
Sinds anderhalf jaar ben ik een dag per week vrijwilliger op het textieldepot van het Amsterdam Museum. Dat depot is in Amsterdam noord en ik ga er altijd heen op de fiets en met de pont. Voor mij als textielliefhebber is het een walhalla in het kwadraat.

Ladenkasten vol schitterend textiel, van fantastische merklappen tot sexy ondergoed, van waanzinnige waaiers tot sublieme schoenen uit de 18de eeuw. Verrijdbare kasten vol kleding van alle rangen en standen, keurig geordend en feilloos geregistreerd in het digitaal archief.
Ik leer er veel over (oud) textiel en kleding: hoe je kleren moet vervoeren (altijd aan de binnenkant vast houden), hoe je een silhouet aanpast op een paspop (laagjes fiberfill opnaaien net zo lang tot het klopt), hoe je etalagepoppen in elkaar zet en aankleedt (altijd de armen eraf en als de jurk er op zit heel voorzichtig de armen er weer aanzetten). Ik maakte er armen van opgevulde nylonkousen, beschreef kledingstukken voor het digitaal archief en deed nog heel wat meer.

Natuurlijk moet ook alles gefotografeerd worden. Dat gebeurt door Monique Vermeulen in de professionele studio in het depot. Ze maakt haarscherpe foto’s en ik help haar vaak een handje in die heerlijke wereld van licht en lenzen.

Voor de komende tentoonstelling ‘Continue the Thread’ (17 februari t/m 3 september 2023), over handwerktechnieken in het Amsterdam Museum moest een serie stoplappen gefotografeerd worden. Stoplappen zijn oefenlappen van linnen, katoen of wol waarop meisjes handwerktechnieken leerden.

Van de 17de eeuw tot het begin van de 20ste eeuw kregen meisjes les in het herstellen van beschadigd textiel. Na hun lagere school werden ze vaak linnennaaister bij een rijke familie. Er werd van hen verwacht dat ze textiel met scheuren, gaten en slijtageplekken goed konden repareren, zo onzichtbaar mogelijk het liefst. Textiel was duur en je moest er zuinig mee omgaan. Dat je daarvoor inzicht in weefsels, in de ketting en inslag, moest krijgen was een onderdeel van het leerproces.

Stel het je voor: je krijgt een linnen lap waar de handwerklerares een groot gat in heeft geknipt en jouw opdracht is om dat gat zo mooi mogelijk te dichten. Eerst span je er draden overheen die de ketting moeten voorstellen. Daarna weef je er, in een patroon keurig de inslagdraden doorheen. Bedenk dat wij goede lampen hebben en dat er in die tijd geen elektrisch licht was.
Voor meisjes met twee linker handen moet zo’n opdracht een straf zijn geweest. Frustrerend als het niet lukte en je een onvoldoende kreeg van die strenge handwerkjuffrouw.

Voor meisjes die het leuk vonden, was het vast een feest om met allerlei kleuren garen een mooie stop te maken en zo een lap te vullen.

In de collectie van het Amsterdam Museum zijn geweldig mooie stoplappen te vinden. In principe komen alle voorwerpen in de collectie van het museum uit Amsterdam.

De oudste is uit 1699, gemaakt door Aaltie of Aaltje Dircks Kruis. Met dun zijden garen heeft ze van een linnen lap een waar stopkunstwerk gemaakt. Veertien jaar was ze toen ze met haar dunne meisjesvingers hieraan geconcentreerd heeft gewerkt. Waar ze het stoppen heeft geleerd, is niet bekend, misschien in het Burgerweeshuis in Amsterdam.

In de collectie zijn grote stoplappen opgenomen, maar ook werk van kleiner formaat.

Meestal zijn ze vierkant, sommige in de vorm van een rechthoek. De indelingen zijn altijd anders. De hoeveelheid stoppen heeft te maken met de grootte van de lap. Gekleurd garen, meestal zijde en soms katoen, werd gebruikt om de weefpatronen zichtbaar te maken.

Op veel stoplappen staan de naam of de initialen van de maakster en het jaar waarin de lap is gemaakt. De initialen zijn goed te lezen, maar het is vaak niet meer te achterhalen wie achter die initialen zit.

Heel soms staat op de lap informatie over de plek waar de stopster woonde.

De stoppen zelf zijn variaties op de eenvoudige linnenbinding en op de moeilijker keper- en satijnbinding.

De moeilijkste stop was het gat dat aan de zijkant of in een hoek werd geknipt. Zie dat dan maar weer eens goed te krijgen: je hebt aan een kant geen stof waar een kettingdraad aan vastgezet kan worden.

Je moet engelengeduld en inzicht voor hebben om dat goed voor elkaar te krijgen.

Er is ook een meisje geweest dat haar lap niet heeft afgemaakt. Ergens in de 19de eeuw heeft ze zestien vakjes waarin een stop moest komen met zwart garen afgezet. Daarvan heeft ze er zeven afgemaakt, aan de achtste is ze net begonnen: de kettingdraden zijn gespannen en een deel is al gedaan.

Waarom zou ze het niet afgemaakt hebben? Vond ze het heel moeilijk of had ze er geen zin meer in? Haar stoppen zien er niet perfect uit zoals op andere stoplappen, maar ik zou het waarschijnlijk nog slechter hebben gedaan.
Stoplappen zijn eigenlijk altijd prachtig. Hoeveel je er ook ziet in je leven (of zelf hebt…🫣): het blijven bewonderenswaardige handwerken! En het gekke is dat half afgemaakt handwerk altijd spreekt tot de verbeelding. Ik hoop altijd maar dat het niks dramatisch was, wat in die tijd ook nog goed kon….
Nog niet lang geleden ontdekte ik dat de maakster van een handwerk was overleden t.g.v een mazelenepidemie bijvoorbeeld, met veel slachtoffers.
LikeGeliked door 1 persoon
Dag Josefien, Ik heb ook altijd dit soort gedachtes bij het kijken naar stoplappen en ander textiel. Wie was de maakster en vond ze het leuk om te doen of had ze er een hekel aan. Hoe was haar persoonlijke situatie, ziekte, ouders overleden, eenzaam of gelukkig? Soms kom je iets te weten uit iemands persoonlijke geschiedenis. Vaak vind ik het zo jammer dat die kleine geschiedenissen van de gewone man of vrouw zo weinig aan bod komen. Fijne dag en dank voor je reactie.
LikeLike
Het mooie aan half afgemaakte stoppen vind ik dat je de opbouw zo mooi kunt zien. Het gat werd dus eerst vierkant gemaakt en dan omgeslagen met draad. Dat zal het lubberen wel tegengegaan zijn.
De kettingdraden op de niet afgemaakte stop lijken mij te los, misschien dat het daarom niet afgemaakt is? Mooi dat er omheen ook van keperbinding gebruik is gemaakt.
Ik weet niet of ik er nu het geduld voor zou hebben, maar intrigerend is het wel.
LikeGeliked door 1 persoon
Dag Anna, Mooi je reactie op het artikel. Ja, dat soort vragen roept het allemaal op, bij mij ook.
Hartelijke groet van Jan
LikeLike
Prachtig. Misschien kom je zo’n prachtige lap tegen van Gerda de Lange. Zij woonde rond 1888 in het Burgerweeshuis in Amsterdam.
LikeGeliked door 1 persoon
Dat zou wel heel erg leuk zijn om een lap van haar te ontdekken! Lieve groet
LikeLike
Jan, dankjewel voor je verhelderende verslag.
LikeGeliked door 1 persoon
Inspirerend en leuk wat je allemaal met ons deelt. En vrijwilligerswerk bij zo een archief, dat is inderdaad in het Walhalla rondlopen. Ga vooral zo door!
LikeLike
Ha Monic, dank voor je reactie en natuurlijk ga ik door!
LikeLike
Zo leuk om mee te mogen kijken en lezen! Dank. Ben benieuwd waneer deze tentoonstelling opent. Zag het nog niet vermeld op site van A’dam museum. Ga het in de gaten houden.
Groet,
Larsia Braakman
LikeLike
Dag Larissa, Het klopt dat de tentoonstelling nog niet op de site staat maar de data zijn van 17 februari t/m 3 september 2023. Wie weet zien we elkaar. Hartelijke groet van Jan
LikeLike
Prachtig wederom Jan!
LikeLike