Op het moment dat ik dit artikel publiceer, is de tentoonstelling ‘Continue This Thread’ in het Amsterdam Museum aan de Amstel ingericht. Vanaf 17 februari tot 3 september kun je genieten van een aantal kabinetten, gevuld met werk van de Amsterdamse modeontwerpers Karim Adduchi en Tess van Zalinge. Ze combineren hun werk met historisch en modern textiel dat zij kozen uit de collectie van het museum. Conservator Roberto Luis Martins begeleidde hen daarbij en voegde er ook nog andere speciale stukken aan toe. Het is een expositie waarin de kracht en verbinding van handwerken te zien is, vanuit een historisch perspectief, maar ook met een visie op deze tijd.
Smockwerk in een damesblouse
Voor mij als textielliefhebber was het natuurlijk een feest om te helpen bij de voorbereiding. Dat deed ik samen met collectiemedewerker Marjolein de Bakker, die mij veel heeft geleerd in de tijd dat ik vrijwilliger ben.
Losse kraag vastgezet
Vlinderspelden! Ik had er, voor ik vrijwilliger werd, nog nooit van gehoord. Het zijn heel dunne spelden die je gebruikt om textiel mee vast te zetten. Omdat ze zo dun zijn, komt er geen beschadiging in de stof.
Ik gebruikte ze onder andere om merklappen vast te zetten op paneeltjes, die ik had bekleed met flanel. Paneeltjes maken leerde ik dus ook. Ondertussen hoef ik over dit onderdeel niets meer te vragen en ziet het er, al zeg ik zelf, goed uit.
Tas en patchwork
Tijdsplanning is natuurlijk erg belangrijk bij het tot stand brengen van een tentoonstelling. Op 26 januari, aan het einde van de middag, was alles in het depot klaar en ingepakt.
Katoenen tunnel aan een gehaakt sprei
Daarvoor naaide ik nog een tunnel aan een gehaakte sprei en gaf ik een torso twee nylonkousen armen. Dozen werden gevuld, paspoppen aangekleed en in kledingdozen geplaatst, strijkplank en strijkijzer werden niet vergeten, net zo min als naaigerei. Op 30 januari bracht een vrachtauto alles naar het museum.
Doorkijkje kabinetten
Toen ik op 31 januari de tentoonstellingsruimtes binnen kwam, zag ik dat een groot deel van het ontwerp al klaar was.
Er kon begonnen worden met uitpakken en inrichten.
Tunnel handmatig vastnaaien
Ook toen deed ik allerlei klusjes.
Stilleven met bloemenrolmaat
Samen werkten we in een fijne sfeer door. Heerlijk om aan mee te werken en verrassend om mee te maken.
Uitgepakte dozen in de hal
Je ziet bijzondere stukken binnenkomen, zoals textiel uit het Verzetsmuseum. Heel wat om het vast te houden; dat vind ik altijd als het over historisch textiel met een verhaal gaat.
Ik kreeg even het gevoel heel dichtbij slachtoffers van de tweede wereldoorlog te komen.
In de laatste zaal komt mijn colbert te hangen dat Evelien Verkerk zo prachtig zichtbaar heeft gerepareerd. Ik schreef er op dit blog het artikel ‘Over gaten zichtbaar herstellen’ over. Daarna werd ik ook nog gevraagd om een artikel over dit colbert te schrijven voor het blog van ModeMuze. Geweldig natuurlijk! Je kunt het HIER lezen. Het doet me goed om te zien dat er zo enthousiast op wordt gereageerd. Ik werd er ook op aangesproken op de winterdag van de Nederlandse Kostuumvereniging.
Langzaam kwam alles samen en zag je een fantastische tentoonstelling ontstaan. Een presentatie waar we met z’n allen hard aan werkten.
Wat ik ga aantrekken op de opening weet ik nog niet. Als ik tijd heb, duik ik misschien nog even achter de naaimachine.
Mijn volgende artikel zal weer een brief zijn. Dit keer aan Bregje. Ze is een vrouw waar ik de afgelopen tijd erg van ben gaan houden. Op 16 februari publiceer ik de brief en ik weet nu al zeker dat lezers haar ook een bijzondere vrouw zullen vinden.
Wat doe je als je één dag Parijs bent om aan het eind van die dag naar de modeshow van Sheltersuit Label te gaan en ’s avonds weer terug naar Amsterdam? Winkelen? Nou nee. Tentoonstellingen bekijken? Ja!
In de NRC van 18 februari las ik een artikel van Milou van Rossum over zes tentoonstellingen waar kleding van Yves Saint Laurent naast kunstwerken staat of hangt.
Yves Saint Laurent (1936 – 2008) was een couturier die vanuit vorm en stoffen dacht. Hij en zijn partner Pierre Bergé hadden een grote kunstverzameling. Saint Laurent gebruikte die als inspiratie voor zijn collecties.
Yves Saint Laurent in 1971 gefotografeerd door Jean Loup Sieff voor de reclame van het parfum YSL pour Homme
Na het lezen van het artikel dacht ik direct dat ik alle zes tentoonstellingen wou zien. Dat zou niet gebeuren. Ik zag er vorige week vrijdag drie van de zes.
‘Yves Saint Laurent aux Musées’ heet de tentoonstelling verdeeld over Centre Pompidou, Musée d’Art Moderne, Musée du Louvre, Musée d’Orsay, Musée National Picasso Paris en Musée Yves Saint Laurent Paris.
Om elf uur liep ik Centre Pompidou binnen, met de roltrappen omhoog en op de vijfde verdieping was er meteen de eerste blikvanger: het schilderij uit 1940 van Henri Matisse ‘La blouse Roumaine’ met daarnaast het ontwerp van Saint Laurent (herfst/winter 1981). Ik werd gepakt door die combinatie; er zouden nog meer van dat soort ervaringen volgen.
Nu kun je natuurlijk denken: makkelijk, een kopie van een schilderij op een blouse! Saint Laurent heeft daarover gezegd: ‘Ik heb ze niet gekopieerd – wie zou het wagen om dat te doen?’
Naast de beroemde Mondriaanjurk uit 1965 hangt het schilderij Compositie in rood, blauw en wit II van Piet Mondriaan uit 1937.
Een bont geappliqueerde jurk (herfst/winter 1979-1980) in een zaal met werk van Robert Delaunay.
Hoogtepunt voor mij was de combinatie van het schilderij ‘The Moon’ van Gary Hume naast de ‘Hommage à Tom Wesselman’jurk (collectie Pop-Art, herfst/winter 1966-1967), gemaakt van wollen jersey met de afbeelding van een half vrouwenlichaam.
Schilderij ‘Zwart Wit’ (1988)van Elsworth Kelly naast een avondjurk Herfst/Winter 1965
Alle combinaties van kleding en kunst waren sterk, kijkavonturen van een hoog esthetisch genot. Ze maken verbindingen duidelijk tussen meesterwerken uit verschillende disciplines.
Na Pompidou ging ik naar het kleine, intieme Musée Yves Saint Laurent in de Rue Marceau. Ik was daar al eens geweest, maar toen was het nog niet verbouwd. Kroonluchters en gedrapeerde gordijnen heetten me welkom.
Schetsen vol leven!
Te zien waren daar wanden vol levendige ontwerpschetsen van diverse collecties, hoedenmallen in allerlei vormen, proeven voor borduursels en een kamer vol toiles (proefmodellen in ongebleekt katoen).
Hoedenmallen in diverse vormen
Een collage van borduurproeven
Proefmodel van het beroemde Safari-jasje uit Lente/Zomer 1969
In Pompidou had ik de avondcape gezien naast het schilderij ‘Le Violon’ (1914) van Pablo Picasso, maar hier zag ik ook de ontwerpschets en het proefmodel.
In Pompidou was ik ook erg onder de indruk van de mini-jurk met golf en stip die was opgesteld naast het werk van de door mij zeer bewonderde Etel Adnan (1925-2021).
Cocktailjurk Herfst/ Winter 1966/1967
Rechts de ontwerptekening van de cocktailjurk
De ontwerpschets van die jurk van Saint Laurent was ook te zien op die wanden vol tekeningen. Net als het ontwerp voor de Mondriaanjurk.
Twee schetsen van de Mondriaanjurk
Nog ruim een uur had ik over, zodat ik het vlakbij gelegen Musee l’Art Moderne nog kon bezoeken.
Collectie Herfst/ Winter 1992/1993
Het eerste dat ik daar zag, was de enorme muurschildering in de Salle Dufy: ‘La Fée électricité’ (1937) van Raoul Dufy. Midden in die zaal waren drie glanzende outfits geplaatst. Fabelachtig van kleur en kleurcombinaties. Wonderschoon vond ik het geheel.
Dwalend door het museum kwam ik meer verbindingen tegen.
Feestelijke rokken met blouses (lente/zomer 2001) in de kleuren van de schilderijen van Pierre Bonnard uit 1930.
Jasjes en een jurk met een grafisch patroon hingen naast het schilderij ‘Le dejeuner sur l’herbe’ (1964) van Alain Jacquet.
Bij de grote muurschildering in blauw grijze tinten ‘La Danse inachevée’ (1931) van Matisse was een avondcape in dezelfde tinten geplaatst.
In de grote zaal met ander groot werk van Matisse, ‘La Danse’ (1931-1933), stond een zwarte jas met aan beide kanten een zwart-crème avondensemble.
Drie prachtige tentoonstellingen zag ik die in mijn beleving de bekende modetentoonstellingen ontstegen. Ze brachten het werk van Saint-Laurent in verbinding met kunst. De jurken en jassen werden onderdeel van een opstelling die een verrassend effect op me had. Vernieuwend en verfrissend. Mooi en goed was het om kleding in een andere context te zien dan in de geijkte orde van een min of meer normale modetentoonstelling.
Het schijnt overigens dat er nog een goede catalogus gaat komen. Het ‘boekje’ met een paar foto’s en teksten in het Frans heb ik maar laten liggen in de winkel.
Parijs, de stad van de mode liet me ook nog mode van nu zien. In de Rue de Rivoli kwam ik een ‘wolk van tule’ tegen die ik met toestemming mocht fotograferen. Van welke ontwerper het is weet ik niet, maar ik vond het een prachtig beeld.
De catalogus van de tentoonstelling ‘Haute Bordure’ (Geborduurde kleding en accessoires in Nederland 1620-2020) heb ik al maanden in huis. Tot voor kort was de tentoonstelling helaas niet te zien. Corona hield de deuren van het Fries Museum in Leeuwarden een half jaar dicht. Afgelopen zaterdag gingen alle musea in Nederland gelukkig weer open. Maandag gingen we dus naar Leeuwarden. Natuurlijk laat ik in dit blog niet alles zien, want dan is de verrassing eraf als je erheen gaat. Daarom veel detailfoto’s en af en toe een kledingstuk in zijn geheel.
De mooi uitgevoerde catalogus en het informatieboekje met het campagnebeeld
Borduren, ik heb er al vaker over geschreven op dit blog. Je hebt er alleen naald en garen, een lapje stof en wat kennis van borduursteken voor nodig. De tentoonstelling neemt je mee in de geschiedenis van het borduren. Als presentatiebeeld voor de tentoonstelling is gekozen voor een jongeman die een jas van Dries van Noten draagt uit de zomercollectie van 2015.
Viktor & Rolf, First Couture Collection 1998
De tentoonstelling is opgebouwd rond een aantal thema’s: Pronken, Luxe, Techniek, Patroon, Wit op Wit, Mode en Royalty. In de werkelijkheid van de zalen is er overlap en lopen die thema’s nog al eens door elkaar. Als binnenkomer zie je bij Pronken een geborduurde jurk van Viktor en Rolf uit hun eerste First Couture Collection. Cirkels van goudkleurige pailletten en kraaltjes zijn op een grijze zijden jas geborduurd. De jas is nog in het ‘maakstadium’, dat is te zien aan de niet afgewerkte bovenkant en aan het onaffe borduurwerk dat nog in de borduurring zit en zo een soort sieraad wordt. Het is een verwijzing naar de bewerkelijkheid van het borduren en je kunt er ook enige spot in ontdekken.
Zijdeborduursel op een zijden herenjas en vest. Waarschijnlijk geborduurd door mannen.
In de zaal over Luxe valt mijn oog direct op een mooi zijden herenpak uit de 18de eeuw, vol geborduurd met bloemen en bladeren. De mouwen zijn wat naar achter geplaatst, zodat de borst naar voren wordt geduwd. Macho’s waren het, de mannen die deze pakken droegen.
Feestelijke bloemen uit verschillende seizoenen op de onderkant van een rok
Ook vrouwen waren dol op flora; op de rand van een katoenen rok uit circa 1750 zijn met wol veel bloemen uit verschillende seizoenen geborduurd. Niet helemaal duidelijk is of zo’n rok als onderrok werd gebruikt of bij een informeel feest werd gedragen, of bij een wandeling in een bloementuin.
Beeldschone bruidshandschoenen van leer, zijde, gouddraad, bouillondraad, parels en pailletten. Wat een feest zal het zijn geweest om deze aan te hebben.
Deze prachtige bruidshandschoenen (1636-1637) kreeg Cornelia Fagel (1619-1693) bij haar verloving met Nicolaas ten Hove met wie ze trouwde op 15 februari 1673. Handschoenen hadden een symbolische betekenis en een grote waarde in die tijd. Een bruidsschat zou je ze kunnen noemen. Ze zitten vol symboliek; de anjer staat voor liefde en huwelijk, de aardbei voor verleiding en sensualiteit en het viooltje voor nederigheid en het verlies van maagdelijkheid.
Mosaic Dress van Karim Adduchi uit de collectie ‘She has 99 names’ 2017
De zijden Mosaic dress van Karim Adduchi uit 2017 is gemaakt door kleermaker Najif Nasif uit Syrië, ontwerpster en borduurster Julia Ivanova uit Rusland, door de borduursters Simret Tsaedu uit Eritrea en Darifa Benhadhoum en Diana Riana uit Marokko. Een inclusief en wereldwijd kledingstuk! Uitgaande van de mozaïeken op fonteinen in Marokko ontstond het werk. Doordat elke borduurster een eigen handschrift heeft, zijn in het borduurwerk kleine onregelmatigheden te zien die de jurk een extra levendigheid geven.
Een kraplap vol geborduurd met merklapmotieven uit 1798Met zijde geborduurde bloemen op damesschoenen uit 1740-1760Winde Rienstra, Houten kraag met kruissteekborduursel uit de collectie Ithaka, 2012
In de zaal Techniek zijn verschillende borduurtechnieken te vinden op krap of kroplappen, schoenen, tassen en een verrassende geborduurde houten kraag van modeontwerpster Winde Rienstra.
Rijglijf uit Marken 1950Twee rijglijven uit Marken. Links 19de eeuw en rechts het bruidsrijglijf ook uit de 19de eeuw
Vervolgens is er de Patroonzaal met verhalen over de tentoongestelde kleding, zoals de rijglijven van Marken. Op een zo’n rijglijf zijn bloemen geborduurd met fel gekleurd garen. Op het achterpand van een ander rijglijf zie je zeven geborduurde rozen. Dit rijglijf is maar een keer gedragen: op de trouwdag; daarna wordt het nooit meer gedragen.
Blouse van Titia Henriëtte Wille-Vermaat gemaakt van een oud laken geborduurd met dik katoenen garen (1940-1945)
Er zijn ook twee blouses te zien die zijn gemaakt in de Tweede Wereldoorlog. De schaarste van toen vroeg om creativiteit en inventiviteit. Een blouse gemaakt van een oud laken werd versierd met een bont patroon van geborduurde bloemen met garen dat niet op de bon was. Zo zag je er als jonge vrouw toch bijzonder uit. Een blouse met zo’n verhaal roept bij mij ontroering op.
Ingrijpsteek, platsteek, steelsteek en Frans knoopje op een vermaakte japon uit 1825-1838Linnen herenvest uit de 18de eeuwEen serie van drie tipdoeken gedragen op zijden jurken en jak uit de 17de en 18de eeuw
Wit op wit is het thema van de volgende zaal. Van doopjurk tot zakdoek, van japon tot een herenvest, en wat te denken van de prachtige tipdoeken die vrouwen in de 18de eeuw droegen om hun decolleté te bedekken. De achterkant zal veel bekeken zijn door de achterbuurvrouw als ze in de kerk zaten.
Zwart borduursel op een meisjesjurkje in neteldoek. Rouwkleding is niet alleen voor volwassenen (1915-1925)
Van een ontroerende schoonheid vond ik het rouwjurkje (1915-1925) van een jong meisje. Zwarte linten en een bloemmotief zijn op de onderkant geborduurd. Voor kinderen bestond rouwkleding in die tijd uit wit met zwarte borduursels; volwassenen gingen geheel in het zwart gekleed. Voor zo’n meisje moet het heel wat zijn geweest om zo je verlies te laten zien aan de buitenwereld.
Voliminieuze heupen voor in jurken die gedragen werden in het tweede helft van de 18de eeuw. Ook jonge meisje moesten hier aan geloven.
De grote zaal staat in het teken van Mode door de eeuwen heen. Heel mooi, maar ook een toevallige ontmoeting van hoogtepunten. Een robe à la Française voor een volwassene staat naast een uitvoering voor een jong meisje (1740-1746). Bij de rok was een briefje toegevoegd waarop stond dat Magdalena van Reyen deze kleurrijke bloemen op de rok borduurde toen ze in Delft bij juffouw Jacob naar school ging. Jammer dat het briefje niet te zien is.
Avondjurk uit de collectie ‘Forget your troubles’ (2012) van Edwin Oudshoorn Couture
Bekende namen zoals uit het verleden de modeontwerpers Dick Holthaus en Frans Govers ontbreken niet. Van de modeontwerpers van nu vond ik het driedimensionale borduurwerk op de avondjurk van Edwin Oudshoorn van een grote schoonheid en inventiviteit.
Detail van de jurk uit de collectie ‘8 Pieces’ (2014) van Claes Iversen
De jurk van Claes Iversen is geborduurd met pailletten, kralen en strass stenen, die hij combineerde met metalen ringetjes, schroefogen en duimen, sleutels en schaartjes die te vinden zijn op de bouwmarkt. Wonderlijk en spannend.
Een elegant wollen jasje geborduurd met zijde uit 1910. Tijdloos en elegant
Een beeldschoon jasje met borduurwerk ontworpen door siersmid Hendrik Jan Winkelman in 1910 en geborduurd door zijn vrouw Maria Winkelman-Sanders. Het doet denken aan de glas-in-loodramen in de stijl van de Amsterdamse School.
Met de hand zijn duizenden kleine kraaltjes en strass steentjes op deze feestelijke jurk gezet
Mooi is ook de japon uit 1923-1924 van zijde en linnen waarop een Egyptisch patroon in kraaltjes is geborduurd dat associaties oproept aan de ontdekking van de grafkamer van Toetanchamon. Ik zie de jurk al dansen op een feest.
De tentoonstelling eindigt met jurken gedragen door de drie koninginnen van vroeger en door de koningin van nu. Mag natuurlijk als publiekstrekker niet ontbreken, maar voor mij hoeft het niet. Zo’n grote rol spelen de Oranjes nou ook weer niet in de borduurwereld.
’Haute Bordure’ is zeker een tentoonstelling waar je heen moet gaan als je geïnteresseerd bent in borduren. Toch wringt er iets bij me. Het campagnebeeld van de jongeman in zijn geborduurde outfit van Dries van Noten gaf me hoop dat er meer mannenkleding te zien zou zijn. Natuurlijk zijn er de zijden mannenpakken uit de 18de eeuw, maar was er echt niet meer te vinden in de herenmode van jonge ontwerpers van nu? De expositie legt nu veel accent op de vrouw en geeft daarmee de indruk dat borduren vooral bij vrouwen hoort en dat mannen in die wereld een uitzondering zijn.
Brutaal borduurwerk op de Dutch flag anti suit (2015) van Bas Kosters
En dan, waar is het brutale aspect van het borduren? Borduren op kleding kan ook verzet zijn. Of agressie. De tentoonstelling is mooi en braaf. Bekend terrein voor mensen die iets van textiel en mode weten. Er worden geen nieuw verhalen verteld, geen nieuwe verbindingen gelegd die jongeren zouden kunnen aanspreken. Ik denk bijvoorbeeld aan Bas Kosters die in zijn werk borduren op een andere manier inzet. Dat zijn misschien niet de uitgangspunten geweest voor deze tentoonstelling, maar ik mis de uitingen die borduren iets van nu maken. Dat had ik liever gezien dan het commerciële cliché Gucci jeans jack met borduursels dat een fortuin kost.
De Indiase zijden sari die van moeder op dochter ging. Gekocht in Calcutta in 1998
Was er nu alleen maar dat vest uit Perzië te vinden en de sari met kantha borduurwerk uit India? Sinds eeuwen wonen er in Nederland mensen van veel verschillende nationaliteiten. Daar zijn, ook op borduurgebied, prachtige voorbeelden van te vinden. Wat te denken van de producten die de vrouwen van Ateliers Wereldwijven in Dordrecht maken? Ruim 85 vrouwen met wortels in alle hoeken van de wereld – van Irak, Iran, Marokko en Turkije, tot Somalië, Burundi en de Antillen en uit Nederland zijn daarbij aangesloten. Ze leren er de Nederlandse taal en maken ambachtelijke producten voor de verkoop waarbij borduren ook een onderdeel is. Een prachtig initiatief dat voor verbinding zorgt. In deze tentoonstelling hadden die een geweldige plek kunnen krijgen om zo hun invloed te laten zien in de borduurwereld van nu. De expositie is erg ‘wit’, en dan bedoel ik niet het wit op wit borduursel.
Waar zijn de borduurders/sters van nu?
Kralenborduurwerk op zijden organza van Monique van MunsterKort jasje met goudkleurige, rechthoekige pailletten van Saskia ter Welle
Het prachtige werk van Monique van Munster en Saskia ter Welle? Twee vrouwen die cursussen Haute couture borduren geven, het vak levend houden en studenten hebben die nieuwe moderne borduursels ontwikkelen?
Annewil Ravensbergen, eindcollectie ‘I like big dots and cannot lie’ Artez 2016
Een aantal jaren geleden studeerde een ex-leerling van me af bij Artez in Arnhem. De collectie van Annewil Ravensbergen was vol geborduurd met moderne pailletten van plexiglas.
Waar is het werk van Golden Joinery, een niet commercieel collectief dat met gouddraad werkt en zo kapotte kleding rijker maakt? Ze geven regelmatig workshops waarbij je oude kledingstukken een nieuw leven geeft.
Met wat zoeken hadden die een mooie plaats kunnen krijgen in de tentoonstelling als het onderdeel ‘Borduren nu’.
En als slot, wie waren die mannen en die vrouwen die al dit prachtigs hebben gemaakt? Hoe was en is hun sociale status? Zijn ze normaal betaald of werden ze uitgebuit? In de catalogus staat dat er meer onderzoek naar gedaan moet worden. Dat er al patroonboeken zijn sinds de 16de eeuw, maar dat er nog veel te onderzoeken is. Was zo’n boek niet te lenen uit een of ander museum? Zijn, met wat zoeken, de namen van de borduursters van nu niet te vinden? Of op zijn minst het atelier in India waar Dries van Noten zijn borduursels laat uitvoeren?
Waarom staan wel de namen van de borduursters van de Mosaic jurk van Karim Adduchi in de catalogus en niet op het bordje bij de jurk zelf? Dat is een gemiste kans om het publiek dat de catalogus niet mee naar huis neemt te laten zien dat nieuwkomers vanuit hun achtergrond veel kennis en ervaring bijdragen aan de Nederlandse cultuur.
Om dit gemis van al die anonieme namen van de makers van die prachtige kledingstukken en accessoires wat goed te maken, zou het een mooi idee geweest zijn om de tentoonstelling aan hen op te dragen.
Het laatste boek in de trilogie van het nieuwe Zeeuws Meisje, het fotoproject van Rem van den Bosch, gaat over ‘Broederschap’. In het woordenboek staat bij die term onder andere dat het gaat over de ‘band tussen mensen van een volk’.
Wat verbindt ons met elkaar is de vraag en hoe kunnen we met elkaar omgaan in de tijd waarin we leven? Corona heeft ons in zijn macht maar toch moeten we de moed erin houden en proberen om elkaar niet ziek te maken, fysiek niet en psychisch niet. Contact maken en in gesprek blijven kan een manier zijn om veranderingen in gang te zetten en te houden.
Wat heeft dit alles met mijn liefde voor textiel te maken (want daar gaat dit blog over)? Omdat ik een grote interesse heb in de geschiedenis van streekdracht ging ik deze week op zoek naar het fotoboek van Cas Oorthuys ‘Klederdrachten’ in de serie ‘De schoonheid van ons land’ uit 1962. Ik wou het al lang hebben, kocht een prachtig exemplaar voor een prikkie via boekwinkeltjes.nl en gisteravond werd het bezorgd. Het is een boek vol zwart-wit foto’s, gemaakt in een tijd dat er nog volop streekdracht werd gedragen in bepaalde plaatsen in Nederland. In het boek staan authentieke foto’s van mannen en vrouwen die het toen nog heel gewoon vonden om dagelijks dracht te dragen. Je kunt zien dat ze er trots op zijn. Het is een bijzonder boek over mensen die hun dagelijks werk uitvoerden, vol echtheid, vol vreugde en droefenis. Ook de Zeeuwse dracht staat er in.
Dracht is geen vaststaand gegeven. Dracht is ook onderhevig aan mode, bijvoorbeeld aan stoffen die trendy zijn. Toen trevira en nylon in de mode kwamen en werden gebruikt in burgerkleding kwamen deze stoffen ook voor in bijvoorbeeld de beuk: de borst- en ruglap die vaak te zien is in de Zeeuwse dracht.
Het boek Broederschap laat de traditionele dracht zien in stoffen van nu die bedrukt zijn met foto’s die Rem van den Bosch maakte bij de thema’s van zijn boek. Naast Zeeuwse meisjes staan er in dit boek ook Zeeuwse jongens in mannendracht, gemaakt met dezelfde stoffen die de nieuwe Zeeuwse meisjes dragen.
Naast foto’s staan er in deze aflevering ook weer prachtige interviews over dit thema. In het voorwoord schrijft Marlies Matthijsen: ‘De liefde voor het ambacht spat van de foto’s. En de interviews in dit boek geven hopelijk net een ander perspectief op leven en werken, op hoe we er samen een kleurrijke en zinvolle wereld van kunnen maken. In de hoop naar een nieuwe revolutie: naar broederschap en vertrouwen in plaats van concurrentie en wantrouwen. Naar duurzaam in plaats van wegwerp. Naar circulair in plaats van lineair.’
Van oorsprong was dracht natuurlijk bij uitstek kleding waar je lang mee deed. Mensen die dracht droegen, waren zuinig op hun kleren. Ze gingen er zorgvuldig mee om en ze repareerden hun kleren als die stukgingen. Ze hadden ook geen kasten vol kleding, in tegenstelling tot veel mensen van nu met kleerkasten die uitpuilen. Tegenwoordig wordt kapotte kleding vaak weggegooid want we weten niet meer hoe je iets kunt herstellen. Daar komt bij dat we vaak voor weinig geld nieuwe kleren kunnen aanschaffen.
Nu lijkt het me niet zo geweldig als we allemaal weer in dracht gaan lopen. Die tijd is geweest en definitief voorbij. We willen en kunnen ook niet meer terug naar een gesloten wereld met strenge regels. We kleden ons nu zoals we geworden zijn: minder uniform dan vroeger, met meer oog voor het individuele. Maar iets van de mentaliteit van de dracht zou wel terug mogen komen: het op waarde schatten van de kleding die je draagt, er zorgvuldig mee omgaan en, als dat kan, kapotte kleding herstellen. Het zou een mooie stap voorwaarts zijn naar een duurzame wereld van broederschap wanneer steeds meer mensen zich zouden kleden vanuit die uitgangspunten.
De Zeeuwse meisjes (en jongens) uit de boeken van Cas Oorthuys en Rem van den Bosch leren ons dat verbinding maken belangrijk is en dat je dat kunt afzien aan de manier waarop je je kleedt.
De drie boeken van het Zeeuws Meisje project zijn te bestellen via de site van Zeeuws nu: https://zeeuwsmeisje.nu/