5. Textiel-onderwijs, een kwestie van beginnen en doorgaan

Sinds drie jaar ben ik voor een dag per week gastdocent bij SintLucas  in Boxtel. Op dit mbo-instituut geef ik les op de afdeling Textiel van de opleiding Vormgeving en Ambacht. In het gebouw waar ik werk, zijn ook de afdelingen Leer en Keramiek gehuisvest. De groepen zijn klein, de studenten (bijna) altijd enthousiast en mijn  collega’s leuk en inspirerend.

De eerste twee blokken van dit schooljaar gaf ik les aan de eerstejaars. Ze variëren in leeftijd van 16 tot 20 jaar. Ik moest hen de basisvaardigheden van naaien en breien leren. Omdat mijn vak een praktijkvak is, mocht dat op school gebeuren. Een praktijkvak digitaal geven is bijna onmogelijk. Mijn klassen waren nu gesplitst, de uren ook: in plaats van 3 groepen elk 2,5 uur gaf ik les aan 6 groepen elk 1 uur en 10 minuten. Dat was hard werken:  afstand houden en de hele dag een mondkapje op. Lange dagen maar aan het eind kwam ik moe maar voldaan thuis.

Cirkels van Jill

Blok 1.

De naaimachine is voor veel studenten een totaal onbekend terrein. Garen spoelen, inrijgen en stikken is voor hen een heel nieuwe wereld. Recht stikken is moeilijk maar oefening baart kunst en na de eerste les waren er zakjes voor lavendel of iets anders.

De uiteindelijke opdracht was een machinaal geborduurd ‘artwork’ te  maken dat op een t-shirt gezet kon worden. Tot verbazing van de studenten (en van mij!) waren de resultaten soms prachtig. Nog nooit iets gestikt en dan werk laten zien waaruit vrijheid en lef spreekt.

Gezichten van Marieke
Collage van Ana

Cirkels van Marike

Naast dit onderdeel maken ze bij mijn collega Irene van Vugt hun eerste hoed met vijftig  verschillende vormpjes. Ook daar waren aan het einde van de periode schoonheden bij.

Hoed van Chase
Hoed van Marike
Hoed van Sumeyra

Blok 2.

Breien staat op het programma met als eindresultaat een zelf ontworpen beanie oftewel een moderne muts. Werken met twee pennen en een bol wol. Ook dit is voor heel veel studenten nieuw. Concentratie is nodig en doorzettingsvermogen als de steken van je pennen vallen of als je ineens vijftien steken meer op je pen hebt.

Ik merk dat bij veel studenten hun fijne motoriek onvoldoende ontwikkeld is: ze hebben de kleine bewegingen nog niet in hun vingers. Volgens mij komt dat onder andere door het verwaarloosde peil van het schrijfonderwijs op de basisschool. Veel kinderen zijn onvoldoende geholpen in het ontwikkelen van een regelmatig handschrift. Waarom zou dat ook nodig zijn als je met je vingers het toetsenbord kunt bespelen?

Aan het einde van de eerste les waren er lapjes in rechte steek gebreid. Broddellapjes zou je ze kunnen noemen maar ik zie het als Overwinningslapjes die vol energie en concentratie waren gebreid en waar studenten terecht trots op mogen zijn. Daarna volgde de tricotsteek en de boordsteek.

Het ontwerp moest gemaakt worden naar aanleiding van een zelf gemaakt moodboard waaruit inspiratie gehaald kan worden.

Dan zijn er de  studenten die een simpele draagbare muts breien en leerlingen die zichzelf uitdagen.

En er ontstaan breiverslaafden die thuis van alles gaan proberen en dit trots laten zien.

Zoals Sebastiano die alles bewaarde in een doosje en die een muts breide die perfect past bij zijn moodboard. Noa die een bijzondere ‘lapjesmuts’ maakte en natuurlijk moest ik de ‘haaienmuts’ van Marike even op.

Moodboard Sebastiano
Muts van Sebastiano
Lapjesmuts van Noa

Muts van Marike

Bij Irene maken ze in diezelfde korte tijd een vilten pet waarop iets moet gebeuren. Borduurwerk op de pet van Isabelle en Davey.

Pet van Isabelle
Pet van Davey

Opgerold band bij Dide en smockwek bij Sebastiano.

Pet van Dide
Pet van Sebastiano

Trots ben ik op hen. Dat ze het doen in deze tijd waarin alles anders is en ze naast de twee dagen op school de rest van de tijd digitaal les hebben. Ook ben ik trots op mijn collega’s van de andere afdelingen die maken dat het onderwijs doorgaat.

Tot de zomervakantie geef ik les aan de derdejaars. Textielexperimenten als breien en borduren en materiaalonderzoek. Ik heb er zin in.