
Amsterdam, 7 december 2022
Cher Jacobin,
Al heel lang zit er in mijn hoofd een brief die ik je wil schrijven. Misschien ken je me niet meer, maar ik hoop dat door deze brief de herinnering weer boven komt. Jij en ik weten het, Jacobin is niet je echte naam. Die naam is ook minder belangrijk; wat je gedaan hebt in je leven, daar gaat het uiteindelijk om.

Jullie waren altijd te herkennen op straat, vooral door de mutsen die jullie droegen. Rood en/of oranjerood waren ze, met rood-wit-blauwe linten of een cocarde in dezelfde kleuren. Ja, men wist wie jullie waren! Jouw muts was extra speciaal om dat iemand (je moeder, je vrouw, je dochter?) er de woorden ‘VIVE LES IACOBINS’ in kettingsteek op borduurde.
Op de avond van 11 januari 1999 ontmoeten we elkaar voor het eerst. Voor mij een onvergetelijke gebeurtenis waar ik na al die jaren nog vaak aan denk. Je komt niet elke dag iemand tegen die ergens voor staat en die de barricades opgaat omdat hij niet tegen ongelijkheid kan. Om die reden sloot je je in Parijs aan bij de revolutionaire groep ‘Les Jacobins’. De monarchie moest worden afgeschaft, de adel mocht geen privileges hebben en de macht moest bij het volk komen. Ik snap dat, want ik kan ook niet tegen machtswellust en ongelijkheid.
Wat moeten jij en die muts veel gezien en gehoord hebben! De pleinen waar de guillotines stonden. Het gejuich en geschreeuw van omstanders als er weer iemand naar het schavot werd gebracht. Maanden ging dit door, het bloed moet door de straten hebben gestroomd. De angst in de ogen van de ter dood veroordeelde machthebbers en uitbuiters, de laatste woorden die ze spraken. Het hoogtepunt was natuurlijk de onthoofding van Lodewijk XVI op 21 januari 1793 en dat van zijn vrouw Marie-Antoinette op 16 oktober van hetzelfde jaar. VIVE LA REPUBLIQUE moet er geschreeuwd zijn.

Al die beelden en geluiden moeten in jouw hoofd en in jouw muts zitten. Als die muts toch eens kon praten! Ik vraag me wel eens af wat jij daar echt van vond, of dat je het misschien toch te ver vond gaan. Hoe overtuigd van je eigen gelijk moet je zijn om te juichen als je koppen ziet rollen?
Of ik zo dapper ben als jij weet ik niet, maar van geweld moet ik niets hebben. Dat is natuurlijk makkelijk praten; ik weet hoe de Franse Revolutie is afgelopen terwijl jij er middenin zat en geloofde in een betere wereld.

De avond dat ik je voor het eerst zag, volgde ik een cursus Kostuumgeschiedenis bij Jacoba de Jonge. Zij had een grote verzameling en van haar lessen heb ik veel geleerd. Ik weet het nog goed, een les over de 18de eeuw; we zaten rond de tafel en ineens was jij er. Je was pas in bezit gekomen van Jacoba die er duidelijk van onder de indruk was. Ik voelde ook meteen een sterk contact met jouw verleden en een stuk wereldgeschiedenis en dat ben ik nooit kwijtgeraakt. Voor mij ben jij ‘Jacobijnen muts’ het meest bijzondere textiel dat ik ooit heb aangeraakt.
Ik heb ervoor gekozen deze brief in het Nederlands te schrijven. Je kunt tegenwoordig met een klik op de muis de tekst vertalen in jouw moedertaal.
Bien amicalement, Jean, (want dat is mijn Franse naam)
Wat een geweldige en mooie brief!
LikeLike
Een heel bijzonder kledingstuk!
Viel de punt niet naar voren bij deze mutsen? Zoals de frygische muts?
Het deed me ook denken aan de Nederlandse vrijheidshoed die je soms ook afgebeeld ziet op antieke merklappen. Toevallig pas nog opgezocht waar dat vandaan kwam.
Wat buitengewoon dat deze muts bewaard is gebleven!
LikeLike
Dag Josefien, Dank voor je reactie. Dat er een verband is tussen de bonnet rouge oftewel de frygische muts en deze muts. is duidelijk. Misschien werd de punt wel naar voren gedragen dat weet ik niet. Zal het eens vragen aan Jacoba. Het is een bijzonder exemplaar di eerg indruk op mij heeft gemaakt.
LikeLike