Als je jarig bent, vier je dat. Soms met een groot feest met veel vrienden, een andere keer met z’n tweeën. Mijn verjaardagsfeest vierde ik uitbundig met mijn lief tijdens het bezoek aan de tentoonstelling ‘Paul Poiret, la mode est une fête’ in het altijd prachtige Musée des Arts décoratifs aan de Rue de Rivoli in Parijs.

Een groot feest was het, een geweldige gebeurtenis.

Ik moest me soms inhouden om niet luidkeels te jubelen bij het zien van al die bijzondere kledingstukken.

Diep zuchten deed ik soms wel om al die schoonheid en fantasie.

Paul Poiret (1879-1944) zei over zichzelf dat hij kunstenaar was en geen kleermaker. Hij bedoelde daarmee dat hij naast het ontwerpen van kleding veel meer kon en deed. Hij was keramist, parfumontwerper, decorateur, kunstcriticus, kunstverzamelaar, zakenman, wijnhandelaar, dichter, theaterdirecteur en ja, hij kon ook patronen maken, stof snijden en was dus ook couturier. In de tentoonstelling zie je zijn ontwerpen vanaf 1906 tot 1928. Daarnaast zijn er kledingstukken te zien van modeontwerpers die zich door hem hebben laten inspireren.

Al bij het binnenkomen in de eerste ruimte weet je dat het een geweldige museumervaring gaat worden. Een feestelijke happening. De wanden vol kleur gaan een prachtige verbinding aan met de fantasievolle ontwerpen uit begin 1900.

Vanaf 1903 heeft Poiret een eigen modehuis op nummer 5 Rue Auber, achter de Opéra Garnier.


De eerste jaren maakt hij nog jurken die op dat moment ‘en vogue’ zijn zoals deze fluwelen jurk met rozen of de japon met borduursels van bijen.

De Gavarni-jurk uit 1906 van grijs getailleerd linnen met grijze stofknopen en geaccentueerde coupenaden komt erg mooi uit tegen de twee-kleuren-groene achterwand. Onder zo’n jurk werd natuurlijk nog een korset gedragen; dat was gebruikelijk in de mode van rond de eeuwwisseling. Dat zag ik ook eerder vandaag in de expositie van Worth. Overigens heeft Poiret nog een korte tijd bij Worth gewerkt, maar hun samenwerking was geen succes. Worth vond de ontwerpen die zijn werknemer maakte vulgair en Poiret zag in dat hij beter zijn eigen weg kon volgen door zelf een modehuis op te richten.
Vanaf die tijd schaft Poiret het korset af. Wat ook weggaat zijn alle kantjes, bandjes en strikken. Zijn jurken zijn eenvoudig van vorm. Het moet voor sommige dames letterlijk een verademing zijn geweest om zo’n losvallende jurk te dragen zonder korset eronder. Ik ben de ‘Bevrijder van de Vrouw’ moet Poiret meermaals door de salon hebben geroepen.

De beroemde Joséphine avondjurk (1907) met roze zijden roos middenvoor ligt naast een zwarte avondjurk (1907) die geheel geborduurd is met kraaltjes in allerlei tinten en vormen. Bij zulke creaties vraag ik me altijd af hoe lang eraan gewerkt is en of de borduurster er ook wel eens genoeg van had. Beide jurken liggen bloedmooi te wezen op een paarsblauwe ondergrond.



Op een felgroene achtergrond ligt de gestreepte, zijden 1811-avondjurk uit 1907. Afgezet met metallic kant vond ik het van een magistrale schoonheid.


In het begin lijken de jurken van Poiret eenvoudig van soepele stoffen gemaakt zoals de Lavallière avondjurk uit 1910



Al snel gaat hij over naar het gebruik van luxueuze stoffen zoals zijde, kant, fluweel en stoffen vol borduursels.

Paul Poiret heeft de tijd mee. In Parijs bloeit de kunst van de fauvisten.

Schilders als Henri Matisse, Kees van Dongen, André Derain en Raoul Dufy gebruiken felle kleuren en eenvoudige vormen in hun direct geschilderd werk. Vooral met Dufy raakt Poiret bevriend; in opdracht van Poiret gaat Dufy dessinontwerpen maken.



Op de tentoonstelling staat een schitterend kamerscherm door Dufy ontworpen met Parijs als onderwerp.


Ook zijn er jurken te zien waarvoor Dufy het dessin heeft gemaakt.

Rond deze tijd, net na de eeuwwisseling, gebruiken niet alleen kunstenaars maar ook modeontwerpers ‘het oosten’ als inspiratiebron.

Als in 1909 de Ballets Russes van Sergei Diaghilev naar Parijs komt met door Léon Bakst ontworpen decors en kostuums staat heel cultureel Parijs op z’n kop.

Ook Poiret laat zich er door inspireren.


Zijn ontwerpen zijn theatraal, vol kleur, folkloristische borduursels en geraffineerde stofcombinaties.

Dat theatrale aspect wordt in de tentoonstelling nog versterkt door de fantastische presentatie.

Dit is modetheater in volle glorie!

Het verre oosten en dan met name Japan zie je terug in zijn gewaden geïnspireerd op de kimono.

De mode van Paul Poiret is te zien in mode-illustraties van onder andere Paul Iribe die tekende voor het modeblad Gazette du Bon Ton. Modieuze dames hadden in die tijd natuurlijk een abonnement op dit maandelijkse exclusieve modeblad.

Paul Poiret en zijn vrouw Denise gaven enorm grote feesten. Beroemd is het feest ‘La mille et deuxième nuit’ in 1911. Daar verschijnen Paul als Ali Baba en Denise als haremvrouw in de beroemde lampekaptuniek.

Alleen al de uitnodiging is een feest om te zien. Echte bohemiens zijn ze.

Hoe geweldig moet het zijn geweest om voor zo’n party uitgenodigd te worden.

Paul Poiret was een echte ‘entrepeneur’; vanaf 1913 zet deze energieke ondernemer zijn parfumlijn ‘les parfums de Rosine’ in de markt, genoemd naar zijn dochter.


Natuurlijk zijn de vormen van flacons ook weer heel verrassend en dragen de parfums poëtische namen als Aladin en Pierrot.

In 1912 richtte Poiret de École Martine op waar meisjes vanaf twaalf jaar les kregen in allerlei vormen van kunstnijverheid. Er werden vooral veel dessins getekend die soms gedrukt werden op stof waar dan een product van werd gemaakt.

Een voorbeeld daarvan is het pak bedrukt met een dessin van artisjokken. Allebei de initiatieven, van het parfum en de school, zijn uiteindelijk geen succes.

Het publiek laat Poiret langzaam in de steek. Na de Eerste Wereldoorlog gaat het bergafwaarts met zijn modehuis. Hij mist de aansluiting met de mode van die tijd.

Na 1932 is het gedaan met zijn naam. In 1933 schreef hij zijn memoires met de titel ‘En habillant l’Epoque’.

In 1944 sterft hij alleen in een armenhuis in Parijs. Een treurig einde van een modeontwerper die veel heeft betekend voor de ontwikkeling van mode en nog steeds een inspiratie is voor modeontwerpers van deze tijd.

Een ‘Grand Fête de la Mode’ was het. Je krijgt niet op elke verjaardag zo’n feest als cadeau!








Plaats een reactie