Sinds ik dit blog begonnen ben, wordt me nog wel eens wat aangeboden dat met textiel te maken heeft. Dat vind ik heel bijzonder. Je krijgt iets van iemand, vaak met liefde gemaakt, een herinnering aan vervlogen dagen.
Vriendin Ylva nam me mee haar keuken in. ‘Voor ik het vergeet,’ zei ze, ‘dit is voor jou’ en ze overhandigde mij een bruine papieren tas met zelfgemaakt labels. ‘Het is een tafellaken van mijn moeder. Ze is er aan begonnen maar ze heeft het niet afgemaakt. Kijk, er zit nog garen bij.’

Ik zag een schitterend, linnen tafellaken vol randen met fijnzinnige borduursels.

Het midden aangegeven met een kleine zwarte kraal. Rondom die kraal twee van de vier ornamenten waarvan er een gedeeltelijk af was. Aan de overige twee is ze niet toegekomen.

In de tas zat ook nog een zijden lapje waarop in een hoek hetzelfde patroon was geborduurd. Een zakdoek, servet of pochette? Hoewel zijde me niet handig lijkt om er je neus in te snuiten of je vingers aan af te vegen. Een proeflapje? Bijzonder om zoiets te krijgen. Wat er mee te doen? Zo laten, afborduren, gebruiken of, zoals je veel op Instagram ziet, er een shirt van maken? Eerst maar eens goed strijken, dan op de stapel van geborduurde tafellakens leggen en afwachten.

Mijn collega Giullia appte mij of ik interesse had in gespen die haar Frans-Italiaanse moeder weg wou doen. Uit de jaren vijftig en art deco. Natuurlijk zei ik ja.

Nu staat er een vrolijk gebloemd doosje bij mij op tafel met daarin de gespen. Schitteren vind ik ze.

Allemaal verschillend. Wie heeft ze gedragen, en wanneer?

Bij het doosje zat ook nog een zak met ‘gouden knopen’ in verschillende maten. Van de grootvader van de grootmoeder van vaderskant van Giullia: de overgrootvader van Giullia. Ik zie een rijzige man voor me, donker haar en gekleed in een witte kapiteinsjas vol gouden knopen en tressen, vanaf zijn schip turend over de Middellandse zee.

Of dat waar is en wie de gespen heeft gedragen, moet ik nog navragen bij Giullia. Zij, en haar moeder weten er vast meer van.

Natuurlijk kocht ik deze zomer ook nog textiel in Frankrijk. In de serie ‘Frisse ruiten’ waar ik zo van houd, vond ik in een kringloopwinkel een vrolijk tafelkleed waarop de eigenaresse monogrammen heeft geborduurd.

Een A en een T in rood garen. Albertine en Theodore, Antonia en Thomas?

Als klapper vond ik in de Emmaüs in Le Mans een groot, beeldschoon en met de hand geborduurd tafellaken vol margrieten, klaprozen en korenbloemen.

Om de zomer vast te houden als de herfst en winter weer komen.
Ik zie het voor me, ergens in november.

Een lange tafel gedekt met dit kleed. Daarop deze zomer gevonden oude Franse gebloemde borden en schalen vol heerlijk eten. Om de tafel vrienden die praten en lachen terwijl het buiten regent en stormt. We vegen onze monden af aan kraakheldere servetten waarop een bloem is geborduurd.
Textiel zorgt altijd voor verbinding








Plaats een reactie