52. La Frida in Parijs

Magdalena Carmen Frida Kahlo y Calderón (Coyoácan, 6 juli 1907 – Coyoácan, 13 juli 1954), beter bekend als Frida Kahlo, zie je tegenwoordig overal opduiken. Geprint op shawls op de Albert Cuypmarkt, op stof van een zelfgemaakte tas, geweven op een paneel en gedrukt op gymschoenen.

Je hoeft maar even op internet te zoeken en je komt nog meer parafernalia tegen: sleutelhangers, mokken, handdoeken, ochtendjassen, sokken, papieren servetten en zelfs een plantenspuit waarop ze met haar hoofd vol bloemen te herkennen is. Een icoon is ze geworden en zo geeft ze menig huishouden een exotisch en kleurrijk tintje. Ze is een trend, maar trends gaan voorbij. Ik heb haar nog niet gevonden in de plaatselijke kringloopwinkel, maar lang zal dat niet meer duren, verwacht ik. Kortom, ze is populair, maar gezien de afgeprijsde shawl op de Cuyp is ze misschien het hoogtepunt voorbij.  

Gips corset beschilderd door Frida

Hoe zou ze dat zelf hebben gevonden, vraag ik me af. Ik denk dat ze het er helemaal niet mee eens zou zijn. Haar exclusiviteit en bijzonderheid verkwanseld en uitgemolken door de commercie. En dat met iemand die het communistische gedachtengoed aanhing!

Frida op 12 jarige leeftijd gefotografeerd door haar vader Guillermo Kahlo

Omdat ik vorig jaar de Frida Kahlo-tentoonstelling in Assen gemist heb, was ik blij dat ik de tentoonstelling in Palais Galliera, het modemuseum van Parijs, kon zien. Ik vermoed dat een deel van beide exposities bijna hetzelfde is, met het verschil dat het in Parijs rustig was in tegenstelling tot wat ik over Assen hoorde. Daar schijn je op drukke dagen met veel moeite wat van haar jurken en kunst hebben kunnen zien.

Palais Galliera, het beeldschone, witte stadspaleis vlakbij de Eiffeltoren en de Seine. We gingen er heen op de dag dat we negen jaar bij elkaar waren. Cadeau! We werden meegenomen door haar leven, kunst en kleding. Als slot van de tentoonstelling volgde er een reis langs modeontwerpers die haar kledingstijl als inspiratie hebben gebruikt voor hun eigen collectie. Dat laatste deel was niet in Assen te zien.

Frida en Diego

Nu kan ik een lang artikel schrijven over haar leven, maar ik denk dat veel lezers daar wel van weten. Kinderverlamming en een ernstig auto-ongeluk. Been geamputeerd en leven met korsetten. Getrouwd met de 21 jaar oudere kunstschilder Diego Rivera. Naast haar huwelijk had ze relaties met mannen en vrouwen. Allemaal waar, maar omdat dit blog textiel als onderwerp heeft, wil ik de focus daarop houden.

Frida Kahlo, My dress hangs there (1933)

Tragisch vind ik overigens dat er altijd meer aandacht aan haar leven wordt besteed dan aan haar kunst, die je onder het surrealisme kunt plaatsen.

Mexico, de Zangeres Zonder Naam zong er al in 1969 vrolijk en aanstekelijk over. In het lied danst ze de rumba met een cabanero oftewel een herder en dat in een land van liefde en van zon. Beter en gezelliger kan het niet worden in het loflied. De kleding van haar en de danseressen in de clip moet een verbeelding van Mexico zijn.  Dat die in niets op de traditionele en kleurrijke Mexicaanse kleding lijkt en heel clichématig is moge duidelijk zijn. Verder niets ten nadele van de Zangeres; wij zijn en blijven fan.

Traditonele kleding uit Oaxaca, niet gedragen door Frida

Hoe anders is de echte Mexicaanse kleding die Frida Kahlo droeg. Na de Mexicaanse revolutie van 1910 ontstond er een groot bewustzijn over de Mexicaanse identiteit. Die uitte zich onder andere in het dragen van traditionele kleding door vrouwen, en ook door mannen. Zo liet je zien dat je trots was op de plek waar je vandaan kwam.

Met katoenen garen geborduurde bloemen

Frida had een grote voorkeur voor de kleding van vrouwen in de regio Oaxaca, en dan specifiek in Tehuana. De vrouwen daar leefden sterk vanuit de gedachte van het matriarchaat in het verder overwegend door mannen gedomineerde land. Economisch onafhankelijk zijn, was hun uitgangspunt.

Machinaal kettingsteek borduurwerk

De kleding uit Tehuana is kleurrijk en vol details. Met de hand geborduurde bloemen op fluwelen rokken of motieven in kettingsteek.

Daaronder een lange rok van kant en als bovenstuk de ‘hupil’.

Dat is een dubbelgevouwen rechthoek die aan beide zijkanten deels is dicht gestikt; zo ontstaan er  twee openingen voor de armen en aan de bovenkant een opening voor het hoofd.

Blouse, variatie op een hupil
Borduursels in synthetisch zijdegaren

Ze worden gedragen als blouse, op verschillende manieren rijk met borduurwerk versierd.

Ceremoniële blouse uit het dorp Nashu
Detail glaskralen borduursel, Azteekse dansers

Frida Kahlo droeg bijna altijd een ‘hupil’.

Een outfit die ze droeg tijdens het schilderen

Dat combineerde ze vaak met een ‘rebozos’, een rechthoekige shawl met franje aan beide uiteinden.

Ook was er op de tentoonstelling in Parijs de ‘resplandor’ te zien: het kledingstuk dat ze droeg op twee zelfportretten.

Ze ziet er dan uit als een katholieke heilige, terwijl ze al op jonge leeftijd op de achterkant van haar communieportret het woord ‘idiota’ schreef.

Links: Katoenen jas uit Guatemala Rechts: Huipil uit Mazatec

Traditionele motieven geborduurd of geweven in grootse gewaden. Trots en elegantie spatten ervan af.

Ik kon er geen genoeg van krijgen.

Het was een waar kleurenfeest daar in de kelder van Palais Galliera.

Vitrines vol verschillende outfits in sprankelende combinaties.

Daarnaast werd ik geraakt door een kleine vitrine met een stoffen popje met daarbij een doosje vol garens en band. Frida maakte dit soort popjes maar borduurde ook servetten en ander textiel.

De kledingstijl van Frida was en is een bron voor modeontwerpers van nu. Dat was te zien in een zaal boven.

Soms voor mij te letterlijk door een foto van haar te schilderen op een tuniek van de modeontwerper Franc Sorbier.

Overdaad in de kleding van Richard Quinn.

Erdem, Lente/ zomer 2022
Katoenen weefsel uit Guatemala

Mexicaanse invloeden qua kleuren en borduursels in de collectie van Erdem, haar rode shawl deed me denken aan de jas uit Guatemala in de collectie van Frida. Zijn inspiratie voor deze collectie haalde hij uit het leven van Tina Modotti, een fotografe die bevriend was met Frida.

Valentino, Lente/ zomer 2019
Comme des Garçons, Lente/ zomer 2012

De ‘resplandor’ als inspiratie voor Valentino en Comme des Garçons.

Voor zomer 1998 liet Jean Paul Gaultier kleding zien die een duidelijk link heeft naar Frida.

In de show loopt een man met een nep-tatoeage van een hamer en sikkel, die verwijst naar Frida haar politieke voorkeur. Als ik er nu naar kijk, vind ik het te plat en het ergert me dat hij haar gebruikt. Dat is een vorm van je cultureel toe-eigenen die hoogst ongepast is.

Kris van Assche, Lente/zomer 2008

De eenvoud in de twee outfits van Kris van Assche vond ik in de veelheid van kleur en decoratie een verademing, passend, draagbaar en erg mooi.

Gelukkig stonden er in de museumwinkel van Galliera geen foute Frida-artikelen. Wel boeken over haar werk en leven, weefsels uit Mexico en hoog aan het plafon hingen feestelijke papieren vlaggetjes.

Na het zien van de tentoonstelling moest ik denken aan de heerlijke cd Canciones de mi Padre van Linda Ronstadt, vol liedjes die ze zong vanuit haar Mexicaanse familiegeschiedenis. Tijdens een concert met liederen van die cd droeg ze een ‘hupil’ met daaronder natuurlijk een rok vol glitters voor het showelement.

De tentoonstelling in Palais Galliera is te zien tot en met 5 maart 2023. Info HIER.

Brief aan Sophia

Amsterdam, 22 december 2022

Lieve Sophia,

We hebben elkaar een tijd niet gezien. Soms gaat dat zo, maar ik weet zo onderhand wel dat als we elkaar weer tegenkomen we gewoon verder gaan met waar we gebleven waren.

Portret van Sophia door Thérèse Schwartze, schilderij uit de collectie van het Amsterdam Museum

De grote vriendschap die we hebben, koester ik al jaren. Vandaag moest ik ineens aan je denken. Ik liep langs een etalage van een schoenenwinkel met de prachtigste feestschoenen. In die etalage stond een grote kerstboom met glimmende schoenen in plaats van ballen. Het was zo’n winkel waar jij uren zou kunnen vertoeven om alle schoenen te passen.

Muiltjes, Parijs rond 1875 Foto: Collectie Amsterdam Museum

Weet je nog die keer dat we samen door Parijs dwaalden en je ineens je droomschoenen zag in een etalage? Beeldschone, zijden muiltjes waren het. Op de linkerschoen een mannetje en op de rechter een vrouwtje, allebei geborduurd. Het was bij ‘Maison Chapelle Cordonnier pour dames’ op nummer 85 van de Rue de Richelieu. Een deftige en dure winkel waar de rijken van Parijs hun schoenen kochten. Je slaakte een klein gilletje toen je ze zag staan. ‘Laten we naar binnen gaan,’ zei je, ‘die moet ik echt hebben. Het maakt niet uit wat ze kosten. Ik krijg spijt als ik ze niet koop.’

Muiltjes, Parijs rond 1875 Foto: Collectie Amsterdam Museum

We gingen naar binnen en de verkoopster haalde het paar uit de etalage. De maat was te groot, maar ze konden natuurlijk in een kleiner maat gemaakt worden. Dat duurde wel een paar maanden want zulke verfijnde muiltjes met borduurwerk maken, kost nu eenmaal veel tijd. Tussen de negen en tien weken zou het duren, vertelde de charmante verkoopster. ‘Geen probleem,’ zei je, ‘dan kan ik ze in elk geval dragen op mijn verjaardag in augustus.’

We spraken af dat als ze bezorgd zouden worden je ze samen met mij zou uitpakken. Zo ging het ook. Voorzichtig maakte je de doos open. Daar tussen lagen vloeipapier lagen ze. Voorzichtig wikkelde je het papier eraf. Je slaakte een diepe zucht. Je zette de schoentjes op tafel en wat ik nog weet is dat je er wel een kwartier naar hebt gekeken met een fonkeling in je ogen. Ze pasten perfect. Je liep de kamer op en neer en deed een paar danspassen. Het waren duidelijk feestschoenen die je op veel feesten zou dragen.

Heb ik je ooit verteld dat ik in mijn hoofd een archief van schoenen heb? Ik onthoud mensen vaak aan de schoenen die ze droegen als ik ze voor de eerste keer ontmoet.  Namen vind ik moeilijk om te onthouden, maar schoenen gaat heel goed. Als ik naar etalages vol schoenen kijk, blijven er altijd een paar op mijn netvlies hangen. Die sla ik dan op in mijn hoofd.  Vreemd misschien, maar het is zo.

Toen ik jouw schoenen voor het eerst zag, moest ik direct denken aan een paar schoenen van het Spaanse merk Camper die ik ooit tegenkwam. Die hadden ook een man en vrouw op de neus van de schoen, maar in traditionele Spaanse kleding: zij in een strokenrok en hij als een toreador. Hoe leuk die overeenkomst met jouw schoenen!

Zelf kocht ik een paar jaar later ook schoenen van het merk Camper waarbij de linker- en de rechterschoen anders zijn. Deze komen uit de collectie TWINS ‘Brothers Classics’ lente/zomer 2005. Het ontwerp van de schildering is van Pep Guerrero die op Mallorca woont.

Ik weet nog dat we langs de etalage van de Society Shop in Arnhem liepen en ik ze daar zag staan. Tegen Bram zei ik: ‘Als ze passen koop ik ze, wat ze ook kosten. Ik moest ze hebben!’ Het zijn nog steeds mijn lievelingsschoenen. Jij kent ze want op een feest lang geleden hadden we allebei onze favoriete schoenen aan. Hoe leuk was dat toen!

Dit jaar zullen we elkaar niet ontmoeten bij de kerstbrunch bij onze gezamenlijke vrienden H. en L. We gaan naar Parijs om veel exposities te zien. De tentoonstelling van Schiaparelli moet geweldig zijn en ook Palais Galliera staat op de lijst. Daar is de originele kleding van Frida Kahlo te zien. Ik was net op tijd om tickets te bestellen; alles was bijna uitverkocht op de dagen dat we er zijn.

Tot gauw in het nieuwe jaar,

liefs van Jan

41. Een leven vol garens en kleur

Je hebt geluk als je nu als textielliefhebber naar het Kunstmuseum in Den Haag gaat. Niet alleen voor de expositie over Balenciaga, maar ook voor de tentoonstelling van het werk van Anni en Josef Albers. Net als de Balenciaga-tentoonstelling heb ik de Albers-expositie al gezien in Parijs tijdens de afgelopen kerstvakantie, maar iets moois terugzien verdubbelt het geluk. (Eind van dit jaar gaan we weer naar Parijs en ik verheug me er nu al op de objecten te bekijken op de Schiaparelli tentoonstelling in Musée des Arts Décoratifs en de echte jurken van Frida Kahlo uit Casa Azul in het modemuseum Palais Galliera.)

Catalogus bij de tentoonstelling, uitgeverij WBOOKS, Zwolle

Anni (1899–1994) en Josef Albers (1888–1976) ontmoeten elkaar voor het eerst in 1922 op de revolutionaire kunst- en ontwerpschool het Bauhaus in Weimar. De Eerste Wereldoorlog is net voorbij; de architect Walter Gropius richt in 1919 deze idealistische opleiding op. Het idee achter het Bauhaus is om de hoger geachte beeldende kunst en het lager gewaardeerde ambacht en industrieel werken samen te brengen en dat samengaan te waarderen. Zo’n soort samensmelting zou nieuwe ontwerpen opleveren.

Josef Albers, Stapelbare tafels (1927) Essenfineer, zwarte lak en gelakt glas

Studenten van het Bauhaus zijn verplicht om een introductiecursus te volgen waarin ze alles moeten vergeten wat ze ooit hebben geleerd. Ze volgen een praktijkgerichte opleiding op een van de vele werkplaatsen zoals meubels, metaal, wandschilderingen, glas in lood of keramiek. Gedreven beroemde leraren zijn onder andere de schilders Johannes Itten, Wassily Kandinsky en Paul Klee. Door deze aanpak ontwikkelt het Bauhaus een unieke manier van vormgeven in de veertien jaar dat het heeft mogen bestaan.

Josef Albers, Gitterbild (1921) (Parijs)

Josef Albers meldt zich op zijn 32ste aan bij de opleiding nadat hij al heeft gestudeerd aan kunstacademies in Berlijn en München. Hij voelt zich door de filosofie van het Bauhaus als een vis in het water. Van zijn vader heeft hij al leren timmeren, schilderen en met metaal werken. In eerste instantie kiest hij de opleiding glas hoewel de docenten liever zien dat hij gaat schilderen. Geld is een probleem voor hem en daarom zoekt hij naar glas in afvalbergen. Zijn assemblages zijn schitterend van kleur.

Anni Albers, die ook een opleiding aan het Bauhaus wil volgen, zakt voor haar eerste toelatingsexamen. Uiteindelijk lukt het haar toch om aangenomen te worden. Ze krijgt direct te horen dat ze de weefopleiding moet volgen. Dat is geen vrije keuze van haar. Van vrouwenemancipatie heeft de mannelijke leiding van het Bauhaus nog niet gehoord. Het gaat zelfs zo ver dat er een aparte vrouwenafdeling is en het wordt de Bauhausmädels niet aangeraden een andere werkplaats te volgen. Wat zou er gebeurd zijn als Anni voor metaal had gekozen of keramiek en Josef voor textiel?

Anni Albers, Wandkleed (1924), Katoen en zijde (Parijs)

De opleidingen aan het Bauhaus zijn niet gericht op figuratie maar op abstractie. Kleur en vorm zijn de uitgangspunten en die mogen niets te maken hebben met herkenbaarheid, anekdote of een persoonlijk verhaal van de kunstenaar.

Anni Albers, Wandkleed (1925) Zijde, katoen, acetaat (Parijs)

In eerste instantie heeft Anni moeite met de keuze voor weven. Iets gedwongen moeten doen, werkt meestal niet, maar haar aanvankelijk verzet verandert in een grote passie voor het vak. Schering- en kettingdraden zullen haar lang begeleiden in haar ontwikkeling. In eerste instantie wordt er op de afdeling gebruikstextiel gemaakt. Functioneel en de juiste uitstraling is het uitgangspunt in combinatie met verschillende garens en bindingen en dat alles in de juiste vorm.

Anni verwerft een grote materiaalkennis en experimenteert met allerlei combinaties van garens zoals jute, katoen, hennep, paardenhaar, acryl en cellofaan.

Anni Albers, Decoratietextielstaal (1929) Zijde, katoen en rayon

In 1930 studeert ze af met een ontwerp voor een wandbekleding in fluweelgaren in combinatie met chenille, metaaldraad en cellofaan. Het wandtapijt wordt geplaatst in het auditorium van de Vakbondsschool in Bernau.

Josef Albers, Overhemden van werklui aan de waslijn (1932) Gelatinezilverdruk

De nazi’s moeten niets hebben van abstractie kunstvormen. Ze dwingen in 1933 het Bauhaus te sluiten.  Anni en Josef Albers vertrekken naar Amerika waar ze als docenten gaan werken op de universiteit Black Mountain College in de bergen van North Carolina. Op deze experimentele opleiding staan ze aan de wieg van grote ontwikkelingen van het Amerikaanse kunstonderwijs. Uitgangspunt voor de ontwikkeling van de student is dat het proces centraal staat en niet het eindresultaat. Hun achtergrond van het praktijkgerichte ambachtsonderwijs van het Bauhaus combineren ze met de vrijheid van het Black Mountain College.

Anni Albers, Zonder titel (1946) Rayon, linnen, katoen, wol en jute
Detail weefsel hierboven

Ze dagen studenten uit op een andere manier te kijken en te onderzoeken. Maak zelf een weefgetouw van afval materiaal dat je vindt, is een opdracht die Anni aan haar leerlingen geeft. Schrijf je eigen naam in spiegelbeeld en op zijn kop, is een opdracht van Josef.

In 1940 ontwerpen Anni en Alexander Reed, toen nog student, later docent aan het College samen een serie geestige sieraden gemaakt van goedkope materialen als plastic ringetjes, haarschuifjes, paperclips en zeefjes.

Ik denk dat ze heel veel plezier hebben gehad tijdens het ontwerpen en maken. Het moet een bevrijding geweest zijn voor studenten en docenten om zo te mogen experimenteren. Ik zou het heerlijk hebben  gevonden!

Anni Albers, Detail With Verticals (1946)
Anni Albers, Diverse Textielstalen (1950-1959)

Door de sfeer van vrijheid op het college krijgt het eigen werk van het echtpaar een enorme ontwikkeling.

Anni Albers, Red and Blue Layers (1954) Katoen
Josef Albers, Variant /Adobe: 4 Central Warm Colors Surrounded by 2 Blues (1948)

Ze stimuleren elkaar ook. Op de tentoonstelling in Den Haag is dat duidelijk te zien.

Anni Albers, detail Variations on a Theme (1958) Katoen, linnen en plastic

Vanuit Amerika maken ze reizen naar Midden- en Zuid-Amerika.

Study for Homage to the Square (1967)

Josef vat een grote liefde op voor Mexico qua kleur en vorm en hij begint aan zijn grote serie ‘Homage to the Square’.

Anni Albers, Intersecting (1962) Katoen en Rayon

Anni maakt werk vanuit Precolumbiaans textiel waarvoor ze een grote passie krijgt.

Het werk van Josef, vol kleur, krijgt wereldwijd direct veel aandacht. De weefkunst van Anni wordt niet meteen gezien als moderne kunst, ondanks een solotentoonstelling in 1949 in het Museum of Modern Art in New York.

Anni Albers, Ark-panelen voor Congregatie B’Nai Israel, Woonsocket, Rhode Island (1962)

Ze combineert oude technieken met moderne beeldtaal tot nieuwe weefsels. Haar belangrijke boek ‘On Weaving’ (1965 en nu in herdruk) is een uitkomst van haar onderzoek.

Anni Albers, Epitaph (1968) Katoen, jute en lurex
Detail Epitaph, het laatste grote weefwerk van Anni Albers

In de jaren na 1968 komen er bijna geen weefsels meer van haar weefgetouw. Ze ontdekt tekenen en zeefdruk en onderzoekt dat medium ten volle. In 1985, ze is dan 86 jaar oud, zegt Anni in een interview: ‘Ik bemerk dat, wanneer een werk met draden is gemaakt, het als een ambacht wordt beschouwd; wanneer het een werk op papier is, dan ziet men het als kunst.’

Anni Albers, Camino Real (1969), Zeefdruk

Als kunstenaars, vormgevers en docenten beklimmen Anni en Josef Alberts dezelfde berg op zoek naar antwoorden op dezelfde vragen, maar ze bewandelden ieder hun eigen weg naar de top.

‘Learn to see and to feel life; that is, cultivate imagination. because there are still marvels in the world, because life is a mystery and always will be’

Josef Albers

De tentoonstelling in Den Haag is veel kleiner dan die in Parijs, maar het is een groot genot om die te bekijken.

Te zien t/m 15 januari 2023

39. Balenciaga, Meesterlijk Zwart

Er zijn tentoonstellingen die je als mode- en textielliefhebber absoluut niet mag missen. De expositie Balenciaga – Meesterlijk Zwart in het Haagse Kunstmuseum is er zo een.

Ruim dertig jaar geleden gaf ik les in modeontwerpen aan het Overgelder College in Zutphen. Toen gebruikte ik een prima lesboek over modeontwerpen; daarin stond een tekening van een jas van de Spaanse ontwerper. Dat boek heb ik jammer genoeg niet meer, maar die tekening staat nog op mijn netvlies. Op mijn zoektocht naar het patroon vond ik op deze site een papieren patroon op schaal van die jas.

Ik heb het dubbelzijdig uitgeprint en door een aantal knippen en vouwen maakte ik met behulp van wat plakband een klein schaalmodel van de ingenieuze  jas die in 1961 is ontworpen.

Op deze foto uit 1975 zet Diane Vreeland de jas op een pop voor het Balenciaga retrospectief in Metropolitan Museum of Art in New York

‘Balenciaga often said that women did not have to be perfect or beautiful to wear his clothes. When they wore his clothes, they  became beautiful’ (Diane Vreeland)

Christóbal Balenciaga wordt op 21 januari 1895 geboren in Getaria, een vissersplaats in Spaans Baskenland.

Zijn vader, José Balenciaga Basurto is zeevisser en burgemeester van Getaria. Zijn moeder Martina Eizaguirre Enbil  is naaister. Christóbal is de jongste van vijf kinderen. Een van de klanten van zijn moeder is de rijke markiezin van Casa Torres. Cristóbal, nog geen 12 jaar oud, vraagt aan de markiezin of hij een jurk voor haar mag maken. Ze stemt daarin toe en is onder de indruk van het resultaat.

In 1907, op 12-jarige leeftijd, begint hij als leerling-kleermaker bij Casa Gomez in San Sebastián. Een jaar daarvoor was zijn vader gestorven en het gezin heeft financiële problemen. Al snel blijkt dat hij talent heeft een goede kleermaker te worden. Bovendien komt hij door het werk van zijn moeder al jong in aanraking met de gegoede klasse die stijl heeft. In 1917 begint hij zijn eerste eigen modehuis in San Sebastián. Hij is dan 22 jaar.

Er volgt een haute couture modehuis in 1924, en in 1927 nog een nieuw modehuis onder de naam Eisa Costura, beide in San Sebastián. Bij het begin van de Spaanse Burgeroorlog in 1936 verlaat Cristóbal Spanje en legt hij de activiteiten van zijn drie modehuizen tijdelijk stil.

Op 7 juli 1937 opent hij zijn modehuis in Parijs, op nummer 10 van de Avenue George-V. In datzelfde jaar presenteert hij zijn eerste collectie. Op bevel van de Duitse bezetters moet hij in 1944 zijn modehuis sluiten. Na de bevrijding heropent hij en vanaf dat moment lanceert hij elk jaar zijn collectie.

Links Wladzio en rechts Cristóbal

In 1948 overlijdt in Madrid plotseling zijn grote liefde en medewerker, de Frans-Poolse aristocraat Wladzio d’Attainville. Balenciaga staat op het punt om met zijn modehuis te stoppen, maar Dior zou hem ervan hebben weerhouden. In dat jaar maakt Balenciaga zijn hele collectie van zwarte stoffen als een ode aan zijn geliefde.

In 1968 sluit hij zijn modehuis en keert hij terug naar Spanje. Hij vind de mode van die tijd vulgair en  het tegenovergestelde van zijn elegante ontwerpen. Op 24 maart 1972 overlijdt hij in Xábia, vlakbij Valencia. Hij ligt begraven op het kerkhof in Getaria, de plaats waar hij werd geboren.

In 2011 is het Cristóbal Balenciaga Museoa in Getaria geopend. Aan het oude huis waar de ‘Marqués and Marquesa of Casa Torre’ in het begin van de 20ste eeuw woonden, is een groot glanzende zwarte uitbreiding geplaatst. Ooit hoop ik er heen te gaan om nog meer creaties van hem te zien en nog meer te weten te komen over de man achter dat werk.

Foto: Henri Cartier Bresson

Van Balenciaga wordt gezegd dat hij de enige modeontwerper is die elke fase beheerste in het hele proces van kleding creëren: van schets tot uitvoering. Veel ontwerper hebben daar vakmensen voor, zoals patroonmakers en naaisters. Hij had die vaardigheden tot in de puntjes geleerd in zijn jonge jaren en hij kon het allemaal. Christian Dior heeft eens gezegd dat Balenciaga de meester was van hen allen. ‘Hij was de dirigent van het orkest van de haute couture en wij, de andere couturiers, waren orkestleden die naar hem moesten luisteren.’ Of ze daar zo allemaal over dachten, is natuurlijk de vraag.

De eerste tentoonstelling die ik zag met werk van deze geniale ontwerper was in het ModeMuseum in Antwerpen.

In het voorjaar van 2016 was daar de tentoonstelling Fashion Game Changers.

Daarna bezocht ik in het voorjaar van  2017 in musée Bourdelle in Parijs zijn expositie Balenciaga, L’oevre au noir. Zijn kleding paste wonderlijk goed bij de beelden van Bourdelle.

Van beide tentoonstelling was ik erg onder de indruk. Zijn kleding benadrukt de vorm die vooral in zwarte stof zo prachtig uitkomt. Na al die jaren zijn de kledingstukken nog sterk en krachtig; ze kunnen nu nog gedragen kan worden. Christóbal Balenciaga is een kledingarchitect, zo zie ik hem.

Nu is er dan eindelijk een grote tentoonstelling in Den Haag. In samenwerking met Palais Galliera en het Archives Balenciaga, beide in Parijs, is het een spectaculaire expositie geworden met meer dan honderd topstukken.

Bij de entree hangt de beroemde foto van Irving Penn van fotomodel Sue Murray in een vermaarde avondjurk genaamd Rose dress. Haar hoofd verdwijnt bijna in de  grote bloem van gemouleerde stof.

Vanaf het begin dat je in de tentoonstellingsruimte loopt, word je omgeven door grijze wanden en zwarte vloeren en op wat kleur na door zwarte kledingstukken, geweldig uitgelicht.

De ontwerptekeningen  en proefmodellen, ook wel toiles genoemd, in de eerste ruimte intrigeren direct.

Je ziet pijltjes voor de richting van de stof en proefmodellen in zwarte stof waarop lijnen zijn gestikt in verschillende kleuren.

De machinale steken zijn voor de naden en inkepingen en de rijgsteken voor de loodlijn. Hier zie je al de perfectie die in zijn werk zit. In zijn ontwerptekeningen wordt duidelijk hoe de vorm van het kledingstuk ontstaat.

Er zijn mantelpakken met verschillende kragen en modetekeningen van Constance Wibaut die als een van de weinige modejournalisten toegang had tot zijn modeshows.

Zij vond zijn werk altijd sterk,  boeiend en gepassioneerd.

Twee dezelfde jurken in dezelfde stof maar verschillend van kleur maken zichtbaar dat de vorm in zwart beter uitkomt.

In de tentoonstelling is veel volume te zien. Dat is zeker het geval in de grote zaal waar je even van verbazing niet weet waar je moet kijken.

Kleine capes die opbollen, een lange jurk die vol lucht lijkt, een rimpeling onder de heupen, een bolling op de rug.

Veel van zijn creaties werden gemaakt van gazar. Dat is zijde die nauwelijks is uitgekookt of gesteven. Gazar is een luchtige stof die volumes kan opleveren en een paarlemoeren glans heeft. Vanaf 1958 werkte de ontwerper met dit materiaal, ontwikkeld door Gustav Zumsted voor het Zwitserse textielbedrijf Abraham.

Naast die grote volumes zijn er ook jurken gemaakt van twee verschillende zwarte stoffen, glanzend tegen dof. Zijde en wol in een mooie combinatie.

Detail foto gemaakt tijdens de tentoonstelling in Parijs

Een van mijn favorieten staat er ook: de jurk, model 128 uit 1967. Een jurk van gazar die op de schouders hangt met gouden kettingen bezet met parels. Hoe graag zou ik een vrouw met zo’n jurk willen zien lopen!

Balenciaga heeft in zijn werk ook met kleur en dessins gewerkt. In deze tentoonstelling is daar niets van te zien, of het moet het zachte huidkleurige roze dat hij gebruikt voor decoraties.

Aan het einde van de tentoonstelling is er een video van de Balenciaga haute couture collectie voor winter 2022/2023. Ik was er niet van onder de indruk en vond het weinig subtiel qua vorm.

Balenciaga nu is het tegenovergestelde van de verfijnde collecties die Cristóbal in zijn tijd ontwierp. De van oorsprong Georgische Demna Gvasalia kortweg Demna is sinds 2015 hoofontwerper. Het label Balenciaga is ‘hot’ geworden door spraakmakende collecties en modeshows waarin streetwear een rol speelt. Popsterren en filmsterren zitten op de eerste rij of lopen mee in de modeshows. Een samenwerking met Adidas resulteert in sweaters met beide logo’s. Peperduur zijn die kledingstukken en accessoires. Pervers vind ik het in onze huidige tijd van klimaatcrisis, energieproblematiek en het falend kapitalisme. Deze decadentie is niet aan mij besteed.

In 2022 bracht het modehuis de versleten ‘Paris sneakers’ uit die $1850,- kosten.

Op de site van Balenciaga zie ik bij ‘objects’ een porseleinen koffiekop met deksel voor $110,-, gemaakt in China. Waar precies wordt niet vermeld en ook niet onder welke omstandigheden. Natuurlijk schrijven ze over de ‘carbon footprint’ en ‘sustainability’ maar welk fonds het is waar ze geld in storten staat er niet bij. Wat dat fonds concreet doet en hoe ze daardoor de ‘footprint’ verminderen, lees ik ook niet.

De Prêt-à-porter collectie voor voorjaar/ zomer 2023 werd gepresenteerd in een modderpoel die deed denken aan de oorlog die er nu is.

Op de stoelen van de gasten lag bovenstaand statement. Rapper Kanye West opende de show als militair in gevechtstenue. Modellen liepen op houten klompen en delen van de kleding waren met modder besmeurd. Overigens is op 21 oktober j.l. bekend geworden dat Balenciaga de banden met Kayne West heeft verbroken wegens zijn antisemitische uitspraken in interviews en op Twitter.

Modejournalisten vonden de modeshow fantastisch. Natuurlijk zit er een verhaal achter deze collectie, maar ik vind het flinterdun. Misschien ligt het aan mij, deze woorden staan zo in contrast met de prijzen die het label vraagt. Alleen de rijken kunnen het zich permitteren en die zitten op de eerste rij bij de shows. Nu kun je zeggen dat de kleding van Christóbal Balenciaga ook alleen door rijke mensen gekocht werd. Dat is waar, maar hoe het label zich nu schreeuwend neerzet met logo’s op tassen en kleding vind ik een grote tegenstelling met de eenvoud, raffinement en elegantie van toen.

Bijna twee uur liep ik rond op de tentoonstelling in Den Haag: kijken en nog meer kijken tot ik het vakmanschap en de schoonheid in mijn geheugen kreeg.

De uitstekende catalogus met veel achtergrondinformatie ging mee naar huis.

De tentoonstelling is te zien t/m 5 maart 2023. Ga er heen als je tijd hebt.

Mocht je er voor 30 oktober naar toe gaan, bezoek dan ook de tentoonstelling van Duitse mixed-media kunstenaar Wiebke Siem op de begane grond.

Haar jurken en installaties brengen een heerlijke lach teweeg.

‘Balenciaga, Meesterlijk Zwart’ is te zien in het Haagse Kunstmuseum tot 3 maart 2023.