Brief aan Vivienne

Amsterdam, 13 maart 2023

Dear Viv,

Vorige week toen ik wat aan het zoeken was, kwam er opeens een envelop tevoorschijn die ik van jou heb gekregen. ‘Van jou’ klopt misschien niet helemaal, maar ik kreeg wel je complimenten.

Eerlijk gezegd denk ik dat het stiekem buiten je om is gegaan. Een stagiaire mag natuurlijk niet lapjes stof van een toekomstige collectie uit de prullenbak halen en naar haar oud-leraar sturen. Yvette Pen liep stage bij je en bewonderde je. Dat deed ik ook, en omdat zij dat wist, verzamelde ze, als jij het niet zag, allerlei lapjes, knopen en labels voor me. Je zou het kunnen zien als een rebelse daad die jij als Queen of Punk vast kunt waarderen.

Links: Westwood als Margaret Thatcher voor Tatler’s April 1989 omslag Rechts:Vivienne in 1977

Ik keek nog eens goed naar die kleine verzameling uit de envelop. Misschien stelt het in jouw ogen niet veel voor, maar voor mij was het toen een grote schat. Naast alles uit die envelop heb ik meer van je.

Boeken natuurlijk en de catalogus van je schitterende tentoonstelling in Düsseldorf, die ik twee keer heb gezien. Een keer met mijn leerlingen, later met Bram en Hanneke. Ik was diep onder de indruk van al je collecties met prachtige namen als Pirate, Nostalgia of Mud, Mini-Crini, Cut and Slash, Vive la Cocotte, Storm in a Teacup, Tied to the Mast en Anglophilia. Je boek over jouw leven heb ik ook van A tot Z gelezen omdat ik meer over je wilde weten.

1995, Vivienne Westood Foto: Inez van Lamsweerde

Natuurlijk ging ik naar je winkels in Londen. De eerste keer in 1989 toen ik in Londen was, omdat ik een eervolle vermelding had gekregen van de Smirnoff Award.

Worlds End vond ik fantastisch met de klok die achterstevoren liep, 13 uur aangaf en de duistere sfeer die er heerste. Veel later, ergens in de jaren 90, was ik met modestudenten in London. Op een vrije middag belandde ik in je winkel in Conduit Street. Met een docentensalaris was het allemaal te duur voor me. Een aardige verkoper zei dat ik alles mocht aantrekken wat ik leuk vond. Ik herinner me een prachtige, groot en ruim geruite tweedjas. Hij stond me meer dan goed maar hij was veel en veel te duur. Als ik hem nu tweedehands zou tegenkomen voor een schappelijke prijs kocht ik hem direct. Natuurlijk ging ik toen niet zonder iets te kopen de deur uit.

Een zakdoek in blauwe Toile de Jouy, waar hier en daar wat ondeugende dingen gebeuren en een schitterende, zijden stropdas voor mijn toenmalige echtgenoot Bram. Die heeft hij overigens bijna niet gedragen, hoe mooi hij hem ook vond, want de knoop is te dik voor een gewone overhemdkraag. Zo’n stropdas moet natuurlijk gedragen worden bij een overhemd met een hoge staander; daar is ruimte voor zo’n grote dasknoop. De verkoper pakte mijn twee aankopen mooi in, stopte ze in een kleine papieren Westwood tas en die weer in de grootste Westwood tas die er was. Zo kwam ik bij de bus aan waar ik mijn nieuwsgierige studenten verantwoording moest afleggen. De tassen hebben nog lang in huis gestaan maar ze zijn op een bepaald moment zomaar verdwenen.

Afgelopen vrijdag kwam ik in de Oude Kerk in Amsterdam een jongeman tegen die zo’n overhemd aanhad. Ik herkende direct jouw ontwerp: de staander met drie knopen en de button down knoop in het midden. Toevallig heette hij ook Bram en hij vertelde me dat hij voor weinig geld al een mooie tweedehands collectie van jouw kleding op de kop heeft weten te tikken. ‘Sommige mensen hebben niet in de gaten wat ze wegdoen,’ zei hij, ‘en dan koop ik het voor weinig geld.’ Natuurlijk werd ik een beetje jaloers op hem.

Je weet dat ik lang een grote fan van je ben. De collectie On Liberty, herfst/winter 1994-1995 vond en vind ik nog steeds een van je beste collecties. Alles leek daar samen te komen.

De Harris tweeds en tartans, Engelse tuttigheid en traditie, brutaliteit en elegantie. En dat alles gepresenteerd door topmodellen van die tijd die flirtten met pers en publiek. Regelmatig kijk ik naar die show en elke keer ben ik weer onder de indruk van het vakmanschap en de historische verwijzingen die erin zijn verwerkt.

Daarna volgde ik je natuurlijk elk jaar, maar tijdens een bezoek aan de tentoonstelling Femmes Fatales (2019) in het Kunstmuseum in Den Haag werd ik plotseling, als ik eerlijk ben, nijdig op je. Ik schreef er nog een brief over aan de conservator mode van het museum. Ik vond en vind dat het meer dan terecht is om actie te voeren voor klimaatverandering, mensenrechten en dierenwelzijn en tegen de overdaad van kledingproductie. Maar dat moet dan natuurlijk wel te zien zijn in je kleding en productie. Je doet er volgens deze site nog te weinig aan.

Daarentegen is er op jouw site veel over te lezen en daardoor heb ik toch weer hoop gekregen. Ik weet, jou kennende, dat je je grote zorgen maakt over de wereld en dat je op jouw manier probeert er wat aan te doen. Dat geloof ik echt als ik je daar over vol vuur hoor praten. Je Manifest is een oproep tot aandacht voor een grootse Klimaat Revolutie.

Londen, Climate Chande March 29 november 2015 Foto: Matthew Kirby

Op 18 november 2022 werd deze video met jou als spreker geplaatst op jouw site Climate Revolution. Op je 81ste praat je daar vol vuur en activistisch waarbij op je shirt een print te zien is van jouw gezicht beschilderd als een doodshoofd.

Ik schrok van het plotselinge bericht dat je bent verdwenen. Weer een goede en belangrijke ontwerper vertrok over de horizon naar een onbekende plek. Ik kijk naar video’s van je modeshows, blader boeken door, voel die lapjes in mijn hand en ik blijf je bewonderen om je daadkracht en energie.

Hoe gaat je label verder? Op 5 maart j.l. liepen de modellen ernstig door het Hôtel de la Marine in kleding uit de collectie Herfst/Winter 23/24. De eerste show zonder dat jij erbij was, ontworpen door jouw man Andreas Krohntaler. In een interview aan de The Guardian vertelde hij dat hoe zwak je ook was je er toch nog mee bemoeide. Als laatste liep jouw kleindochter Cora Corré, die een ultra korte trouwjurk droeg, met in haar hand een bos kleine narcissen. Wat zou je trots op haar zijn geweest. Ik zag de video en moest even slikken toen ik het eerste model zag in een shirt met jouw hoofd erop.

In elk geval komt er dit jaar een tentoonstelling met veel van je kleding in het Kunstmuseum. Mijn zakdoek zal er wellicht ook komen te liggen. Dat beschouw ik als een ode aan jou.

Bye bye Viv, met een lieve groet van Jan

P.S. Ik kocht het boek Catwalk waarin alle collecties staan die jij eerst alleen en later samen met Andreas hebt ontworpen in de afgelopen veertig jaar. Een hommage en een monument. Elke keer als ik erin blader, zal ik aan je denken.

I. M. Vivienne Westwood (Tintwhistle, 8 april 1941 – Chaphan, 29 december 2022)

50. Shocking Schiaparelli!

Je moet snel zijn als je in Parijs de sprankelende tentoonstelling ‘Shocking!’ over modeontwerpster Elsa Schiaparelli (Rome, 10 september 1890 – Parijs, 13 november 1973) wilt zien. Tot 22 januari is in het Musée des Arts Décoratifs de expositie met werk van ‘Schiap’, zoals haar vrienden haar noemden, gecombineerd met werk van bevriende, surrealistische kunstenaars met wie ze veel samenwerkte: Jean Cocteau, Salvador Dalí, Raoul Dufy, Meret Oppenheim en Man Ray. Daarnaast werkte ze met fotografen als Horst P. Horst en Cecil Beaton en de modeillustrator Christian Bérard.

1937, Tekening van Elsa Schiaparelli door Jean Cocteau

Ook is er werk te zien van Daniel Roseberry, sinds 2019 creatief directeur van het couturehuis Schiapparelli.

In difficult times fashion is always outrageous.

Als ik aan Schiaparelli denk, springen direct de woorden ‘Shocking Pink’ tevoorschijn. De kleur die ze in 1937 gebruikte in haar collectie en die haar signatuurkleur zou blijven voor de rest van haar leven. Shocking was overigens ook de naam van haar eerste parfum dat ze ook in 1937 presenteerde.

Direct bij binnenkomst staat daar haar beroemde Phoebus avondcape uit de collectie winter 1938-1939 met als thema astrologie. Uitgevoerd in die spetterende shocking roze wollen stof met de mooie naam ratiné.

Op de achterkant het door het beroemde borduuratelier Maison Lesage uitgevoerde hoofd van Medusa met haren als zonnestralen. Gedragen op een lange, gele zijden rok moet de draagster een flonkerende indruk gemaakt hebben bij binnenkomst op een feest.

Illustratie: Christian Bérard
Handschoenen van suède met kant, winter 1936 – 1937

De ontwerpen van Elsa Schiaparelli hebben vaak iets vreemds of vrolijks.

Kraag jasje, herfst 1938

Soms griezelig of intrigerend.

Sommige zijn natuurlijk gedateerd, dat kan niet anders. Andere daarentegen, zoals de breisels uit haar eerste collectie (januari 1925) met de trompe l’oeil strikken en kragen, hebben een tijdloosheid en zouden ook nu gedragen kunnen worden.

Ik zou maar wat graag zo’n oud ontwerp gedragen zien worden, al kan dat natuurlijk niet met een stuk dat nu is opgenomen in de collectie van een museum.

In twintig jaar tijd, tussen 1933 en 1953, tekende Schiaparelli maar liefst 6387 ontwerpen. Ze bewaarde ze in 55 mappen, maar ook als losse tekeningen.

Ontwerptekening avondjas Three Asides herfst 1937, samen met Jean Cocteau
Three Asides, 1937. Het beroemde detail met de rozen en gezichten op de achterkant

In 1973 doneerde ze die enorme verzameling aan het Musée des Arts Décoratifs. Met kopieën waren de wanden en vloer in de eerste ruimte behangen.

Ontwerp voor een avondjasje, winter 1936 – 1937

Daartussen, in lijsten, hingen originele tekeningen van de ontwerpen die daadwerkelijk zijn uitgevoerd en waarvan er een aantal in de tentoonstelling te zien waren.

Avondjasje, winter 1936-1937

Ik voelde me betoverd door de fantasievolle wereld die Schiaparelli creëerde, vaak samen met haar bevriende kunstenaars.

Raoul Dufy, Haute Couture presentatie in Salon Schiaparelli 1937

De print van vlinders op een jurk waarover een mantel van net-stof gedragen werd om vlinders te vangen in de zomer van 1937 en het avondjasje uit dezelfde collectie met vlinders als sluiting.

Het avondensemble voor de collectie herfst 1937 met het geborduurde hoofd, haren van pailletten en een hand die een strik vasthoudt, naar een tekening van Jean Cocteau.

Proef voor borduursel door borduuratelier Lesage

Zijn voornaam is op het voorpand geborduurd.

De zomercollectie van 1938 met als thema ‘Circus’: geborduurde olifanten, paarden en kleding van clowns als inspiratie.

Om heel vrolijk van te worden!

 ‘This is the Pagan collection’ stond er in het persbericht van het modehuis om de collectie herfst 1938 aan te kondigen.

De renaissance, Botticelli, mythologie en natuur zijn te herkennen in vergulde klimopbladeren en bloemen in een weelderige collectie.

De avondjurk van de brede, gestreepte, roze met zwarte zijde (winter 1938-1939) vond ik van een glinsterende schoonheid!

Ook leuk zijn de knopen in de vorm van een trommel op het avondensemble voor herfst 1939.

Glimmende pailletten en glanzende stenen kom je veel tegen in haar ontwerpen. Dat kan makkelijk ordinair worden of goedkoop aandoen.

Twee jasjes uit de Zodiac collectie van zomer 1937

Bij haar is dat nooit het geval. Ze wist altijd goed de verfijning en balans in haar ontwerpen te houden en dat te combineren met humor!  Dat is de grootste kwaliteit van haar ontwerpen.

I myself used to do absurd things. Yes, I mean that. I had to have a laugh, and some of the things were absurd. But they could always be worn by an elegant woman; they did not negate her elegance.

Naast al die schitterende ontwerpen van ‘Schiap’ zoals ik haar ook maar noem, hoewel ik niet bij haar vriendenkring hoor, was er ook aandacht voor het modehuis Schiaparelli nu. Van wat ik daarvan zag, werd ik niet erg warm. Misschien ligt het aan mij, maar ik mis de verfijning die Elsa Schiaparelli had. Natuurlijk mag het handschrift anders zijn dan van haar.

Te groot en bombastisch vind ik de ontwerpen van Daniel Roseberry, hoewel ik de zwart rode jurk waarop de gouden vredesduif zat die Lady Gaga droeg bij de inauguratie van Joe Biden wel spectaculair vond. Let ook op de bijpassende gouden microfoon!

Het was een groot genot om enkele uren te verdwalen in die fantasievolle wereld die Elsa Schiaparelli heeft achtergelaten.

De geweldige en zware catalogus ging mee naar huis en staat nu naast een ander prachtig boek over haar in de boekenkast. Haar biografie Shocking Life uit 1954 ben ik met veel plezier aan het lezen. Op de voorkant een illustratie waarop ze haar beroemde truitje met ingebreide strik draagt.

Gebreid truitje ui de eerste collectie van Elsa Schiaparelli (januari 1925)

24. Maison Amsterdam, de stad, de mode, de vrijheid…

Na blogbericht 22 over de voorbereiding van de tentoonstelling Maison Amsterdam moest er in het depot nog hard gewerkt worden om alles op tijd klaar te krijgen. En dat is gelukt!

Klaar voor vervoer

Op 8 september werden de poppen en de kleding vervoerd naar de Nieuwe Kerk. Vanaf donderdag 9 september werkten we met een grote groep verschillende mensen hard aan het inrichten van de expositie.

V.l.n.r. onbekende maker, Mac & Maggie, Puck & Hans

De sfeer was geweldig. Er werd niet gezeurd;  iedereen werkte vol enthousiasme stevig door om er samen een mooi geheel van te maken. Lunchen deden we aan een grote tafel en we praatten veel.

Wachten op de jurk

Dat er heel wat komt kijken bij het maken van een tentoonstelling wist ik natuurlijk wel uit eigen ervaring. Sommige kledingstukken moesten toch opnieuw op de pop worden gezet of bijgewerkt.

Paars: Puck & Hans, Rood: Frans Molenaar

Stukjes fiberfill onder kragen geplaatst zodat die mooi bleven zitten. Mottenpapier onzichtbaar in een zijden jurk. Pantykousen gebruiken om armpjes te maken voor de truitjes bij de bevrijdingsrokken.

Alles bij de hand

Naald en draad kwam goed te pas toen ik een trouwjurk van Puck & Hans moest veranderen toen stylist Maarten Spruyt me dat vroeg. Wat een schat is die man, zo zonder kapsones!

Collectie schoenen van Maarten Spruyt

Bij een grote tentoonstelling als dit zijn veel verschillende mensen bezig met de voorbereiding, ieder met een eigen specialiteit,  ook met het uiteindelijke opstellen van de tentoonstelling.

Patta!

Ninke Bloemberg, modeconservator bij het Amsterdam Museum en het Centraal Museum en Pieter Eckhardt, conservator van de Nieuwe Kerk maakten de keuzes voor wat er wordt tentoongesteld. Zij hebben een tentoonstelling vol diversiteit samengesteld. Je komt historische kleding tegen maar ook kleding van de huidige generatie jonge ontwerpers. Je ziet prachtige combinaties zoals in het onderdeel uitgaan een jurk uit de twintiger jaren naast een punkoutfit.

De catwalk in het koor van de Nieuwe Kerk

Vormgever Tatyana van Walsum ontwierp de inrichting van de tentoonstelling. Ze plaatste grote schermen met historische foto’s in de ruimte. Daartegen staan zo’n honderd verschillende kledingstukken die allemaal een verhaal vertellen en samen een grote geschiedenis vertegenwoordigen.

Een weesmeisje op het onderdeel De Dam

De indrukwekkende ruimte van de Nieuwe Kerk stelt ook zijn eisen: hoe ga je daarmee om met naar verhouding kleine kledingstukken? Dan zijn er ook allerlei technici nodig die bijvoorbeeld gaten in schoenen kunnen boren zodat de poppen stevig op hun standaard staan. En mensen van de belichting die alles precies moeten uitlichten. 

De opening op vrijdagavond 17 september was geweldig om mee te maken. Een heel divers publiek  genoot van de tentoonstelling en van elkaar. Heren in keurige kostuums, maar ook mannen in fetish en in werkmanskleding. Dames in mantelpak maar ook in experimentele jurken of kleding van Amsterdamse designers. Er waren toespraken, veel applaus en witte wijn in een sfeer van ‘wat heerlijk dat het weer kan’ (je QR code moest je natuurlijk laten zien). Actrice Bo Bojoh speelde Fong Leng (die in het publiek zat) en liet een weergaloze monoloog van deze grand lady horen.

Foto: Sam Eye Am

Ik droeg voor die gelegenheid mijn oude Puck & Hans zijden blouse die ik van Bram had gekregen en die ik aanhad tijdens de modeshow van mijn eindcollectie aan de academie in 1988. Altijd bewaard ondanks dat ik hem al had versteld. Toevallig stond Puck voor mij die verbaasd was dat die blouse nog zo goed was. Hij bleek gemaakt van oude sari’s die ze opnieuw hadden laten verven. De zijde was daardoor nog kwetsbaarder geworden. Dat ontdekte ik toen ik thuis kwam: er zat weer een gat in! Repareren is wat er moet gebeuren; dit overhemd heeft er weer een verhaal bij.

De kwetsbaarheid van zijde

Dan de tentoonstelling. Je maakt als het ware een wandeling door Amsterdam. Beginnend op De Dam (waar ook de Nieuwe Kerk staat) en via verschillende plekken in de stad zoals de Zeedijk, het Oosterpark en het Leidseplein kom je uiteindelijk weer op De Dam terug.

De Dam als centrum waar veel is gebeurd: de Damslapers, de hippies, de demonstranten tegen het koningshuis en woningnood, de trouwerijen en de kermis.

Ik vind het elke keer een feest om door de tentoonstelling te lopen.  Al die stoffen, vormen, kleuren en de verhalen erachter. Het bijbehorende boek geeft veel achtergrondinformatie.

Het boek met veel achtergrondinformatie

Komende maanden geef ik met enige regelmaat rondleidingen aan allerlei verschillende groepen. Van brugklassers tot hbo-studenten modejournalistiek. Van mbo-modeleerlingen tot cursisten van modevakopleidingen en andere geïnteresseerden.  Heerlijk dat ik daar nu de tijd en ruimte voor heb.

Ik hoop dat je nieuwsgierig bent geworden naar de tentoonstelling en dat je erheen gaat.

Wie weet komen we elkaar tegen. De komende tijd ga ik met een zekere regelmaat een kledingstuk uit de tentoonstelling centraal stellen in dit blog.

19. Borduren in het Fries Museum

De catalogus van de tentoonstelling ‘Haute Bordure’  (Geborduurde kleding en accessoires in Nederland 1620-2020) heb ik al maanden in huis. Tot voor kort was de tentoonstelling helaas niet te zien.  Corona hield de deuren van het Fries Museum in Leeuwarden een half jaar dicht. Afgelopen zaterdag gingen alle musea in Nederland gelukkig weer open. Maandag gingen we dus naar Leeuwarden. Natuurlijk laat ik in dit blog niet alles zien, want dan is de verrassing eraf als je erheen gaat. Daarom veel detailfoto’s en af en toe een kledingstuk in zijn geheel.

De mooi uitgevoerde catalogus en het informatieboekje met het campagnebeeld.
De mooi uitgevoerde catalogus en het informatieboekje met het campagnebeeld

Borduren, ik heb er al vaker over geschreven op dit blog. Je hebt er alleen naald en garen, een lapje stof en wat kennis van borduursteken voor nodig. De tentoonstelling neemt je mee in de geschiedenis van het borduren. Als presentatiebeeld voor de tentoonstelling is gekozen voor een jongeman die een jas van Dries van Noten draagt uit de zomercollectie van 2015.

Viktor & Rolf, First Couture Collection 1998
Viktor & Rolf, First Couture Collection 1998

De tentoonstelling is opgebouwd rond een aantal thema’s: Pronken, Luxe, Techniek, Patroon, Wit op Wit, Mode en Royalty. In de werkelijkheid van de zalen is er overlap en lopen die thema’s nog al eens door elkaar. Als binnenkomer zie je bij Pronken een geborduurde jurk van Viktor en Rolf uit hun eerste First Couture Collection. Cirkels van goudkleurige pailletten en kraaltjes zijn op een grijze zijden jas geborduurd. De jas is nog in het ‘maakstadium’, dat is te zien aan de niet afgewerkte bovenkant en aan het onaffe borduurwerk dat nog in de borduurring zit en zo een soort sieraad wordt. Het is een verwijzing naar de bewerkelijkheid van het borduren en je kunt er ook enige spot in ontdekken.

Zijdeborduursel op een zijden herenjas en vest. Waarschijnlijk geborduurd door mannen.

In de zaal over Luxe valt mijn oog direct op een mooi zijden herenpak uit de 18de eeuw, vol geborduurd met bloemen en bladeren. De mouwen zijn wat naar achter geplaatst, zodat de borst naar voren wordt geduwd. Macho’s waren het, de mannen die deze pakken droegen.

Feestelijke bloemen uit verschillende seizoenen op de onderkant van een rok
Feestelijke bloemen uit verschillende seizoenen op de onderkant van een rok

Ook vrouwen waren dol op flora; op de rand van een katoenen rok uit circa 1750 zijn met wol veel bloemen uit verschillende seizoenen geborduurd. Niet helemaal duidelijk is of zo’n rok als onderrok werd gebruikt of bij een informeel feest werd gedragen, of bij een wandeling in een bloementuin.

Beeldschone bruidshandschoenen van leer, zijde, gouddraad, bouillondraad, parels en pailletten. Wat een feest zal het zijn geweest om deze aan te hebben.
Beeldschone bruidshandschoenen van leer, zijde, gouddraad, bouillondraad, parels en pailletten. Wat een feest zal het zijn geweest om deze aan te hebben.

Deze prachtige bruidshandschoenen (1636-1637) kreeg Cornelia Fagel (1619-1693) bij haar verloving met Nicolaas ten Hove met wie ze trouwde op 15 februari 1673. Handschoenen hadden een symbolische betekenis en een grote waarde in die tijd. Een bruidsschat zou je ze kunnen noemen. Ze zitten vol symboliek; de anjer staat voor liefde en huwelijk, de aardbei voor verleiding en sensualiteit en het viooltje voor nederigheid en het verlies van maagdelijkheid.

Mosaic Dress van Karim Adduchi uit de collectie 'She has 99 names' 2017
Mosaic Dress van Karim Adduchi uit de collectie ‘She has 99 names’ 2017

De zijden Mosaic dress van Karim Adduchi uit 2017 is gemaakt door kleermaker Najif Nasif uit Syrië, ontwerpster en borduurster Julia Ivanova uit Rusland, door de borduursters Simret Tsaedu uit Eritrea en Darifa Benhadhoum en Diana Riana uit Marokko. Een inclusief en wereldwijd kledingstuk! Uitgaande van de mozaïeken op fonteinen in Marokko ontstond het werk. Doordat elke borduurster een eigen handschrift heeft, zijn in het borduurwerk kleine onregelmatigheden te zien die de jurk een extra levendigheid geven.

Een kraplap vol geborduurd met merklapmotieven uit 1798
Een kraplap vol geborduurd met merklapmotieven uit 1798
Met zijde geborduurde bloemen op damesschoenen uit 1740-1760
Met zijde geborduurde bloemen op damesschoenen uit 1740-1760
Winde Rienstra, Houten kraag met kruissteekborduursel uit de collectie Ithaka, 2012
Winde Rienstra, Houten kraag met kruissteekborduursel uit de collectie Ithaka, 2012

In de zaal Techniek zijn verschillende borduurtechnieken te vinden op krap of kroplappen, schoenen, tassen en een verrassende geborduurde houten kraag van modeontwerpster Winde Rienstra.

Rijglijf uit Marken 1950
Rijglijf uit Marken 1950
Twee rijglijven uit Marken. Links 19de eeuw en rechts het bruidsrijglijf ook uit de 19de eeuw
Twee rijglijven uit Marken. Links 19de eeuw en rechts het bruidsrijglijf ook uit de 19de eeuw

Vervolgens is er de Patroonzaal met verhalen over de tentoongestelde kleding, zoals de rijglijven van Marken. Op een zo’n rijglijf zijn bloemen geborduurd met fel gekleurd garen. Op het achterpand van een ander rijglijf zie je zeven geborduurde rozen. Dit rijglijf is maar een keer gedragen: op de trouwdag; daarna wordt het nooit meer gedragen.

Blouse van Titia Henriëtte Wille-Vermaat gemaakt van een oud laken geborduurd met dik katoenen garen (1940-1945)
Blouse van Titia Henriëtte Wille-Vermaat gemaakt van een oud laken geborduurd met dik katoenen garen (1940-1945)

Er zijn ook twee blouses te zien die zijn gemaakt in de Tweede Wereldoorlog. De schaarste van toen vroeg om creativiteit en inventiviteit. Een blouse gemaakt van een oud laken werd versierd met een bont patroon van geborduurde bloemen met garen dat niet op de bon was. Zo zag je er als jonge vrouw toch bijzonder uit. Een blouse met zo’n verhaal roept bij mij ontroering op.

Ingrijpsteek, platsteek, steelsteek en Frans knoopje op een vermaakte japon uit 1825-1838
Ingrijpsteek, platsteek, steelsteek en Frans knoopje op een vermaakte japon uit 1825-1838
Linnen herenvest uit de 18de eeuw
Linnen herenvest uit de 18de eeuw
Een serie van drie tipdoeken gedragen op zijden jurken en jak uit de 17de en 18de eeuw
Een serie van drie tipdoeken gedragen op zijden jurken en jak uit de 17de en 18de eeuw

Wit op wit is het thema van de volgende zaal. Van doopjurk tot zakdoek, van japon tot een herenvest,  en wat te denken van de prachtige tipdoeken die vrouwen in de 18de eeuw droegen om hun decolleté te bedekken. De achterkant zal veel bekeken zijn door de achterbuurvrouw als ze in de kerk zaten.

Zwart borduursel op een meisjesjurkje in neteldoek. Rouwkleding is niet alleen voor volwassenen (1915-1925)
Zwart borduursel op een meisjesjurkje in neteldoek. Rouwkleding is niet alleen voor volwassenen (1915-1925)

Van een ontroerende schoonheid vond ik het rouwjurkje (1915-1925) van een jong meisje. Zwarte linten en een bloemmotief zijn op de onderkant geborduurd. Voor kinderen bestond rouwkleding in die tijd uit wit met zwarte borduursels; volwassenen gingen geheel in het zwart gekleed. Voor zo’n meisje moet het heel wat zijn geweest om zo je verlies te laten zien aan de buitenwereld.

Voliminieuze heupen voor in jurken die gedragen werden in het tweede helft van de 18de eeuw. Ook jonge meisje moesten hier aan geloven.
Voliminieuze heupen voor in jurken die gedragen werden in het tweede helft van de 18de eeuw. Ook jonge meisje moesten hier aan geloven.

De grote zaal staat in het teken van Mode door de eeuwen heen. Heel mooi, maar ook een toevallige ontmoeting van hoogtepunten. Een robe à la Française voor een  volwassene staat naast een uitvoering voor een jong meisje (1740-1746). Bij de rok was een briefje toegevoegd waarop stond dat Magdalena van Reyen deze kleurrijke bloemen op de rok borduurde toen ze in Delft bij juffouw Jacob naar school ging. Jammer dat het briefje niet te zien is.

Avondjurk uit de collectie 'Forget your troubles' (2012) van Edwin Oudshoorn Couture
Avondjurk uit de collectie ‘Forget your troubles’ (2012) van Edwin Oudshoorn Couture

Bekende namen zoals uit het verleden de modeontwerpers Dick Holthaus en Frans Govers ontbreken niet. Van de modeontwerpers van nu vond ik het driedimensionale borduurwerk op de avondjurk  van Edwin Oudshoorn van een grote schoonheid en inventiviteit.

Detail van de jurk uit de collectie '8 Pieces' (2014) van Claes Iversen
Detail van de jurk uit de collectie ‘8 Pieces’ (2014) van Claes Iversen

De jurk van Claes Iversen is geborduurd met pailletten, kralen en strass stenen, die hij combineerde met metalen ringetjes, schroefogen en duimen, sleutels en schaartjes die te vinden zijn op de bouwmarkt. Wonderlijk en spannend.

Een elegant wollen jasje geborduurd met zijde uit 1910. Tijdloos en elegant
Een elegant wollen jasje geborduurd met zijde uit 1910. Tijdloos en elegant

Een beeldschoon jasje met borduurwerk ontworpen door siersmid Hendrik Jan Winkelman in 1910 en geborduurd door zijn vrouw Maria Winkelman-Sanders. Het doet denken aan de glas-in-loodramen in de stijl van de Amsterdamse School.

Met de hand zijn duizenden kleine kraaltjes en strass steentjes op deze feestelijke jurk gezet
Met de hand zijn duizenden kleine kraaltjes en strass steentjes op deze feestelijke jurk gezet

Mooi is ook de japon uit 1923-1924 van zijde en linnen waarop een Egyptisch patroon in kraaltjes is geborduurd dat associaties oproept aan de ontdekking van de grafkamer van Toetanchamon. Ik zie de jurk al dansen op een feest.

De tentoonstelling eindigt met jurken gedragen door de drie koninginnen van vroeger en door de koningin van nu. Mag natuurlijk als publiekstrekker niet ontbreken, maar voor mij hoeft het niet. Zo’n grote rol spelen de Oranjes nou ook weer niet in de borduurwereld.

’Haute Bordure’ is zeker een tentoonstelling waar je heen moet gaan als je geïnteresseerd bent in borduren. Toch wringt er iets bij me. Het campagnebeeld van de jongeman in zijn geborduurde outfit van Dries van Noten gaf me hoop dat er meer mannenkleding te zien zou zijn. Natuurlijk zijn er de zijden mannenpakken uit de 18de eeuw, maar was er echt niet meer te vinden in de herenmode van jonge ontwerpers van nu? De expositie legt nu veel accent op de vrouw en geeft daarmee de indruk dat borduren vooral bij vrouwen hoort en dat mannen in die wereld een uitzondering zijn.

Brutaal borduurwerk op de Dutch flag anti suit (2015) van Bas Kosters
Brutaal borduurwerk op de Dutch flag anti suit (2015) van Bas Kosters

En dan, waar is het brutale aspect van het borduren? Borduren op kleding kan ook verzet zijn. Of agressie. De tentoonstelling is mooi en braaf. Bekend terrein voor mensen die iets van textiel en mode weten. Er worden geen nieuw verhalen verteld, geen nieuwe verbindingen gelegd die jongeren zouden kunnen  aanspreken. Ik denk bijvoorbeeld aan Bas Kosters die in zijn werk borduren op een andere manier inzet. Dat zijn misschien niet de uitgangspunten geweest voor deze tentoonstelling, maar ik mis de uitingen die borduren iets van nu maken. Dat had ik liever gezien dan het commerciële cliché Gucci jeans jack met borduursels dat een fortuin kost.

De Indiase zijden sari die van moeder op dochter ging. Gekocht in Calcutta in 1998
De Indiase zijden sari die van moeder op dochter ging. Gekocht in Calcutta in 1998

Was er nu alleen maar dat vest uit Perzië te vinden en de sari met kantha borduurwerk uit India? Sinds eeuwen wonen er in Nederland mensen van veel verschillende nationaliteiten. Daar zijn, ook op borduurgebied, prachtige voorbeelden van te vinden. Wat te denken van de producten die de vrouwen van Ateliers Wereldwijven in Dordrecht maken? Ruim 85 vrouwen met wortels in alle hoeken van de wereld  – van Irak, Iran, Marokko en Turkije, tot Somalië, Burundi en de Antillen en uit Nederland zijn daarbij aangesloten. Ze leren er de Nederlandse taal en maken ambachtelijke producten voor de verkoop waarbij borduren ook een onderdeel is. Een prachtig initiatief dat voor verbinding zorgt. In deze tentoonstelling hadden die een geweldige plek kunnen krijgen om zo hun invloed te laten zien in de borduurwereld van nu. De expositie is erg ‘wit’, en dan bedoel ik niet het wit op wit borduursel.

Waar zijn de borduurders/sters van nu?

Kralenborduurwerk op zijden organza van Monique van Munster
Kralenborduurwerk op zijden organza van Monique van Munster
Kort jasje met goudkleurige, rechthoekige pailletten van Saskia ter Welle
Kort jasje met goudkleurige, rechthoekige pailletten van Saskia ter Welle

Het prachtige werk van Monique van Munster en Saskia ter Welle? Twee vrouwen die cursussen Haute couture borduren geven, het vak levend houden en studenten hebben die nieuwe moderne borduursels ontwikkelen?

Annewil Ravensbergen, eindcollectie 'I like big dots and cannot lie' Artez 2016
Annewil Ravensbergen, eindcollectie ‘I like big dots and cannot lie’ Artez 2016

Een aantal jaren geleden studeerde een ex-leerling van me af bij Artez in Arnhem. De collectie van Annewil Ravensbergen was vol geborduurd met moderne pailletten van plexiglas.

Waar is het werk van Golden Joinery, een niet commercieel collectief dat met gouddraad werkt en zo kapotte kleding rijker maakt? Ze geven regelmatig workshops waarbij je oude kledingstukken een nieuw leven geeft.

Met wat zoeken hadden die een mooie plaats kunnen krijgen in de tentoonstelling als het onderdeel ‘Borduren nu’.

En als slot, wie waren die mannen en die vrouwen die al dit prachtigs hebben gemaakt? Hoe was en is hun sociale status? Zijn ze normaal betaald of werden ze uitgebuit? In de catalogus staat dat er meer onderzoek naar gedaan moet worden. Dat er al patroonboeken zijn sinds de 16de eeuw, maar dat er nog veel te onderzoeken is. Was zo’n boek niet te lenen uit een of ander museum? Zijn, met wat zoeken, de namen van de borduursters van nu niet te vinden?  Of op zijn minst het atelier in India waar Dries van Noten zijn borduursels laat uitvoeren?

Waarom staan wel de namen van de borduursters van de Mosaic jurk van Karim Adduchi in de catalogus en niet op het bordje bij de jurk zelf? Dat is een gemiste kans om het publiek dat de catalogus niet mee naar huis neemt te laten zien dat nieuwkomers vanuit hun achtergrond veel kennis en ervaring bijdragen aan de Nederlandse cultuur.

Om dit gemis van al die anonieme namen van de makers van die prachtige kledingstukken en accessoires wat goed te maken, zou het een mooi idee geweest zijn om de tentoonstelling aan hen op te dragen.

17. *DIED* in Ulft

Vorige week donderdagmiddag reed ik naar Ulft in de Achterhoek. Ik had op de Facebookpagina van Diederik Verbakel gelezen dat er een etalagetentoonstelling te zien is met de titel ‘(No) Time to Waste’ over samenwerking van ambacht en kunstenaars. Op Instagram kun je informatie vinden over de tentoonstelling.

Stippen van *DIED*

Ulft is een dorp waarbij je niet direct aan een spetterende textielpresentatie denkt. Op het DRU industriepark staan oude gerenoveerde gebouwen waarin gewoond en gewerkt wordt. Het is een cultureel centrum met verschillende panden met wonderlijke namen als Badkuipenfabriek en Afbramerij. Er zijn optredens en tentoonstellingen, een goed café en restaurant. Het zag er hip en uitnodigend uit. Door corona is het op dit moment allemaal wat rustiger, maar ik kon zien dat het een belangrijke plek is voor de regio en dat er veel gebeurt.

In de etalage van het CIVON exposeren 17 kunstenaars die gekoppeld zijn aan een ambachtsman/vrouw. Dat kan een mooie combinatie zijn, mits het op een moderne manier gebeurt. Eerlijk gezegd vond ik maar twee deelnemers erg goed.

Thea Zweerink
Detail kantkloswerk van Thea Zweerink

Kunstenaar Thea Zweerink maakt inventief traditioneel wit reuzekantkloswerk en combineert dat met draadachtige figuren en hoofden in prachtige wandinstallaties.

Wat echter het meest in het oog springt, is de spetterende en kleurrijke installatie van *DIED*.

Restafval uit het Textielmuseum in Bocholt

Het duo Diederik Verbakel en Marieke Holthuis is gekoppeld aan het Museum Textilwerk in Bocholt. In dat museum worden nog dagelijks de bekende geblokte theedoeken geweven. Het restafval – delen ketting met theedoeken en veel losse draden –  ging mee naar de studio van het tweetal. Daar werden de doeken gezeefdrukt en maakten ze er maskers van. Ook werd er geweven met een grote hoeveelheid afvaldraden.

Weefsel van afvalgarens

Dit alles resulteerde in repen theedoeken vol bedrukte stippen in fluorkleuren, blauwe ogen, groene wangen en rode monden.

Zo ontstonden prachtig gemaakte, driedimensionale maskers van een haas, konijn, beer of wat voor andere dieren dan ook. Alles bij elkaar vrolijk makend en heel goed gepresenteerd.

Omdat ik meer wilde weten over dit tweetal, en omdat ik het boek ‘SO SELFISH’ van Diederik Verbakel wilde hebben, belde ik hen en vroeg of ik langs kon komen. Ik was welkom.

Onderweg passeerde ik de kringloopwinkel van Ulft. Natuurlijk ging ik even naar binnen en onder in een bak met textiel vond ik een prachtig met bloemen geborduurd tafelkleed. ‘Als je weet hoeveel uren dit gekost heeft,‘ zei de eigenaar, ‘dan is het onbetaalbaar.’ Voor twee euro kon ik het kopen.

De Bright White Studio aan de  Landstraat 10 in Aalten is de plek van waaruit Diederik Verbakel en Marieke Holthuis werken. Beiden zijn opgeleid als modeontwerper aan de Kunstacademie in Arnhem. Ze woonden en werkten jaren in Italië. Na een wereldreis hebben ze nu hun ontwerpstudio in Aalten. Het voormalig winkelpand van de vader van Marieke doet dienst als fotostudio, zeefdrukkerij, atelier, winkel en ontvangstruimte. Van hieruit werken ze voor Internationale modebedrijven in landen als Italië, Japan en China. Door corona ligt alles stil; daarom richten ze zich nu op hun eigen label *DIED* waarmee ze elf jaar geleden startten. Lokaal en duurzaam is hun uitgangspunt; woorden als recycling en upcycling passen daarbij.

Toen ik binnenkwam, was Marieke bezig aan een grote, van oude shawls gemaakte vlag die bedrukt was met de signatuurhoofden die Diederik erop had geprint. Met naald en draad werd er handmatig rood garen doorheen genaaid. Het werk zal te zien zijn op een mode-evenement in Arnhem.

Mijn boek lag al klaar en werd ter plekke gesigneerd. Ik had besloten om de luxe versie te kopen waar een kleine zeefdrukprint bij zit met de titel ‘Blow Job’. Mooi om te laten inlijsten en aan de wand in mijn werkkamer te hangen.

Het duo vertelde enthousiast over hun werk en wat ze aan het doen zijn in deze coronatijd. Op de website van *DIED* zijn veel producten te vinden die in Aalten worden gezeefdrukt en gemaakt. Hoodies, sweaters,  T-shirts, tassen, maskers, vlaggen, babykleding, artwork in de vorm van collages en prints, allemaal in het typische handschrift van *DIED*. Hun producten vinden hun weg over de hele wereld; het netwerk van die twee is groot. Een aanvraag voor een serie unieke sweaters voor een winkel in Japan is geen uitzondering. In de ‘winkel die niet echt een winkel is’ waan je je in een kleurenparadijs. Op de website staan ook prachtige foto’s van Italiaanse gerechten die Marieke vrijdags kookt en die zeer geliefd zijn bij haar klanten. Diederik en Marieke zijn beiden actief op Facebook en Instagram. Leuk om te volgen!

Het boek ‘SO SELFISH’ is begonnen vanuit een spontaan idee. Een opgezet plan of een conceptgedachte ging er niet aan vooraf. Het begon in een hotelkamer in Thailand waar veel handdoeken lagen en er licht kwam uit een klein raam in de badkamer.  Als grap wikkelde Diederik een paar handdoeken om zijn hoofd en ineens was daar een Rembrandtesk beeld.

Inspiratie: het papierknipwerk van Matisse

Dat werd het startpunt voor een grote fotoserie waarbij Diederik waanzinnige maskers draagt, exotische hoofdtooien op heeft, zijn gezicht in alle kleuren van de regenboog heeft geschminkt en uit zijn hoofd echte bloemen en bladeren komen.

Inspiratie Kusama Ikebana
Inspiratie Leigh Bowery voor Pride Amsterdam

De bijpassende kleding is natuurlijk ook gemaakt door het duo. Marieke maakte de foto’s voor het boek dat vormgegeven is door Thijs Mertens van Letters en Plaatjes in Arnhem.

Inspiratie Mexico, Frida Kahlo

Het boek staat vol geweldige, vaak heftige foto’s, prachtige tekeningen en schilderingen en verhelderende, informatieve teksten in het Engels. ‘SO SELFISH’ zou je kunnen opvatten als een egodocument wanneer je de titel leest. Ik zie de titel ook als een grap. Het is een samenwerkingsproject waaraan met veel plezier, creativiteit en inventiviteit is gewerkt.

Inspiratie Karel Appel

Verkleden en schminken is iets wat we misschien allemaal zo af en toe zouden willen doen, maar vaak niet meer durven. Diederik doet dat wel en met een totale overgave, in vrijheid en vol aandacht voor het resultaat. 176 pagina’s telt het kloeke boek met een blauw-linnen omslag met grote roodkoper-glimmende letters.

Inspiratie Natuur

Een boek met foto’s geïnspireerd op clowns en de Mexicaanse Frida Kahlo, op natuur en Francis Bacon, op Karel Appel en voor Pride Amsterdam, op Yayoi Kusama en Ikebana.

Omdat ik van ver kwam, kreeg ik er nog een met fluor-roze stippen bedrukte tas bij. Ik deed de belofte dat ik over hen zou schrijven. Bij deze dus.

16. Meer geborduurde letters

Letters en borduren, daar  heb ik al jaren wat mee. In dit blog laat ik een aantal van mijn letterborduurwerken zien.

Samen met vier andere kunstenaars uit Deventer organiseerden we onder de naam ‘Tour de Cuisine’ theatrale avonden. We kookten voor honderd gasten en presenteerden het diner op een kunstzinnige manier. Voor de avond in 1990 was de Nederlandse identiteit het uitgangspunt; daarmee staken we ook de draak. We bliezen het Deventer ‘College der Smulpapen anno 1592’ nieuw leven in. Dit college heeft daadwerkelijk bestaan en was een groep die in 1592 het stadsbestuur bekritiseerde en bespotte. Ik borduurde op witte overhemden in rood-blauwe kruissteken het nieuwe logo van het college. We droegen een rood geverfde houten lepel als stropdas en geruite bakkersbroeken.

Op uitnodiging voor een tentoonstelling over handwerktechnieken in het toenmalige Tassenmuseum Hendrickje in Amstelveen borduurde ik samen met vriendin/kunstenaar Evelien Verkerk de ‘Tas van Dirk’ en een kleine versie met de naam ‘Dirkje’. Dagen kruissteken borduren in rood en roze en de streepjescode in zwart en wit DMC garen. Na de tentoonstelling werden de twee tassen aangekocht door de Firma van den Broek. In een speciaal daarvoor gemaakte vitrine hangen ze in de hal van het hoofdkantoor in Hoofddorp.

Grote tas: 174.520 kruissteken / ca. 440 uur borduren.
Kleine tas: 43.630 kruissteken / ca. 110 uur borduren.
Foto: Ewout Staartjes

Voor de begrafenis van mijn man Bram Borgo op 6 april 2013 borduurde ik samen met vriendinnen de letters STILTE in rood garen op meer dan honderd witte zakdoeken. Bram koos dit woord omdat hij zo naar de stilte verlangde. Boven het woord printte ik een foto van Bram, gemaakt door fotograaf Gerard Dubois. Bij binnenkomst in de aula kreeg iedereen een zakdoek aangereikt als herinnering aan die bijzondere man. 

Dichterscafé Eijlders in Amsterdam vroeg in 2014 aan een groep dichters om een gedicht van henzelf op een beeldende manier te presenteren. Jos van Hest was een van die dichters. Ik borduurde op twee witte herenoverhemden op het zakje ter hoogte van het hart met rood garen twee gedichten van Jos. Ze gingen niet alleen over onze relatie, maar ook over de handeling van het borduren. Ingelijst hebben de hemden daar een maand gehangen. We hadden ze vaak kunnen verkopen maar dat wilden we niet omdat het over ons ging en we elkaar pas kort daarvoor hadden leren kennen.

Een aantal malen organiseerden we bij ons thuis een diner voor tien gasten. We nodigden een groep vrienden uit die elkaar niet goed kennen. Champagne bij binnenkomst en daarna samen eten aan een lange en mooi gedekte tafel. Elkaar leren kennen en over het leven praten was het thema. Bij een van die diners maakte ik uit oude damasten tafellakens vrolijke servetten met de namen van de gasten erop geborduurd. Die werden ook gebruikt om de tafelschikking te maken waarbij de regel was: stellen uit elkaar. Natuurlijk mocht iedereen het eigen servet mee naar huis nemen. Zodra het weer kan, gaan we weer diners organiseren; niets is fijner dan met vrienden te eten aan een feestelijk gedekte tafel en zo het leven te vieren.

In Soest deden Jos en ik mee aan een tentoonstelling met miniaturen van 10 bij 10 cm als uitgangspunt. Ik borduurde in grijs garen op oude en wat versleten Franse zakdoeken een gedicht van Jos. De functie van de zakdoek en de tekst kwamen bij elkaar. Opgevouwen kwamen ze in een lijst. Ze hangen nu aan de wand in mijn werkkamer.

Twee geborduurde servetten kreeg schrijver/dichter Willem van Toorn voor zijn 80ste verjaardag van ons.  Een voor hem en de andere voor zijn vrouw Ineke Holzhaus. De tekst is van Jos en de feestletters zijn ook door hem bedacht; de omgekeerde N is een bewuste keuze. De servetten zijn gewoon te gebruiken, wassen op maximaal 95 graden. Ik weet niet of Willem en Ineke ze al gewassen hebben. Wel weet ik dat ze lang op hun tafel hebben gelegen en dat ze ervan genoten.

‘De Onschuldigen’ (2017)
Samen met Evelien Verkerk borduurde ik 120 witte zakdoeken met daarop de 420 plaatsnamen en data van aanslagen in de wereld sinds de aanslag op de Twin Towers. Zwart garen als symbool voor veel slachtoffers en verschillende tinten grijs voor minder slachtoffers. Het werk gaat over terrorisme, onschuld en troost en verdriet. De witte zakdoek is daar het symbool van. De tentoonstelling was een maand te zien in de HeArtgallery in Hengelo. We kregen er lovende en ontroerende reacties op.

Op 10 november 2017 trouwde ik met Jos in het geheim. Voor ons twee, de vier getuigen en de trouwambtenaar borduurde ik op ongebruikte Franse linnen zakdoeken uit de jaren vijftig de tekst ‘Altijd’. Niemand gebruikte die zakdoek want een aardige ambtenaar van de gemeente deelde papieren tissues uit toen de tranen vloeiden. 

Voor het diner ’s avonds in Esther’s Cookery waren er voor iedereen antieke Franse damasten servetten met de datum, onze namen, de naam voor wie het servet was, en de regel ‘Voor jouw Lieve Lippen’.

Een jaar later gaven we ons trouwfeest in het Het Rijk van de Keizer in Amsterdam. Alle gasten dachten dat we op die dag zouden trouwen. We hielpen ze op een hilarische manier uit die droom maar deden wel de ringenceremonie in het bijzijn van al onze vrienden. Daarna een groot diner voor meer dan honderd gasten. Voor ieder van hen borduurde ik in allerlei kleuren borduurgaren een servet met onze namen en datum. Ze lagen op hen te wachten op de mooi gedekte tafels. Aan het einde van de avond mocht iedereen het servet mee naar huis nemen als herinnering.

Ik houd van borduren en zeker ook van letters borduren. Maar het mooist vind ik om toepasselijke letters, woorden, regels te borduren die een verband aangaan met de functie van het textiel object: een hemd, een zakdoek, een servet.