‘Christian Lacroix, The Diary of a Collection’ is een boek dat ik vaak heb gebruikt in mijn lessen modevorming.

Het maakt duidelijk wat er allemaal komt kijken bij het tot stand brengen van een collectie.

In dat boek gaat het over het ontstaan van de Haute Couture collectie lente-zomer 1994.
De eerste haute couture collectie van Christian Lacroix (Arles, 16 mei 1951) werd gepresenteerd in 1987. Ik studeerde toen modevormgeving aan de avondschool van de kunstacademie in Arnhem en zat in mijn derde jaar. De ballonrokjes in die collectie van Lacroix waren een sensatie in de klassieke wereld van de haute couture. Hij gebruikte stoffen en silhouetten uit de Provence en Spanje en maakte daar uiterst sexy kleding van. Wij, studenten, vonden dat natuurlijk geweldig want Lacroix was anders dan de anderen!
Hoe treurig was het dat in 2009 zijn modehuis failliet ging en hij zijn naam kwijt raakte. Toch is hij tot op de dag van vandaag blijven werken in de modewereld (onder andere voor het Spaanse merk Desigual) en richt hij huizen en hotels in. Sinds 1986 werkt hij als kostuumontwerper voor ballet, theater en opera.

Nu, op zijn 74ste, is er in het Centre National du Costume et de la Scène in Moulins, departement Allier, tot en met 4 januari 2026 zijn tentoonstelling ‘Christian Lacroix en scène’ te zien. In vitrines staan 150 kostuums, tussen 2007 en 2024 gemaakt voor theater.

Over het verschil tussen haute-couture en theaterkleding zegt hij: Bij couture is de kleding een paar minuten zichtbaar op de catwalk; theaterkleding is avond na avond te zien is op de toneelvloer.

De tentoonstelling is thematisch ingericht, beginnend bij de Renaissance als inspiratiebron en eindigend bij kleurrijke kleding gemaakt van gerecyclede stoffen. Daartussen kleding geïnspireerd op de 17de, 18de en 19de eeuw, op mythologie, traditionele kleding uit de Provence, bruidsjurken en mijn favoriete zaal met het thema Engelen en demonen.

Al in de eerste zaal kreeg Lacroix me te pakken. Natuurlijk door de kledingstukken zelf maar vooral door zijn stofgebruik. Deze man is een genie in het combineren van kleuren en materialen. In veel kledingstukken zijn verschillende stoffen gebruikt die met elkaar een wonderlijk mooi geheel vormen. Natuurlijk zijn de makers in de kostuumateliers belangrijk voor een perfecte uitvoering.

Na de Renaissance is het tijd voor de 17de eeuw.

Lacroix heeft een grote kennis van de kostuumgeschiedenis en hij weet kijkers te betoveren met kledingstukken zo rijk van stof en decoratie dat het je duizelt.

Daartegenover staat een rafelige armoedige jas, want niet iedereen was rijk in deze periode.

In de twee vitrines van de 18de eeuw is het bal. Barok en rococo.


Er wordt geshowd en geflirt in overdadige kostuums vol kant en borduursels.

Ook dansen in rijen mannen en vrouwen met pruiken en hoeden vol veren en bloemen.

Een feest vol kleur, wat een heerlijke overdaad uit de 18de eeuw! In mijn hoofd hoorde ik muziek uit die tijd.

Hoe opwindend moet het zijn geweest voor Lacroix en zijn uitvoerders in de ateliers om de ontwerpen ‘on stage’ te zien.

Via mythologische kostuums belandden we in de zaal waar de voorliefde van Lacroix, geboren in het Provençaalse Arles, voor traditionele kleding duidelijk zichtbaar is.



Ik moest denken aan het kleine maar grootse museum van traditonaal Provençaalse kleding en sieraden van Fragonard in Grasse (artikel 59 op TextielLiefde) en aan de traditionele kleurrijke stoffen die Souleiado nog steeds produceert (artikel 58 op TextielLiefde, over het prachtige museum in Tarascon).


Natuurlijk was de 19de eeuw aanwezig met een schitterend korset en een grijze redingote, een lange wijde jas of overjapon.

Bij het betreden van de grote zaal kreeg ik het gevoel dat ik zowel in de hemel als de hel was beland. Er hingen lieflijke engelen in de lucht en op de vloer stonden uitdagende demonen in allerlei variaties.

De serie aangeklede en van stof gemaakte mummies met doodshoofden voor de opera Aïda is een hoogtepunt.


Schrikbeelden die leken te zweven in lugubere gewaden van brokaat en glanzende zijde.



Hun schedels bedekt met kronen en strikken.

Ook uit de opera Aïda staat er de groep kardinalen.

Verscholen achter hun maskers kijken ze de bezoekers dreigend aan. Hun zwarte, donkerrode, paarse en roze gewaden vol knopen en kruizen zijn bedekt met grijze lappen vol gaten. Ik moest denken aan schilderijen van Francis Bacon en aan de geweldige film Conclave die zich in het Vaticaan afspeelt.

Naast die groep kardinalen staan er vrouwen en mannen gekleed in glanzende zwarte jurken en pakken.

Het materiaal daarvan is tyvek dat veel in musea wordt gebruikt ter bescherming van kleding en objecten.

Wonderlijke lellebellen en andere vreemd uitgedoste figuren contrasteerden heftig met de demonen. Of waren die raar uitgedoste types op weg om demon te worden? Werden ze, net als ik, meegesleept deze duistere wereld in van fantomen en spookbeelden?

Het was een machtig kostuumtheater daar in die grote zaal met dreigende muziek op de achtergrond en schimmen die naar mijn hart staarden.

Gelukkig waren er daarna de bruiden gehuld in wonderschone jurken uit verschillende kostuumperiodes en in materialen als kant, tule en zijde.

De liefde, ja daar draait het vaak om in opera’s en na de dreiging van duivelse geesten zorgde deze zaal dat er weer lichtheid kwam.

De laatste zaal was bomvol kleur en alle kostuums waren gemaakt van eerder gebruikte materialen.

Geisha’s in kleurrijke kimono’s uit Madame Butterfly.

Uit Peer Gynt een serie folkloristische kledingstukken gemaakt van stoffen met spiegeltjes uit India.

Wat een vrolijkheid daar in die laatste zaal op de eerste verdieping.

Naast de ontwerper van al die prachtige rijk uitgevoerde theaterkleding is Christian Lacroix ook een geweldige tekenaar en illustrator.




In snelle trefzekere lijnen zet hij een idee neer dat hij daarna uitwerkt met verf, ecoline, kleurkopieën van stof of kledingstukken.




Aan een wand hing een grote serie.

De catalogus van de expositie is voor het overgrote deel gevuld met zijn illustraties. Ik heb begrepen dat zijn hele archief met tekeningen in het bezit is van het CNCS.

Het was een fantastisch theatraal feest om deze geweldig ingerichte tentoonstelling mee te maken.

Werk van stoffenvirtuoos Christian Lacroix zie je niet elke dag.
Nu is er natuurlijk de wens om een keer een opera te zien met kostuums van Maestro Lacroix!








Plaats een reactie