Stef Kreymborg, we kennen haar als goede vriendin maar ook als een belangrijke kunstenaar die met textiel prachtig werk maakt.



In ons huis hangt een aantal werken die we van haar hebben.

Tot en met 22 februari 2026 is in Museum EICAS in Deventer de expositie ‘Solo e tutti’ te zien. Een solotentoonstelling waarbij een prachtig, kleurrijk, informatief en inspirerend boek is uitgegeven over haar 50 jaar textielkunst.

‘Solo e tutti’ is een muziekterm uit de Italiaanse barok die het samenspel tussen een solist (solo) en het ensemble (tutti) aangeeft. Het is een treffende karakterisering van haar oeuvre waarin detail en geheel subtiel op elkaar inwerken.

Stef Kreymborg werd geboren in 1953 in de Johannes Verhulststraat 76 in Amsterdam. Je zou kunnen zeggen dat artisticiteit en gevoel voor textiel bij haar met de paplepel zijn ingegoten. Haar moeder was altijd al met textiel bezig en haar vader importeerde luxe meubelstoffen en design uit Italië en Scandinavië. Dat er oude stofstalenboeken in huis kwamen om in te knippen vond ze als kind niet zo bijzonder: het was gewoon zo. Haar moeder had kleurgevoel en dat heeft ze absoluut overgedragen op haar dochter.

Nog op hoge leeftijd haakte haar moeder heel veel kussentjes in fantastische kleurcombinaties; ze kwamen op stoelen te liggen in de muzikale en literaire IJsselsalon in Zutphen.


Die kussentjes hebben een wonderlijke overeenkomst met het werk van Stef dat bij ons op de kade in Amsterdam hangt.

Stef vertelde me dat ze in haar jeugd een grote doos Caran d’Ache kleurpotloden kreeg. Daar kleurde ze natuurlijk mee, maar ze gebruikte ze ook anders: ze legde de potloden achter elkaar of maakte er gekleurde vierkanten mee. Dat deed ze trouwens ook met spijkers en andere materiaal. De kunst van Jan Schoonhoven was een bron van inspiratie.

Aan het begin van de tentoonstelling in Deventer hangt het werk ‘Compositie met fiets’ uit 1963; ze maakte het toen ze 9 jaar was. Na een bezoek aan een tentoonstelling in het Stedelijk Museum met werk van Jean Tinguely en Shinkichi Tajiri sloopte ze een wekker. Met die onderdelen maakte ze op een fluwelen lapje een eigen assemblage. Gehuld in een gouden lijst is die altijd bewaard gebleven. Ontroerend om te zien en te bedenken dat haar creativiteit er toen al in zat. En eruit kwam.

De tentoonstelling geeft een overzicht van haar werk van het begin tot nu. Wat opvalt is dat ze met veel verschillende en verrassende materialen werkt. Van vilt tot zeildoek, van pakdeken tot papier, van takjes tot pluisjes garen.

Ritme en herhaling zijn belangrijke onderdelen van haar werk, dicht en open, gevouwen en gescheurd, los gemaakt en aan elkaar geknoopt.

Soms in kleine werkstukken maar ook in grote wandreliëfs. In een zich herhalende meditatieve cadans die subtiel wisselingen van kleur en licht laat zien.

Erg mooi vind ik het werk C-U uit 2019. Rijen bolletjes gemaakt van goedkope pakdekenstof waarin uitsneden zijn gemaakt, opgevuld met kleurige restjes textiel. Je vraagt je af of in de bolletjes die heel zijn, gekleurd textiel gevangen zit en de kleur eruit wil springen.

Voor Stef bestaat er geen textiel dat niet ingezet kan worden. Zelfs pluisvlokken uit de droger of restjes garen uit de naaimachine gebruikt ze voor haar werk.

‘Ivy’ (2017) heet het grote wandkleed (ca. 200×300 cm) waar Jos van Hest een gedicht bij schreef dat in het boek is opgenomen.

Het lijkt of in het werk meerdere seizoenen te zien zijn, een repetitief gebed van bladeren.

Vanaf 2020 ontstond er ruimtelijk werk, gemaakt van bladsteeltjes van de doodsbeenderenboom. Met draadjes garen bond Stef Kreymborg takjes aan elkaar tot fragiele, elegante objecten in een luchtig evenwicht. ‘Grua’ (hijskraan in het Spaans) heet het object dat in de tentoonstelling te zien is.

Vanuit de gedachte dat je met restjes garen ruimtelijk werk kunt maken, ontstond in de periode 2024/2025 een grote serie kleine objecten waarvan een deel in de tentoonstelling is opgenomen.


Ze hangen aan de wand, lijken in de hoek te kruipen en kijken je op een bepaalde manier aan. Zie ik daar nu een tak van een wonderlijke textielboom? Een tovernest van een onbekend dier? Een kleurgolf die uit de muur komt?

Er is natuurlijk nog veel meer te zien in het textieluniversum van Stef Kreymborg. Ik raad je aan om Museum EICAS te bezoeken, om je in alle rust door haar werk te laten overspoelen en verstillen. Deventer is sowieso een leuke stad!

Werk van Stef Kreymborg is ook te vinden in de publieke ruimte, soms permanent, soms tijdelijk. Zo maakte ze in 2011 het grote Troostmonument voor het Onze Lieve Vrouwen Gasthuis in Amsterdam-West.

De zakdoeken, de ultieme lapjes troosttextiel, kreeg ze opgestuurd van heel veel mensen. Het lijken wezentjes die elkaar troosten in grote wolken; een is eruit gevlogen en lijkt de troost niet meer nodig te hebben. Of zal ze er binnenkort toch inspringen om getroost te worden?
En dan is er de ‘Klaagmuur van eenzame sokken’ uit 2009, die langere tijd op verschillende plekken te zien was. Hoe vreemd is het dat er sokken verdwijnen na een wasbeurt? Verdwijnen ze in een groot, zwart sokkengat? Dat ineens een tweede sok is verdwenen, schijnt veel voor te komen.

Zelf heb ik er nog nooit last van gehad, maar er zijn vast lezers die het fenomeen herkennen.

De grote hoeveelheid eenzame sokken die Stef toegestuurd kreeg, plaatste ze op kleur in een kast van 2,5 bij 7,5 meter. Zo werd elke eenzame sok opgenomen in een geheel van kleurige sokken en verdween de eenzaamheid.








Geef een reactie op enthusiasticallytyphoon94a4cd306c Reactie annuleren