79. Nog meer Palais Galliera

En of het nog niet genoeg was met tentoonstellingen over mode waren er in de kelder van Palais Galliera nog twee mode-exposities. Tot 7 september 2025 is daar de tentoonstelling ‘La Mode en mouvement’ te zien en tot 15 maart 2024 ‘Les Couleurs de la mode’.

‘La Mode en mouvement’ vertelt het verhaal van de beperkingen en mogelijkheden om je goed te bewegen in kleding door de eeuwen heen. Van een 18de-eeuwse zijden damesjapon met panniers tot modieuze sneakers van deze tijd.

Want ja, hoe bewoog je je als vrouw in zo’n prachtige 18de-eeuwse japon waarin je amper kon zitten en waaronder je ook nog een korset droeg?

Hoe was het voor een man in de 18de eeuw om een frak, oftewel herenjas, te dragen waarvan de mouwen naar achteren waren geplaatst zodat je schouders naar achteren werden geduwd en je borst vooruit?

Hoeveel ruimte nam je letterlijk in als je in een 19de-eeuwse japon met grote schapenboutmouwen door je huis liep?

Of hoe onhandig moet die ‘queue de Paris’ zijn geweest als je je in een gezelschap omdraaide? Je went natuurlijk aan elke modetrend; ze zullen wel geweten hebben hoe ermee om te gaan, maar toch.

Hoe letterlijk opluchtend moet het voor vrouwen in de jaren 20 van de vorige eeuw zijn geweest om rechte jurken te dragen, toen hun moeders en grootmoeders nog ensembles droegen waarin je de charleston echt niet kon dansen. Een bevrijding moet het zijn geweest als je jong was in die tijd (en geld om zo’n comfortabele feestjurk aan te schaffen).

Ook in deze expositie staan mooie voorbeelden van de ontwikkeling van mode die vaak een reactie is op vorige mode-uitingen. Van een ‘dames fietsbroek’ uit 1900 tot ‘wandelpak’ uit 1914′.

Van schuingesneden elegante avondjurken uit de jaren dertig tot een Chanel-jasje met bijpassende surfplank uit de jaren 80 van de vorige eeuw.

Hoe veranderlijk en tijdgebonden is de mode!

En dan was er ook nog die kleine maar prachtig uitgevoerde tentoonstelling over kleur in vroegere modefotografie.

Voor ons is het heel gewoon om kleurenfoto’s te zien. We weten vaak niet beter, hoewel ik zelf ben opgegroeid in een tijd waarin de kleuren-tv nog niet bestond en ook foto’s in kranten nog zwart-wit werden afgedrukt.

Tussen 1903 en 1907 werkten de gebroeders Auguste en Louis Lumière aan het eerste procedé in de fotografie dat kleurenfoto’s mogelijk zou maken. Het zogenaamde Autochroom. Meer informatie hierover is HIER te lezen.

Tussen 1921 en 1923 vond jaarlijks de Salon du Goût Français plaats in het Palais des Glaces aan de Champs-Elysées. Het doel van deze salons was om de Franse luxe in Parijs te presenteren. De presentatie was nieuw en origineel : een kortstondige tentoonstelling van autochromen met achtergrondverlichting, zodat het leek alsof je naar ‘glas-in-loodramen van een kathedraal’ keek.

Door de technische ontwikkeling in de jaren 20 waren er opeens modefoto’s in kleur te zien: spetterend rood, briljant blauw, zonnig geel en nog veel meer kleuren in kleding werden zichtbaar.

In de tentoonstelling worden die autochromen gepresenteerd met kleding en accessoires die er perfect bij passen.

Nicole Groult, lente/zomer 1922

73. ECHO in Antwerpen        

Er zijn prachtige modetentoonstellingen. Als uitgangspunt is er een thema of staat er een ontwerper centraal. Zo heb ik er al veel gezien en daar schrijf ik dan over op dit blog. Dan zijn er saaie modetentoonstellingen die snel worden vergeten. Daarover schrijf ik natuurlijk niet.

Af en toe zijn er modetentoonstellingen die iets anders vertellen en die dieper gaan en ontroeren. Exposities waarbij je eigen herinneringen samenvallen met de verhalen die worden verteld. Tentoonstellingen die gelaagd zijn en waar naast de kleding ook persoonlijke geschiedenissen een plaats krijgen. ‘ECHO, Gehuld in herinnering’ in het Modemuseum Antwerpen is er zo een.

Cover catalogus

Kunstenaar Louise Bourgeois (1911-2010) , modeontwerpster Simone Rocha (1986) en danseres Anne Teresa De Keersmaeker (1960) maken in de tentoonstelling zichtbaar hoe ze persoonlijke herinneringen gebruiken in hun werk. Veel aspecten, van geboorte tot het einde van een (kleding)leven, komen in de expositie aan bod. Zachtheid is het woord dat bij mij opkomt na het zien van ECHO.

Bij binnenkomst staat daar direct het beeldje ‘Pregnant Women’ van Louise Bougeois uit 2003. De kleine, naakte, zwangere vrouw gemaakt van huidkleurig tricot ontroert, en dat in een museum waar kleding en mode centraal staan.

Louise Bourgeois, links The Birth (2003) rechts The Feeding (2007)

Geboorte, het begin van een leven, zorg voor kind en moeder zijn te zien in de eerste zaal die ‘ommuurd’ is met gewatteerde dekens in naturel katoen.

Op een bed ligt een patchwork sprei, gemaakt door kunstenaar Laila Goha. Ze heeft lappen van platbrood, gemaakt van water, bloem en zout, met grove steken aan elkaar gezet. De sprei symboliseert het verlangen naar troostrijke koolhydraten tijdens de zwangerschap en naar warmte voor moeder en kind.

In een zachte vitrine zie je kleding van Simone Rocha uit haar collectie Baby Teeth (zomer 2022).

De met parels versierde voedingsbeha van zachte, witte stoffen linkt naar babykleding en verbindt je met de impact die een baby maakt.

Een collier van porseleinen melktandjes komt uit dezelfde collectie.

In een andere vitrine staat een witte 19de-eeuwse zwangerschapsjapon die bij nader inzien een jurk blijkt te zijn die achterstevoren werd gedragen. Hoe inventief!

Bij het thema ‘moederschap’ sprak het wandkleed van zijde met de titel  ‘Mother and Child’ van Billie Zangewa uit 2015 mij zeer aan. Een huiselijk tafereel waarin je kunt zien hoe belangrijk het vak van huisvrouw en moeder is om onze samenleving soepel te laten lopen.   

‘Ode à la Bièvre’ van Louise Bourgeois bestaat uit 24 panelen van textiel die samen een boek vormen. Het vertelt het verhaal van het verstrijken van de tijd, haar jeugd aan de rivier Bièvre, het ouderlijk huis waar oude tapijten werden gerestaureerd, het verlangen om naar het huis aan de rivier terug te gaan. De rivier was rijk aan tannine, een stof waarmee de kleuren van tapijten werden versterkt.

Na het overlijden van haar moeder deed Louise een poging om zich in de Bièvre te verdrinken. Haar vader, met wie ze een zeer problematische verhouding had, redde haar van de verdrinkingsdood. Heimwee en verlangen is te lezen in dit kunstwerk van een boek.

Er waren twee werken die mij diep raakten. In een vitrine lagen een onderbroek en een poetsdoek, gemaakt door een dementerende vrouw. Helaas werd haar naam niet vermeld. Lapjes stof van keukentextiel en handdoeken waren met grove flanel- en stiksteken dwangmatig, maar vast ook met liefde, aan elkaar gezet.

Toen ik het zag, moest ik denken aan mijn moeder die door haar dementie ook obsessief gedrag vertoonde. Stoffen waren voor haar belangrijk. Ze maakte kleding voor haar drie zonen en voor zichzelf. Bij de stoffenkraam op de markt voelde ze aan stoffen en streek erover. Toen ze in het verpleeghuis zat, kocht ik een rood, wollen vest voor haar. Het eerste wat ze deed, was voelen aan de stof en er lang over strelen.

In dansvoorstellingen van  Anne Teresa De Keersmaeker is kleding heel belangrijk. Ze bewaarde die kledingstukken in haar archief, om ze versteld of aangepast, opnieuw te gebruiken. Op de tentoonstelling ligt een eenvoudige, witte, mouwloze jurk in een houten kist. In het eerste deel ‘Piano Phase’ van de dansvoorstelling ‘Fase’ zie je hoe de jurk wordt gedragen en een essentiële rol speelt in de choreografie. Op muziek van Steve Reich dansen twee danseressen in die ronddraaiende jurken.  

De Keersmaeker vond kleding in tweedehands winkels, maar werkte ook vaak samen met modeontwerpers. Dries van Noten ontwierp een schitterend kleurbeeld voor haar dansvoorstelling Rain.

Voor Herst-Winter 2019-2020 ontwierp Simone Rocha een collectie gebaseerd op werk van Louise Bourgeois.

Gestreepte, achtkantige vormen werden door de kunstenaar aan elkaar genaaid. Met dit patroon ontwierp Simone Rocha een collectie jurken die een mooie verbinding aangaan.

Zwaar aangetaste kledingset van met metaalzouten verzwaarde zijde , ca. 1880-1900

De laatste zaal is gevuld met kisten waarin (soms kwetsbare) kleding uit de collectie van het museum ligt. Kleding vol verhalen en geschiedenis die zorgvuldig beheerd worden door de conservatoren.

Kleding en herinnering, ik kan me er veel bij voorstellen.

Ik heb bijna geen foto’s uit mijn baby- en kindertijd. Toch is er die babyfoto waarop ik dromerig de wereld inkijk. Ik draag een wit, gebreid truitje met ingebreide, lichtblauwe figuurtjes. Er hoorde een blauw, gebreid broekje bij. Uit verhalen weet ik dat het mijn dooppakje was. Ik was te groot voor de doopjurk. Natuurlijk herinneren ik me niets van mijn doop; ik schijn gehuild te hebben. In de linnenkast op de slaapkamer van mijn ouders lag een doos met mijn dooppakje. De motten hebben erin huis gehouden en tijdens een verhuizing is het weggegooid. Maar in mijn herinnering zie ik het nog voor me.

‘Echo’ te zien tot en met 25 februari 2024 in het MoMu Antwerpen.

72. Meer textielverrassingen uit het Château

Na het zien van die schitterende boeken vol stofstalen ging een deur open van een kamer op de zolder.

Het was er donker; de vloer was bezaaid met kledingstukken. Bij mijn voeten lag een rolletje stof en iets dat op een kledingstuk leek. We namen het mee naar beneden om het goed te bekijken. Het waren twee rolletjes stof die samengebonden waren met een reep stof. Stoffig en viezig, maar het maakte nieuwsgierig naar wat erin zat.

Iedereen die zelf wel eens kleding maakt, zal het herkennen. De restjes textiel na het knippen van het patroon rol je op om ze later voor herstel of iets anders te gebruiken. Ik heb ondertussen een heleboel van die rolletjes na het maken van veel zomershirts.

Wat zat er in die rolletjes verstopt? Gijs was het er mee eens dat we het zouden bekijken. Halverwege het diner, terwijl het licht nog goed was, rolden Willemien en ik ze voorzichtig open.

Dat was een soort schatgraven maar dan met textiel.

Er kwamen verschillende soorten stoffen tevoorschijn, die terug te voeren waren naar de dessins uit de stalenboeken.

Ook zat er een mouw in met een groot gat. Intrigerend was het en ook ontroerend.

Na meer dan een eeuw opgerold te zijn, haalden wij de lapjes weer in het daglicht.

Zo kwamen we dicht bij iemand die kleding heeft gemaakt van dit textiel.

Handen hebben de restjes opgerold. Handen van wie?

En dan was er ook nog dat kledingstuk vol vlekken en kreukels. Een katoenen blouse, bedrukt met blauw-witte stipjes, vaak versteld op verschillende manieren.

Stukjes stof in een ander dessin waren er keurig ingezet.

Delen waren met rijgsteken bewerkt.

Het opstaande boordje omslingerd met garen, de voering van effen katoen of linnen.

De blouse sluit met kleine knoopjes die door knoopsgaten gaan die met de hand zijn gefestonneerd. De naden zijn duidelijk gestikt met de naaimachine.

‘Tweede helft 19de eeuw’, zeiden we. Duidelijk een kledingstuk van de arme, werkende stand. De rijke elite zou absoluut niet in verstelde kleding willen lopen. Je kunt bijna met zekerheid zeggen dat het gedragen is door een huishoudster die werkte op het kasteel. Misschien Marie Prud’Homme , Rosalie Laroche of Mélanie Angot? Dat zijn de namen van de huishoudsters die in het kasteel van Emile Poirier woonden. Aan het formaat zie je dat het een kleine vrouw moet zijn geweest.

Merkwaardig om zo’n versteld kledingstuk te vinden op de zolder van een handelaar in textiel. Je zou kunnen denken dat juist een handelaar in textiel niet wil dat zijn personeel in kleren loopt die zichtbaar zijn versteld. Misschien was hij een zuinige man die vond dat iemand van een lagere stand geen goede kleding hoefde te dragen?

Hoe dan ook, het is heel bijzonder dat zo’n kledingstuk van een werkende vrouw bewaard is gebleven. Doorgaans wordt alleen kleding bewaard van rijke mensen; kleren van het gewone volk zijn verdwenen, verloren in de tijd.

Toen Willemien het jakje voorzichtig had gewassen, zag je hoe mooi en zorgvuldig het is gemaakt.

Droeg de vrouw er een lange rok bij in dezelfde stof? Wie weet ligt die rok ergens op de zolder. Hoe zit het met die mouw met dat gat uit het rolletje dat ik heb? Het heeft een ander stipjes-dessin, maar in een mouw van de blouse is wel een lapje van deze stof gebuikt om te herstellen. De achterkant van de mouwstof heeft het stippen-dessin van de blouse. In hoeverre is de stof verwassen en lichter van kleur geworden? Zou er ergens nog een blouse liggen waar de mouw met het gat bij hoort? Allemaal vragen waar ik ooit antwoord op hoop te krijgen.

Willemien en ik kregen van Gijs allebei een rolletje stof. Dat hebben we heel voorzichtig gewassen en ondertussen maakten we een plan wat we er samen mee gaan doen.

Gestyled door Willemien