aanpassingen nodig op de pop of de torso. Zo moet de torso op sommige plaatsen worden opgevuld en op andere plaatsen moet juist wat worden afgesneden. Bovendien lieten rijke dames hun kleding op maat maken; ze waren vaak kleiner, hun middel was dunner, hun hals soms smaller. Aan een jurk kun je soms ook zien dat de draagster een wat meer dan gemiddelde derrière had. (Kleding die in musea wordt bewaard, komt vooral uit de garderobekasten van de rijken. Zij konden het zich veroorloven om dure en duurzame stof te kopen.)

Detail Robe à la française, zijde 18de eeuw

Het opvullen gebeurt met laagjes fiberfill die op een katoenen hoes van de torso worden genaaid. Als alles klopt, gaat er een zijden hoes overheen die met overhandse steken op de torso wordt genaaid.

Steek voor steek

Ik leerde wat een ‘monoboezem’ is (de borsten vormen één rond geheel) en paste dat toe bij een jurk uit de 19de eeuw.

Gemouleerde onderrok

Vaak is er ook nog een onderrok nodig of meerdere om het juiste silhouet te krijgen en moeten er armen aan de torso worden genaaid om de mouwen mooi uit te laten komen.

Armpjes van opgevulde nylonkousen

Dan pas gaat de jurk eroverheen en ben je anderhalve dag verder.

Detail tweedelige japon circa 1910 gemaakt door de Firma Volk, Amsterdam

De tentoonstelling in de Nieuwe Kerk duurt zes maanden. Ook daarmee moet rekening worden gehouden bij de opstelling. Sommige kledingstukken zijn bijvoorbeeld zo zwaar dat ze niet zo’n lange tijd op een model mogen worden getoond, maar moeten worden gewisseld.

100% scheerwol jersey voor een jurk uit de zestiger jaren

Ik geniet erg van mijn werk, leer veel en heb ’s avonds heel wat te vertellen en te laten zien. Het gebeurt niet elke dag dat ik een hals van een blauwe jurk van Pierre Cardin vastnaai en dat ik erachter kom dat de cirkel erop een buigzaam slangetje is.

Kleurig bewaarde restanten in een rok

Toen ik een Nationale Feestrok uit 1946 op een torso zette, kreeg ik het gevoel dat ik een zeer persoonlijke oorlogsgeschiedenis van een vrouw in mijn handen had.

Jurk uit de goedkopere lijn van Frank Govers voor Modehuis Beatrijs

Dat Frank Govers ook andere kleding heeft gemaakt dan de opzichtige glitterjurken waarmee hij bekend is geworden, blijkt uit de bloemenjurk van eenvoudig katoen.

Nog steeds een goed label

De stof van het groene, wollen pak van Dick Holthaus is zwaar en zal voor de draagster heel warm zijn geweest.

Bij de outfit van Mac & Maggie zaten twee glimmende ceintuurtjes. Even waande ik me in Studio 54 in New York en zag ik haar dansen op discomuziek.

Verkocht bij Metz waar ook Liberty London verkocht werd

Ik stelde me voor dat de strohoed uit de jaren twintig werd gedragen door een lady op een tea party in de tuin van een grachtenpand in Amsterdam waar een paar eeuwen daarvoor een man liep in een bruin zijden pak.

18de eeuwse Frak (jas)

Kleding vertelt verhalen.

De firma C.A. Volk produceerde ook jurken

Door er zo dichtbij te komen, een robe voorzichtig vast te houden, de binnenkant van een mantel te bekijken, te zien hoe plooien en zomen lopen, labels te lezen, sporen te zien van verstelwerk, de achterkant van borduurwerk te inspecteren, groeit mijn kennis over kleding en historie enorm.

Detail lijfje driedelige japon gemaakt door Hirsch & Cie

Die informatie gebruik ik zeker bij de rondleidingen die ik het komend half jaar ga geven.

Volgende week wordt alles vervoerd naar de Nieuwe Kerk en gaat het inrichten beginnen. Nu staan er grijze blokken in het depot met daaronder spectaculaire jurken en pakken. Nog even wachten en dan zijn ze in volle glorie te zien.

Welkom!

20. Voices of Fashion in het Centraal Museum

Laat ik maar direct met de deur in huis vallen. De modetentoonstelling ‘Voices of Fashion’ in het Centraal Museum in Utrecht is fantastisch. Als je van mode en textiel houdt, moet je hem absoluut zien.

Modeconservator Ninke Bloemberg, co-curator Janice Deul en projectcurator Anne-Karlijn van Kesteren hebben een tentoonstelling neergezet die niet op een beter moment gemaakt had kunnen worden in een tijd waar begrippen als kolonialisme, racisme, discriminatie en onderdrukking hoog op de agenda staan. Het prachtige tentoonstellingsontwerp is gemaakt door Afaina de Jong, dochter van Carlien de Jong-Macnack die in het verleden voor het vrouwenblad Viva als donker model en styliste werkte en van wie ook foto’s in de tentoonstelling zijn opgenomen.

Coverfoto: AiRich, Styling: Faouziat Biera Faous, Haar: Yara Forster, Make-up: Magdalena Kielb. Een uitgave van uitgeverij Waanders
Coverfoto: AiRich, Styling: Faouziat Biera Faous, Haar: Yara Forster, Make-up: Magdalena Kielb. Een uitgave van uitgeverij Waanders.

In het mooi uitgevoerde boek dat bij de expositie is uitgegeven, staan ijzersterke foto’s en informatieve achtergrondartikelen. Ik hoop dat dit artikel je verleidt om de tentoonstelling te gaan bekijken.

Links een jurk van Diane Patience Echitey. Rechts Asap le Togoricain.
Links een jurk van Diane Patience Echitey. Rechts Asap le Togoricain.

Wat weet ik zelf eigenlijk van zwarte modeontwerpers? Ken ik een aantal namen?

In 1998 zag ik de modetentoonstelling ‘The art of African Fashion’ in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Dat is de expositie die ook beroemd werd omdat prins Claus bij zijn openingsspeech zijn stropdas van zich af wierp en vanaf dat moment nooit meer een stropdas droeg.  De catalogus staat in mijn boekenkast en kwam er voor deze gelegenheid weer uit om de inhoud nog eens te bekijken. Er staan goede artikelen in over Afrikaans textiel, haar en henna en het werk van een tiental Afrikaanse modeontwerpers komt aan bod.

Een groep Senegalese vrouwen in 'pagnes' geverfd met indigo. Als liefhebber van indigo vind ik dit een schitterende foto
Een groep Senegalese vrouwen in ‘pagnes’ geverfd met indigo. Als liefhebber van indigo vind ik dit een schitterende foto.

Ook zag ik in 2017 de tentoonstelling ‘Fashion Cities Africa’ in het Tropenmuseum. Ik weet nog dat ik er van onder de indruk was. Prachtige kleurrijke kleding van ontwerpers van wie ik nog nooit had gehoord. Zoals aantrekkelijke, eenvoudige jurken van Ghitta Laskrouif uit Casablanca, gemaakt van verwassen en door de zon gebleekte oude herenoverhemden. De schoonheid en originaliteit raakten me; ik heb er toen nog een blog over geschreven.

Maar goed, namen die ik weet: Xuly Bet, Ozwald Boateng, Patta, Marga Weimans en kom, hoe heet die zwarte ontwerper ook al weer uit Amerika? Ik kan er niet opkomen. Ik bedoelde Dapper Dan, dat weet ik nu omdat hij in de Utrechtse tentoonstelling is opgenomen. Dat zwarte ontwerperscollectief dat in de tentoonstelling Fashion Statements in het Amsterdam Museum me opviel met hun zwarte collectie? Art comes First! Maar dat moest ik wel even opzoeken in de catalogus.

Nu kan ik natuurlijk schrijven dat ik slecht in namen ben, maar als je me vraagt naar Europese en Amerikaanse ontwerpers krijg je zo een lange rij. Er mist dus wat.

Hoe komt dat? Wat je niet ziet, leer je niet kennen – zo simpel is het. Als je geen namen ziet van zwarte modeontwerpers in modereportages leer je hen ook niet kennen en waarderen. Die beperktheid in kijken zit overigens niet alleen in mode. Een aantal jaren geleden zag ik in het Iraanse paviljoen op de Biënnale in Venetië een video van een voor mij totaal onbekende Afghaanse kunstenares Lida Abdul die een kapot gebombardeerde fabriek wit schilderde.

Lida Abdul, still uit de video White House (2005), MOMA, New York
Lida Abdul, still uit de video White House (2005), MOMA, New York

Nooit gedacht dat dit soort kunst in dat land werd gemaakt. Een eye-opener was het. Nieuwsgierigheid blijft toch altijd een belangrijke gave om jezelf te verrijken.

Toen ik in de tachtiger jaren voor modeontwerper studeerde op de kunstacademie in Arnhem was er alleen aandacht voor westerse modeontwerpers. Ik herinner me de ballonrokjes van Christian Lacroix, de rokken voor mannen van Jean Paul Gaultier, de glitter van Gianni Versace en de rustige mode van Giorgio Armani. Ontwerpen van zwarte modeontwerpers waren niet in beeld. Wel waren er zo af en toe zwarte modellen zoals Naomi Campbell in de Engelse Elle, de geweldige Pat Cleveland in de Avenue en Iman Abdulmajid op de voorkant van de Vogue.

Ik denk dat er in het huidige modeonderwijs niet veel is veranderd qua opvattingen over ongelijkheid. Heel veel opleidingen zijn nog steeds erg ‘wit’ georiënteerd. Wel weet ik dat er bij het AMFI (Amsterdam Fashion Instituut) op dit moment onderzoek plaatsvindt na een grote klachtenstroom van studenten en ex-studenten die met racisme, uitsluiting en discriminatie werden geconfronteerd. Ook uit de echte modewereld komt eenzelfde soort beschuldigingen naar buiten. Het is absoluut noodzakelijk dat dit aan de kaak wordt gesteld en er een verandering komt.

Die onbekendheid heeft ook te maken met het gegeven dat zwarte ontwerpers in vergelijk met witte ontwerpers minder kansen krijgen om zichtbaar te worden. Modetijdschriften plaatsen eerder een foto van een jurk van Dior dan van Sunny Dolat, Lesiba Mabitsela of van het label Hanifa. Bekende namen en merken krijgen altijd meer ruimte en kans. De westerse modewereld is vooral een witte aangelegenheid; gelukkig is er een kentering te zien. Steeds vaker zie je een zwart model op de covers van modetijdschriften en in modereportages. Langzaam komt er wat meer zichtbaarheid en daardoor meer invloed op die te witte modewereld.

‘Diversiteit zou de norm moeten zijn. Wij zijn geen trend.’ Dat is een uitspraak van Naomi Campbell tijdens de uitreiking van de Black Girl Magic Award in 2020.

Ontwerp: Farida Sedoc (2020)

Hoe treurig ook dat de dood van een zwarte man de aanleiding was, maar ‘Black Lives Matter’ heeft een sterke aanzet gegeven voor die noodzakelijke verandering die nu doorgezet moet worden.

Bisa Butler, Frederic Douglas (2020)
Bisa Butler, Frederic Douglas (2020)

De woorden die de Amerikaanse zwarte politicus Frederic Douglas op Independence Day op 4 juli 1826 uitsprak tegen slavernij zijn nog steeds actueel.

‘For it is not light that is needed, but fire; it is not the gentle shower, but thunder. We need the storm, the whirlwind, and the earthquake’.

Toen ik die tekst voor het eerst las een paar maanden geleden begreep ik waarom het belangrijk en noodzakelijk is om je kwaad te maken over de ongelijkheid tussen zwart en wit. Om goed naar die woede te luisteren en erachter te gaan staan. Ideaal zou zijn dat we geen verschil meer maken tussen zwart en wit, maar daar is een proces voor nodig. Deze tentoonstelling geeft daarvoor een betekenisvolle aanzet. Het is niet dezelfde actie, maar de strijd voor gelijke rechten voor LHBTIQ personen is vergelijkbaar. Ook hier was en is woede nodig om verandering in en door te zetten.

Couture, diverse ontwerpers
Couture, diverse ontwerpers

Bij binnenkomst bij de tentoonstelling in het Centraal Museum Utrecht werd ik boven aan de trap overweldigd toen ik de eerste ruimte in keek. Tegen een zwart-witte wand in traditioneel Afrikaans motief staan veel poppen gekleed in de meest schitterende kleding. Een rijk beeld vol kleur en vorm.

Links, David Paulus (1986) Ensemble uit de Popart Fetisj collectie (2019). Rechts, Patrick Kelly (1954 - 1990) Jurk F/W 1989/90
Links: David Paulus (1986) Ensemble uit de Popart Fetisj collectie (2019). Rechts: Patrick Kelly (1954 – 1990) Jurk F/W 1989/90.
Links: Ahluwala, Midden: Christopher John Rogers en Rechts: Ozwald Boateng.
Links: Ahluwala, Midden: Christopher John Rogers en Rechts: Ozwald Boateng.

Couture in optima forma door een groot aantal ontwerpers van wie ik, eerlijk gezegd, nog nooit had gehoord. Niet zo gek want slechts 1% van de ontwerpers die zich internationaal presenteren tijdens de modeweken in Parijs, Londen, Milaan en New York zijn zwart. Wat weten we eigenlijk van de modeweken in Afrika zelf? Komt die informatie wel naar hier via modetijdschriften, social media en websites?

Botter, collectie Fish or Fight S/S 2018
Botter, collectie Fish or Fight S/S 2018

Om nog even terug te komen op mijn kritiek in mijn vorige artikel over de borduurtentoonstelling in Leeuwarden. Het ‘HELL ‘ borduursel van Botter is een voorbeeld van borduren als vorm van verzet.

Zaal twee laat de grote invloed van hiphopmuziek zien in casual kleding die veel mensen graag dragen. Bijna iedereen heeft wel een sweater of een hoodie in de kast hangen en wat te denken van sneakers die je veelvuldig in het straatbeeld ziet en die ook bij mij in de kast staan.

Kleding uit verschillende collecties van het merk Cross Colours (1990 - 2020).
Kleding uit verschillende collecties van het merk Cross Colours (1990-2020)

Hiphop ontstond in de jaren zeventig als protest van Afro-Amerikaanse en Latino jongeren uit achtergestelde wijken zoals The Bronkx in New York. Verzet tegen racisme en onderdrukking waren in hun ritmische teksten te horen.

Het eenvoudige t-shirt is bij uitstek een kledingstuk waarmee je duidelijk kunt maken waar je staat of waar je een mening over hebt. Een grote serie hiervan is te zien in de tentoonstelling.

Als docent raakte het t-shirt van het merk ‘Cross Colours’ waarop een tekst stond over de belangrijkheid van educatie. Goed onderwijs kan ervoor zorgen dat je je dromen waar kunt maken.

Naast die verschillende soorten kleurige streetwear uit verschillende periodes staat er onder andere ook een lange tricot jurk met een graffiti dessin en een sportjack met een lange witte tule rok van het merk Off-White van ontwerper Virgil Abloh uit de herfst/winter collectie 2020.

Dapper Dan X Gucci 2018
Dapper Dan X Gucci 2018

Te zien is ook een serie ontwerpen van Dapper Dan die hij in samenwerking met Gucci maakte nadat het Italiaanse merk in 2017 zich Dapper Dan’s beroemde jas met enorme pofmouwen toe-eigende. Na protest vanuit de hiphop-gemeenschap besloten de twee partijen samen een collectie te maken en zich in te zetten voor een meer inclusieve modewereld.

Daarna volgt een zaal met veel informatie over zwarte modellen door de jaren heen, zoals Grace Jones, Angela Davis, Alek Wek, Amanda Gorman en de Nederlandse Shirley Ellis die de muze van Frank Govers was in de jaren tachtig.

Naomi Sims, LIFE magazine, october 1969
Naomi Sims, LIFE magazine, october 1969

In een vitrine liggen modetijdschriften met iconische covers van zwarte modellen door de jaren heen.

Mattel, Christie & Barbies (1968-2020)
Mattel, Christie & Barbies (1968-2020)

Een grote verzameling barbie’s in een andere vitrine laat zien dat het begrip diversiteit ook bij deze pop aanwezig is.

Een schokkend klein, maar voor mij een heel rakend onderdeel gaat over het Witte Goud: Katoen. Hoe gewoon vinden we het dat we een wit katoenen t-shirt in de kast hebben liggen? Dat aan katoen de begrippen uitbuiting, kolonialisme en racisme hangen, willen we liever niet weten.

In het zaalboekje staat hier het volgende over.

‘Katoen vormt de sleutel tot het begrijpen van de koloniale geschiedenis. Textiel speelde een cruciale rol in de menselijke uitbuiting. In de handelsboeken van de Middelburgse Commercie Compagnie is te lezen hoeveel stof een slaafgemaakte Afrikaanse man of vrouw ‘waard’ was. De blauwe ruitstof die vaak als voering in kleding uit de 17de en 18de eeuw werd gezet zou zo maar handelswaar hebben kunnen zijn om slaven te kopen. Een gruwelijk gedachte waarna meer onderzoek zal worden gedaan.’

Rok 1790 - 1800
Rok 1790 – 1800

Zelfs nu moet je helaas onder ogen zien dat veel kleding het product is van uitbuiting. Denk aan de slechte kledingateliers in landen als Bangladesh. Daar maken textielarbeiders lange dagen voor een hongerloon. De handel die er tussen zit, gaat er met de winst vandoor. Dat wij dat laten gebeuren en op de markt t-shirts voor 5 euro kopen, vind ik gruwelijk.

Yinka Shonibare, The Pursuit (2007)
Yinka Shonibare, The Pursuit (2007)

Dan is er nog een deel over identiteit en stereotypering waar onder andere het kunstwerk The Pursuit uit 2007 van de door mij bewonderde kunstenaar Yinka Shonibare staat. Twee etalagepoppen gekleed in Dutch Wax stoffen, ‘Afrikaanse stoffen’ die in Helmond bij Vlisco worden gemaakt. Hoe Afrikaans zijn die? Dat kun je je afvragen als je naar de trailer van de documentaire van Aiwan Obinyan kijkt met de titel ‘Waxprint: 1 fabric, 4 continents, 200 years of history’.

Er is nog veel meer te zien: over sneakers, de kunst van Darwin Winklaar en over Nederlandse modellen.

Gisteravond bekeek ik, daartoe aangezet door de catalogus, op Youtube de film die gemaakt is over de beroemde modeshow ‘The Battle at Versailles’ van Franse en Amerikaanse modeontwerpers. Die historische modeshow werd op 28 november 1973 in het Paleis van Versailles gehouden om geld in te zamelen voor de restauratie. Voor het eerst waren er veel zwarte modellen zoals Bethann Hardison, Alva Chinn, Charlene Dash en Billie Blair op de catwalk die kleding van Amerikaanse ontwerpers als Bill Blass, Anne Klein en Tim Burrow showden.

Wat ik geweldig vind aan deze tentoonstelling is dat het geen drammerig gebeuren is maar een feest om te ondergaan. Het is een viering van black expertise, vakmanschap, talent, schoonheid en culturen, zegt Janice Deul, mode-activist en co-curator van de expositie. Dat belangwekkende thema’s als racisme, slavernij en discriminatie een zwaarwegende plek hebben binnen het geheel van de opstelling is niet meer dan logisch; het geeft de tentoonstelling een lading om over na te denken.

Kenneth Ize, Jas F/W 2019/2020
Kenneth Ize, Jas F/W 2019/2020

Ik hoop dat de tentoonstelling druk bezocht gaat worden door mode- en textielliefhebbers, modestudenten, docenten, historici en iedereen die zich wil verdiepen in de wereld van zwarte modeontwerpers. Je krijgt er energie van. En inzicht. Voeding voor je verlangen naar schoonheid. Ga erheen als je kunt.

19. Borduren in het Fries Museum

De catalogus van de tentoonstelling ‘Haute Bordure’  (Geborduurde kleding en accessoires in Nederland 1620-2020) heb ik al maanden in huis. Tot voor kort was de tentoonstelling helaas niet te zien.  Corona hield de deuren van het Fries Museum in Leeuwarden een half jaar dicht. Afgelopen zaterdag gingen alle musea in Nederland gelukkig weer open. Maandag gingen we dus naar Leeuwarden. Natuurlijk laat ik in dit blog niet alles zien, want dan is de verrassing eraf als je erheen gaat. Daarom veel detailfoto’s en af en toe een kledingstuk in zijn geheel.

De mooi uitgevoerde catalogus en het informatieboekje met het campagnebeeld.
De mooi uitgevoerde catalogus en het informatieboekje met het campagnebeeld

Borduren, ik heb er al vaker over geschreven op dit blog. Je hebt er alleen naald en garen, een lapje stof en wat kennis van borduursteken voor nodig. De tentoonstelling neemt je mee in de geschiedenis van het borduren. Als presentatiebeeld voor de tentoonstelling is gekozen voor een jongeman die een jas van Dries van Noten draagt uit de zomercollectie van 2015.

Viktor & Rolf, First Couture Collection 1998
Viktor & Rolf, First Couture Collection 1998

De tentoonstelling is opgebouwd rond een aantal thema’s: Pronken, Luxe, Techniek, Patroon, Wit op Wit, Mode en Royalty. In de werkelijkheid van de zalen is er overlap en lopen die thema’s nog al eens door elkaar. Als binnenkomer zie je bij Pronken een geborduurde jurk van Viktor en Rolf uit hun eerste First Couture Collection. Cirkels van goudkleurige pailletten en kraaltjes zijn op een grijze zijden jas geborduurd. De jas is nog in het ‘maakstadium’, dat is te zien aan de niet afgewerkte bovenkant en aan het onaffe borduurwerk dat nog in de borduurring zit en zo een soort sieraad wordt. Het is een verwijzing naar de bewerkelijkheid van het borduren en je kunt er ook enige spot in ontdekken.

Zijdeborduursel op een zijden herenjas en vest. Waarschijnlijk geborduurd door mannen.

In de zaal over Luxe valt mijn oog direct op een mooi zijden herenpak uit de 18de eeuw, vol geborduurd met bloemen en bladeren. De mouwen zijn wat naar achter geplaatst, zodat de borst naar voren wordt geduwd. Macho’s waren het, de mannen die deze pakken droegen.

Feestelijke bloemen uit verschillende seizoenen op de onderkant van een rok
Feestelijke bloemen uit verschillende seizoenen op de onderkant van een rok

Ook vrouwen waren dol op flora; op de rand van een katoenen rok uit circa 1750 zijn met wol veel bloemen uit verschillende seizoenen geborduurd. Niet helemaal duidelijk is of zo’n rok als onderrok werd gebruikt of bij een informeel feest werd gedragen, of bij een wandeling in een bloementuin.

Beeldschone bruidshandschoenen van leer, zijde, gouddraad, bouillondraad, parels en pailletten. Wat een feest zal het zijn geweest om deze aan te hebben.
Beeldschone bruidshandschoenen van leer, zijde, gouddraad, bouillondraad, parels en pailletten. Wat een feest zal het zijn geweest om deze aan te hebben.

Deze prachtige bruidshandschoenen (1636-1637) kreeg Cornelia Fagel (1619-1693) bij haar verloving met Nicolaas ten Hove met wie ze trouwde op 15 februari 1673. Handschoenen hadden een symbolische betekenis en een grote waarde in die tijd. Een bruidsschat zou je ze kunnen noemen. Ze zitten vol symboliek; de anjer staat voor liefde en huwelijk, de aardbei voor verleiding en sensualiteit en het viooltje voor nederigheid en het verlies van maagdelijkheid.

Mosaic Dress van Karim Adduchi uit de collectie 'She has 99 names' 2017
Mosaic Dress van Karim Adduchi uit de collectie ‘She has 99 names’ 2017

De zijden Mosaic dress van Karim Adduchi uit 2017 is gemaakt door kleermaker Najif Nasif uit Syrië, ontwerpster en borduurster Julia Ivanova uit Rusland, door de borduursters Simret Tsaedu uit Eritrea en Darifa Benhadhoum en Diana Riana uit Marokko. Een inclusief en wereldwijd kledingstuk! Uitgaande van de mozaïeken op fonteinen in Marokko ontstond het werk. Doordat elke borduurster een eigen handschrift heeft, zijn in het borduurwerk kleine onregelmatigheden te zien die de jurk een extra levendigheid geven.

Een kraplap vol geborduurd met merklapmotieven uit 1798
Een kraplap vol geborduurd met merklapmotieven uit 1798
Met zijde geborduurde bloemen op damesschoenen uit 1740-1760
Met zijde geborduurde bloemen op damesschoenen uit 1740-1760
Winde Rienstra, Houten kraag met kruissteekborduursel uit de collectie Ithaka, 2012
Winde Rienstra, Houten kraag met kruissteekborduursel uit de collectie Ithaka, 2012

In de zaal Techniek zijn verschillende borduurtechnieken te vinden op krap of kroplappen, schoenen, tassen en een verrassende geborduurde houten kraag van modeontwerpster Winde Rienstra.

Rijglijf uit Marken 1950
Rijglijf uit Marken 1950
Twee rijglijven uit Marken. Links 19de eeuw en rechts het bruidsrijglijf ook uit de 19de eeuw
Twee rijglijven uit Marken. Links 19de eeuw en rechts het bruidsrijglijf ook uit de 19de eeuw

Vervolgens is er de Patroonzaal met verhalen over de tentoongestelde kleding, zoals de rijglijven van Marken. Op een zo’n rijglijf zijn bloemen geborduurd met fel gekleurd garen. Op het achterpand van een ander rijglijf zie je zeven geborduurde rozen. Dit rijglijf is maar een keer gedragen: op de trouwdag; daarna wordt het nooit meer gedragen.

Blouse van Titia Henriëtte Wille-Vermaat gemaakt van een oud laken geborduurd met dik katoenen garen (1940-1945)
Blouse van Titia Henriëtte Wille-Vermaat gemaakt van een oud laken geborduurd met dik katoenen garen (1940-1945)

Er zijn ook twee blouses te zien die zijn gemaakt in de Tweede Wereldoorlog. De schaarste van toen vroeg om creativiteit en inventiviteit. Een blouse gemaakt van een oud laken werd versierd met een bont patroon van geborduurde bloemen met garen dat niet op de bon was. Zo zag je er als jonge vrouw toch bijzonder uit. Een blouse met zo’n verhaal roept bij mij ontroering op.

Ingrijpsteek, platsteek, steelsteek en Frans knoopje op een vermaakte japon uit 1825-1838
Ingrijpsteek, platsteek, steelsteek en Frans knoopje op een vermaakte japon uit 1825-1838
Linnen herenvest uit de 18de eeuw
Linnen herenvest uit de 18de eeuw
Een serie van drie tipdoeken gedragen op zijden jurken en jak uit de 17de en 18de eeuw
Een serie van drie tipdoeken gedragen op zijden jurken en jak uit de 17de en 18de eeuw

Wit op wit is het thema van de volgende zaal. Van doopjurk tot zakdoek, van japon tot een herenvest,  en wat te denken van de prachtige tipdoeken die vrouwen in de 18de eeuw droegen om hun decolleté te bedekken. De achterkant zal veel bekeken zijn door de achterbuurvrouw als ze in de kerk zaten.

Zwart borduursel op een meisjesjurkje in neteldoek. Rouwkleding is niet alleen voor volwassenen (1915-1925)
Zwart borduursel op een meisjesjurkje in neteldoek. Rouwkleding is niet alleen voor volwassenen (1915-1925)

Van een ontroerende schoonheid vond ik het rouwjurkje (1915-1925) van een jong meisje. Zwarte linten en een bloemmotief zijn op de onderkant geborduurd. Voor kinderen bestond rouwkleding in die tijd uit wit met zwarte borduursels; volwassenen gingen geheel in het zwart gekleed. Voor zo’n meisje moet het heel wat zijn geweest om zo je verlies te laten zien aan de buitenwereld.

Voliminieuze heupen voor in jurken die gedragen werden in het tweede helft van de 18de eeuw. Ook jonge meisje moesten hier aan geloven.
Voliminieuze heupen voor in jurken die gedragen werden in het tweede helft van de 18de eeuw. Ook jonge meisje moesten hier aan geloven.

De grote zaal staat in het teken van Mode door de eeuwen heen. Heel mooi, maar ook een toevallige ontmoeting van hoogtepunten. Een robe à la Française voor een  volwassene staat naast een uitvoering voor een jong meisje (1740-1746). Bij de rok was een briefje toegevoegd waarop stond dat Magdalena van Reyen deze kleurrijke bloemen op de rok borduurde toen ze in Delft bij juffouw Jacob naar school ging. Jammer dat het briefje niet te zien is.

Avondjurk uit de collectie 'Forget your troubles' (2012) van Edwin Oudshoorn Couture
Avondjurk uit de collectie ‘Forget your troubles’ (2012) van Edwin Oudshoorn Couture

Bekende namen zoals uit het verleden de modeontwerpers Dick Holthaus en Frans Govers ontbreken niet. Van de modeontwerpers van nu vond ik het driedimensionale borduurwerk op de avondjurk  van Edwin Oudshoorn van een grote schoonheid en inventiviteit.

Detail van de jurk uit de collectie '8 Pieces' (2014) van Claes Iversen
Detail van de jurk uit de collectie ‘8 Pieces’ (2014) van Claes Iversen

De jurk van Claes Iversen is geborduurd met pailletten, kralen en strass stenen, die hij combineerde met metalen ringetjes, schroefogen en duimen, sleutels en schaartjes die te vinden zijn op de bouwmarkt. Wonderlijk en spannend.

Een elegant wollen jasje geborduurd met zijde uit 1910. Tijdloos en elegant
Een elegant wollen jasje geborduurd met zijde uit 1910. Tijdloos en elegant

Een beeldschoon jasje met borduurwerk ontworpen door siersmid Hendrik Jan Winkelman in 1910 en geborduurd door zijn vrouw Maria Winkelman-Sanders. Het doet denken aan de glas-in-loodramen in de stijl van de Amsterdamse School.

Met de hand zijn duizenden kleine kraaltjes en strass steentjes op deze feestelijke jurk gezet
Met de hand zijn duizenden kleine kraaltjes en strass steentjes op deze feestelijke jurk gezet

Mooi is ook de japon uit 1923-1924 van zijde en linnen waarop een Egyptisch patroon in kraaltjes is geborduurd dat associaties oproept aan de ontdekking van de grafkamer van Toetanchamon. Ik zie de jurk al dansen op een feest.

De tentoonstelling eindigt met jurken gedragen door de drie koninginnen van vroeger en door de koningin van nu. Mag natuurlijk als publiekstrekker niet ontbreken, maar voor mij hoeft het niet. Zo’n grote rol spelen de Oranjes nou ook weer niet in de borduurwereld.

’Haute Bordure’ is zeker een tentoonstelling waar je heen moet gaan als je geïnteresseerd bent in borduren. Toch wringt er iets bij me. Het campagnebeeld van de jongeman in zijn geborduurde outfit van Dries van Noten gaf me hoop dat er meer mannenkleding te zien zou zijn. Natuurlijk zijn er de zijden mannenpakken uit de 18de eeuw, maar was er echt niet meer te vinden in de herenmode van jonge ontwerpers van nu? De expositie legt nu veel accent op de vrouw en geeft daarmee de indruk dat borduren vooral bij vrouwen hoort en dat mannen in die wereld een uitzondering zijn.

Brutaal borduurwerk op de Dutch flag anti suit (2015) van Bas Kosters
Brutaal borduurwerk op de Dutch flag anti suit (2015) van Bas Kosters

En dan, waar is het brutale aspect van het borduren? Borduren op kleding kan ook verzet zijn. Of agressie. De tentoonstelling is mooi en braaf. Bekend terrein voor mensen die iets van textiel en mode weten. Er worden geen nieuw verhalen verteld, geen nieuwe verbindingen gelegd die jongeren zouden kunnen  aanspreken. Ik denk bijvoorbeeld aan Bas Kosters die in zijn werk borduren op een andere manier inzet. Dat zijn misschien niet de uitgangspunten geweest voor deze tentoonstelling, maar ik mis de uitingen die borduren iets van nu maken. Dat had ik liever gezien dan het commerciële cliché Gucci jeans jack met borduursels dat een fortuin kost.

De Indiase zijden sari die van moeder op dochter ging. Gekocht in Calcutta in 1998
De Indiase zijden sari die van moeder op dochter ging. Gekocht in Calcutta in 1998

Was er nu alleen maar dat vest uit Perzië te vinden en de sari met kantha borduurwerk uit India? Sinds eeuwen wonen er in Nederland mensen van veel verschillende nationaliteiten. Daar zijn, ook op borduurgebied, prachtige voorbeelden van te vinden. Wat te denken van de producten die de vrouwen van Ateliers Wereldwijven in Dordrecht maken? Ruim 85 vrouwen met wortels in alle hoeken van de wereld  – van Irak, Iran, Marokko en Turkije, tot Somalië, Burundi en de Antillen en uit Nederland zijn daarbij aangesloten. Ze leren er de Nederlandse taal en maken ambachtelijke producten voor de verkoop waarbij borduren ook een onderdeel is. Een prachtig initiatief dat voor verbinding zorgt. In deze tentoonstelling hadden die een geweldige plek kunnen krijgen om zo hun invloed te laten zien in de borduurwereld van nu. De expositie is erg ‘wit’, en dan bedoel ik niet het wit op wit borduursel.

Waar zijn de borduurders/sters van nu?

Kralenborduurwerk op zijden organza van Monique van Munster
Kralenborduurwerk op zijden organza van Monique van Munster
Kort jasje met goudkleurige, rechthoekige pailletten van Saskia ter Welle
Kort jasje met goudkleurige, rechthoekige pailletten van Saskia ter Welle

Het prachtige werk van Monique van Munster en Saskia ter Welle? Twee vrouwen die cursussen Haute couture borduren geven, het vak levend houden en studenten hebben die nieuwe moderne borduursels ontwikkelen?

Annewil Ravensbergen, eindcollectie 'I like big dots and cannot lie' Artez 2016
Annewil Ravensbergen, eindcollectie ‘I like big dots and cannot lie’ Artez 2016

Een aantal jaren geleden studeerde een ex-leerling van me af bij Artez in Arnhem. De collectie van Annewil Ravensbergen was vol geborduurd met moderne pailletten van plexiglas.

Waar is het werk van Golden Joinery, een niet commercieel collectief dat met gouddraad werkt en zo kapotte kleding rijker maakt? Ze geven regelmatig workshops waarbij je oude kledingstukken een nieuw leven geeft.

Met wat zoeken hadden die een mooie plaats kunnen krijgen in de tentoonstelling als het onderdeel ‘Borduren nu’.

En als slot, wie waren die mannen en die vrouwen die al dit prachtigs hebben gemaakt? Hoe was en is hun sociale status? Zijn ze normaal betaald of werden ze uitgebuit? In de catalogus staat dat er meer onderzoek naar gedaan moet worden. Dat er al patroonboeken zijn sinds de 16de eeuw, maar dat er nog veel te onderzoeken is. Was zo’n boek niet te lenen uit een of ander museum? Zijn, met wat zoeken, de namen van de borduursters van nu niet te vinden?  Of op zijn minst het atelier in India waar Dries van Noten zijn borduursels laat uitvoeren?

Waarom staan wel de namen van de borduursters van de Mosaic jurk van Karim Adduchi in de catalogus en niet op het bordje bij de jurk zelf? Dat is een gemiste kans om het publiek dat de catalogus niet mee naar huis neemt te laten zien dat nieuwkomers vanuit hun achtergrond veel kennis en ervaring bijdragen aan de Nederlandse cultuur.

Om dit gemis van al die anonieme namen van de makers van die prachtige kledingstukken en accessoires wat goed te maken, zou het een mooi idee geweest zijn om de tentoonstelling aan hen op te dragen.