Via een veiling op Catawiki kocht ik een kavel van 98 ansichtkaarten Nederland – Klederdracht- Nostalgie – 1901-1965.
Klederdracht, ik heb in mijn boekenkast heel wat boeken vol schitterende foto’s van mensen in dracht. Natuurlijk het loodzware fotoboek ‘Between the sea and the sky’ van Jimmy Nelson, maar ook mijn lievelingsboek ‘Klederdrachten, De schoonheid van ons land’ met 174 foto’s van Cas Oorthuys en 35 tekeningen van J. Duyvetter. Mijn goede exemplaar, een eerste druk uit 1962, koester ik.

Wat opvalt is dat het er op die foto’s allemaal zo mooi uitziet. Het roept de suggestie op dat iedereen in streekdracht in die tijd er altijd op zijn best uitzag. Dat kan natuurlijk niet. Je perfect hullen in zulke kleding kost tijd en zoveel tijd om je op te doffen was er niet. Waarom zou je dat ook doen op een doordeweekse dag als de was gedaan moest worden? Kleren voor deze dagen waren anders dan het zondagse goed waarin je naar de kerk ging.



In de fotostudio’s Zwarthoed en Karels kon je je in je eentje of als stel laten fotograferen. Natuurlijk trok je voor zo’n staatsieportret je mooiste kleren aan. Een aantal van die foto’s zaten in de kavel die ik kocht. Ik dateer ze rond 1920-1940. Dat fotograferen gebeurt nog steeds als toeristische trekpleister.

Een grote verzameling nepkostuums hangt voor je klaar en binnen een paar minuten ben je een Volendammer vrouw of man.




Veel mensen hebben een romantisch beeld bij streekdracht. Dat komt onder andere door de afbeeldingen die in vroeger tijden het land en de wereld door gingen.



Lieftallige kinderen in een soort van klederdracht waar de zoetheid vanaf straalt. Dat de werkelijkheid er totaal anders uitzag, moge duidelijk zijn.

Zuinig zijn op je kleding was belangrijk. Kledingstukken hadden een grote waarde in een wereld waarin je moest rondkomen met weinig geld. Gewone mensen hadden toen echt geen kasten vol kleding. Een gat in een broek of schort werd versteld. Een lap erop of erin zetten, was gebruikelijk en dan kon het dagelijks kloffie weer een tijdje mee.

Op sommige oude ansichtkaarten is dat dagelijkse leven te zien. Natuurlijk zal er gevraagd zijn om te poseren en wie weet kregen de dragers er wat voor.


De foto’s op zulke ansichtkaarten zijn echter anders dan de gestileerde foto’s in boeken.

Met een vergrootglas zie je bijvoorbeeld dat op twee kaarten een schort is versteld. Ook ziet het er niet allemaal zo netjes of precies uit als op foto’s in boeken.


Op een andere kaart zie je dat twee vrouwen iets van textiel in hun handen hebben. De rechter vrouw lijkt iets te doen dat op naaien lijkt. Zou ze een scheur in een schort repareren? Boeiend om zo een inkijk te krijgen in het leven in Volendam rond 1900.

Een voorbeeld van reparatie is ook te zien op een oude getekende ansichtkaart van begin 1900 met twee mannen in duidelijk opgelapte broeken en jakken. Old Dutch Ware oftewel Oude Hollandse Waren staat erop geschreven. Het zouden mannen uit Volendam kunnen zijn. De man links draagt op zijn hoofs de winterse ruige muts, maar zijn jak, de zogenaamde polkabaai van katoen, is een kledingstuk dat in de zomer wordt gedragen. Zijn pijbroek klopt van kleur niet, want die is altijd zwart. Wat wel klopt is de broeklengte tot de enkels. De lappen op de broeken geven goed aan waar slijtage plaats vond.

Op oude ansichtkaarten is veel te zien van het leven van vroeger. De mensen die erop staan, zijn al jaren dood. Waar zou de kleding die ze droegen gebleven zijn?

Ik kan er gefascineerd naar kijken. Het lijkt alsof ze dan even terugkomen in de tijd.








Plaats een reactie