In mijn kledingkast ligt een t-shirt met lange mouwen van Rick Owens. Misschien wel 15 jaar geleden gekocht bij De Spin in Deventer. Ad Kotkamp verkocht als een van de eerste in Nederland kleding van deze van oorsprong Amerikaanse ontwerper. Toen ik het onlangs pakte, vielen me veel bijzonderheden op aan dat op het eerste gezicht simpele shirt. Zo zijn de wat te lange mouwen nauw en is aan het shirt een boord gezet in een fijne rib. Het voor- en achterstuk zijn sowieso langer dan bij een normaal shirt. Er is een doorgestikte middenachternaad die er wat bovenop ligt.



Aan de binnenkant is een fotolabel gestikt en twee glimmende bandjes. En dan hangt er ook nog een lang lint vanaf de schoudernaad naar beneden, een lint dat net onder het shirt uitkomt. Ook de zoom aan de voorkant is anders dan normaal. Kortom, een zo op het oog simpel kledingstuk blijkt heel bijzonder als je er goed naar kijkt. Misschien moet ik het weer eens gaan dragen, hoewel ik wat dikker ben geworden.

Modeontwerper Rick Owens, geboren op 18 september 1961 in Los Angeles, heeft tot 4 januari 2016 in Palais Galliera in Parijs een tentoonstelling met de titel ‘Temple of Love’.
Die moest ik natuurlijk zien! Veel mensen hebben bij de kleding van Owens het idee dat hij vooral zwarte stoffen gebruikt en dat hij heftige kledingstukken maakt. Op de expositie wordt dat beeld bijgesteld.

Al bij de eerste blik in de eerste zaal sloeg ik steil achterover. Een groep museumfiguren in verschillende tinten wit gekleed keek me aan. Zag ik dat goed?

Waren dat hoofden en handen van Rick Owens zelf? Bij het goed bekijken van die outfits zag je dat hier een modegenie aan het werk is.

Vorm, belijning, details en materiaal komen samen in vernieuwende kleding die veraf staat van modetrends en die een eigen visie weergeeft.

Ook het begrip mannelijk en vrouwelijk valt bij Owens weg; hij maakt kleding die door alle genders gedragen kan worden.

En dit was nog maar het eerste wat ik zag. Bij veel modeshows van bekende en minder bekende ontwerpers zie je vaak hetzelfde. Modellen die in een zoveelste variatie van een rokje op de catwalk lopen en doen of het vernieuwend is. De saaiheid van die modeshows! Dat heen-en-weer-geloop met een ernstig gezicht. Vaak denk ik: waar is de gekte of het plezier? Waarom kan het niet anders? Op Instagram zag ik filmpjes langskomen van presentaties tijdens Amsterdam Fashionweek. Dodelijk duf vond ik de kleding. Zelfs jonge ontwerpers kopiëren die eentonige, slaapverwekkende modeshows. Ik heb ze zo vaak gezien dat de mode van nu me nog amper kan boeien, uitzonderingen daargelaten. De shows van Rick Owens zijn altijd anders. Kijk naar de opwindende presentatie van zijn spectaculaire mannencollectie Lente Zomer 2026 in de vijver bij Palais de Tokyo in Parijs.
In die eerste zaal van de expositie in Palais Galliera is werk te zien uit de periode 1992-2003 van Owens, in de tweede zaal van 2003 tot nu.

Die man snapt hoe kledingstukken in elkaar zitten! Niet alleen weet hij wat ontwerpen is, hij weet ook heel goed hoe patronen van die ontwerpen gemaakt moeten worden. Dat combineren, het hele proces van begin tot eind in de vingers hebben, dat kunnen niet veel modeontwerpers.

Zijn inspiratie komt uit verschillende richtingen. Zo is er het scheef van draad knippen van stof dat onder andere uitgevonden is door Madame Grès (1903-1993). Door deze techniek valt stof mooier om het lichaam.

Het gebruik van vilt heeft te maken met zijn bewondering voor de Duitse kunstenaar Joseph Beuys (1921-1986). Die gebruikte in zijn werk vaak vilt. De hele eerste ruimte van de tentoonstelling van Owens is bekleed met dat materiaal.

Owens kiest voor zijn outfits veel verschillende materialen, variërend van leer, zijn favoriet, tot canvas, zijde, tricot. Hij werkt met glans tegenover dof, met ruig tegenover glad.

Grof canvas voor tailleurs die sluiten met een lint.

Mouwen die niet lijken op de mouwen die je kent.

Sommige kledingstukken volgen het lichaam; andere lijken gebeeldhouwd en de stof staat van het lichaam af.

Soms lijkt een kledingstuk alleen maar een eenvoudige lap stof tegen het lichaam geplakt, maar bij goed kijken zie je dat een ingenieuze constructie de vorm vasthoudt.

Alles wat je ziet, is van een grote perfectie en prachtig gemaakt. Ik moest er eindeloos naar kijken. Mijn motto ‘hoe meer je kijkt, hoe meer je ziet’ bleek weer te kloppen.

Op deze expositie zie je kledingstukken die echt vernieuwend zijn. En dat in een tijd waarin het bij mode veelal gaat om veel produceren, snelle omzet, slechte kwaliteit en zo goedkoop mogelijk. Nu snap ik heus wel dat dit soort kleding niet voor iedereen financieel toegankelijk is. En dat smaak iets persoonlijks is en er ook toedoet. Toch pleit ik voor minder kopen en als je iets aanschaft, zorg er dan voor dat het van goed materiaal is.

In een hoek van de zaal staan kledingstukken waarin stoffen zijn verwerkt van het beroemde modehuis Fortuny uit Venetië. Owens heeft een grote bewondering voor de stoffen van Fortuny.

Hij gebruikt ze onder andere voor de gedrapeerde rokken uit zijn collectie herfst/winter 2019. (Zie artikel 35 van dit blog waarin ik wat meer vertel over Fortuny.)
Alles in die eerste, donkere ruimte van de expositie vertelt je het verhaal van het begin en de ontwikkeling van het label Rick Owens.

Dan stap je, hoe vreemd misschien, in een door daglicht beschenen ruimte aan de achterkant van het gebouw. Tot dan toe waren er altijd gordijnen die het licht tegenhielden. Stoffen en zonlicht kunnen elkaars concurrent zijn. Rick Owens koos toch voor die combinatie omdat verkleuring van stof iets vertelt over de geschiedenis van kleding. Dat hoort bij een creatief proces van proeven die misschien niet altijd goed uitpakken maar die er wel bij horen.


Daar in dat daglicht staan, op langwerpige oplopende zuilen, adembenemende kledingstukken. Er is een grote zwarte serie kleding die geboetseerd lijkt om de lichamen.

Grove laarzen en wonderlijke schoenen maken de beelden tot een geheel. Ook hier is weer aandacht voor alles wat een goed kledingstuk nodig heeft. Het ziet er zo anders uit dan je gewend bent. In feite zijn het allemaal sculpturen in stof.

Aan de andere kant van de ruimte is er kleur. Vormen die geknoopt om het lichaam lijken te zitten.


Stoffen vol glans en pailletten, gerafeld, geplisseerd of van rood leer.

Soms lijken de beelden wezens van een andere planeet of uit een andere tijd.

Of verbeeldingen van de toekomst. Vaak met een onderhuidse, erotische spanning.
‘Temple of Love’ is een tentoonstelling die me zeer heeft geraakt. Om de visie die erachter zit, om al die prachtige materialen en om mee te maken hoe een proces van een ontwerper kan leiden tot kleding die je nog nooit hebt gezien. Eigenlijk zou elke modeliefhebber deze tentoonstelling moeten bezoeken.


We zijn er tot de sluitingstijd gebleven. Uiteindelijk liepen we met slechts drie andere bezoekers door de tentoonstelling tot we er echt uit moesten.
Rick Owens, ‘Temple of Love’ is te zien tot 4 januari 2026 in Palais Galliera in Parijs.








Plaats een reactie