Het laatste boek in de trilogie van het nieuwe Zeeuws Meisje, het fotoproject van Rem van den Bosch, gaat over ‘Broederschap’. In het woordenboek staat bij die term onder andere dat het gaat over de ‘band tussen mensen van een volk’.

Wat verbindt ons met elkaar is de vraag en hoe kunnen we met elkaar omgaan in de tijd waarin we leven? Corona heeft ons in zijn macht maar toch moeten we de moed erin houden en proberen om elkaar niet ziek te maken, fysiek niet en psychisch niet. Contact maken en in gesprek blijven kan een manier zijn om veranderingen in gang te zetten en te houden.

Wat heeft dit alles met mijn liefde voor textiel te maken (want daar gaat dit blog over)? Omdat ik een grote interesse heb in de geschiedenis van streekdracht ging ik deze week op zoek naar het fotoboek van Cas Oorthuys ‘Klederdrachten’ in de serie ‘De schoonheid van ons land’ uit 1962. Ik wou het al lang hebben, kocht een prachtig exemplaar voor een prikkie via boekwinkeltjes.nl en gisteravond werd het bezorgd. Het is een boek vol zwart-wit foto’s, gemaakt in een tijd dat er nog volop streekdracht werd gedragen in bepaalde plaatsen in Nederland. In het boek staan authentieke foto’s van mannen en vrouwen die het toen nog heel gewoon vonden om dagelijks dracht te dragen. Je kunt zien dat ze er trots op zijn. Het is een bijzonder boek over mensen die hun dagelijks werk uitvoerden, vol echtheid, vol vreugde en droefenis. Ook de Zeeuwse dracht staat er in.

Dracht is geen vaststaand gegeven. Dracht is ook onderhevig aan mode, bijvoorbeeld aan stoffen die trendy zijn. Toen trevira en nylon in de mode kwamen en werden gebruikt in burgerkleding kwamen deze stoffen ook voor in bijvoorbeeld de beuk: de borst- en ruglap die vaak te zien is in de Zeeuwse dracht.

Het boek Broederschap laat de traditionele dracht zien in stoffen van nu die bedrukt zijn met foto’s die Rem van den Bosch maakte bij de thema’s van zijn boek. Naast Zeeuwse meisjes staan er in dit boek ook Zeeuwse jongens in mannendracht, gemaakt met dezelfde stoffen die de nieuwe Zeeuwse meisjes dragen.

Naast foto’s staan er in deze aflevering ook weer prachtige interviews over dit thema. In het voorwoord schrijft Marlies Matthijsen: ‘De liefde voor het ambacht spat van de foto’s. En de interviews in dit boek geven hopelijk net een ander perspectief op leven en werken, op hoe we er samen een kleurrijke en zinvolle wereld van kunnen maken. In de hoop naar een nieuwe revolutie: naar broederschap en vertrouwen in plaats van concurrentie en wantrouwen. Naar duurzaam in plaats van wegwerp. Naar circulair in plaats van lineair.’


Van oorsprong was dracht natuurlijk bij uitstek kleding waar je lang mee deed. Mensen die dracht droegen, waren zuinig op hun kleren. Ze gingen er zorgvuldig mee om en ze repareerden hun kleren als die stukgingen. Ze hadden ook geen kasten vol kleding, in tegenstelling tot veel mensen van nu met kleerkasten die uitpuilen. Tegenwoordig wordt kapotte kleding vaak weggegooid want we weten niet meer hoe je iets kunt herstellen. Daar komt bij dat we vaak voor weinig geld nieuwe kleren kunnen aanschaffen.
Nu lijkt het me niet zo geweldig als we allemaal weer in dracht gaan lopen. Die tijd is geweest en definitief voorbij. We willen en kunnen ook niet meer terug naar een gesloten wereld met strenge regels. We kleden ons nu zoals we geworden zijn: minder uniform dan vroeger, met meer oog voor het individuele. Maar iets van de mentaliteit van de dracht zou wel terug mogen komen: het op waarde schatten van de kleding die je draagt, er zorgvuldig mee omgaan en, als dat kan, kapotte kleding herstellen. Het zou een mooie stap voorwaarts zijn naar een duurzame wereld van broederschap wanneer steeds meer mensen zich zouden kleden vanuit die uitgangspunten.

De Zeeuwse meisjes (en jongens) uit de boeken van Cas Oorthuys en Rem van den Bosch leren ons dat verbinding maken belangrijk is en dat je dat kunt afzien aan de manier waarop je je kleedt.
De drie boeken van het Zeeuws Meisje project zijn te bestellen via de site van Zeeuws nu: https://zeeuwsmeisje.nu/