Modetentoonstellingen, het is bijna niet bij te houden hoeveel er op dit moment zijn. ‘Titanic & Fashion’ in het Kunstmuseum, ‘Iris van Herpen Sculpting the Senses’ in de Kunsthal, ‘Dresscodes’ in Paleis het Loo, ‘Suit Yourself – 100 years of menswear 1750 – 1850’ in het Rijksmuseum. Dan heb het nog niet eens over al die kleine musea die ook mode laten zien. Over de grens zijn er ook exposities die een bezoek waard zijn. ‘Marie Antoinette’s Style’ in het Victoria & Albert Museum in Londen, ‘Rococo Reboot!’ In Modemuseum Hasselt en ‘Girls’ in het MoMu in Antwerpen. Kortom, als je alles wilt zien moet je veel tijd hebben en veel reizen.
Dichter bij huis, ongeveer een half uur lopen van waar ik woon, is in het Scheepvaartmuseum de tijdelijke tentoonstelling ‘Oceanista – Fashion & Sea’ te zien. De wereld van de zee, met al zijn clichés en waarheden.

Tatoeages uit allerlei landen op de armen van stoere matrozen. De kapitein die met zijn sextant de koers bepaalt. Het avontuur van varen op zee met al zijn gevaren. Schipbreuk lijden en aanspoelen op een onbewoond eiland. Natuurlijk spookt ook de film ‘Querelle’ uit 1982 van Rainer Werner Fassbinder door mijn hoofd. Een donkere, homo-erotische wereld op het schip de Vengeur in de haven van Brest. Een film over broederschap, lust, geweld en verlangen; Jeanne Moreau zingt daarin het onvergetelijke lied ‘Each man kills the one he loves’.
Zelf ben ik al jaren gek op de gestreepte, klassieke, Bretonse tricot-shirt, ook wel marinière genoemd. Je kent ze vast wel.

We hebben een stapel in allerlei kleuren in de kast liggen. Ik noem het altijd een democratisch kledingstuk dat gedragen wordt door mannen en vrouwen van alle leeftijden en genders. Ooit zag ik op de Albert Cuypmarkt een oma, dochter met haar man en hun twee kinderen lopen in dezelfde streep.

Onze marinières zijn van het merk Saint James. Op hun site kun je de bijzondere geschiedenis van het merk lezen. Een erg verleidelijk site; zo’n mooie, blauwe caban staat op mijn lijst van ‘graag willen hebben’. Zelf heb ik in mijn tienerjaren, toen we met het gezin kampeerden in de Vendée, zo’n klassieke, Bretonse blauw-wit gestreepte trui gekregen met knoopjes op de schouder. Ik was dol op die trui; helaas heb ik er geen foto’s van. Het was een trui anders dan anders, maar ik herinner me wel dat hij kriebelde en dat ik de bovenste knoopjes vaak los had.

Naast het label van Saint James bestaat het merk Orcival, ook met gestreepte shirts geïnspireerd op truien voor de marine.

Niet zo gek dus dat ik bij de opening van de tentoonstelling in het Scheepvaartmuseum een blauw-wit gestreepte tricot droeg met daarover heen een klassieke zeeman-smock van lichtblauw katoen. Allebei van Saint James natuurlijk. Die smock had ik overigens nog nooit gedragen; hij heeft jaren in de kast gehangen voor dit moment. Er waren overigens bij de opening heel wat gasten gekleed in code zeeman of zeevrouw.



Direct in de eerste zaal was er al een groot, blauw-wit strepenfeest met kledingstukken uit verschillende collecties van Jean Paul Gaultier in de hoofdrol.

Overigens is Gaultier, gekleed in een marinière in 1990 gefotografeerd door het beroemde Franse duo Pierre et Gilles.

Het Nederlandse merk Martan laat de rode strepen dansen op hun prachtige shirt ontwerp. Afvaltextiel uit de luxe hotelindustrie is het materiaal dat ze voor hun collecties gebruiken.

In de volgende ruimte zijn naast officiële marine-uniformen ontwerpen te zien die daarop geïnspireerd zijn.

Een drietal sailors, gekleed in Thom Browne, staat in de woelige baren te staren naar de bezoekers.

Ook in de drie showpakken van De Toppers is de maritieme wereld goed te herkennen. Ze droegen de pakken tijdens hun Love Boat concerten in de Arena in 2012.
Let overigens ook op de kleding van het publiek want, ja, we zijn een zeevarend volkje!

Mijn absolute favoriet is het oversized shirt uit de lente/ zomer collectie Seafarer van het Franse merk Uniforme Paris. Hoe plezierig moet het zijn om samen met zo’n jonge matroos door de havenbuurt te lopen!


Verrassend is ook dat het homo-erotisch werk van Tom of Finland op de expositie te zien is. Op een wit shirt is een wat schaars geklede havenarbeider afgedrukt. Aan de binnenkant van een leren pet zijn twee matrozen te zien waarvan de linker een behoorlijk aanwezig kruis bezit.

In ieder stadjes een ander schatje – dat is een gezegde dat uit de zeevaartwereld komt. Zal vast wel waar wezen, maar in deze matrozenpet was een pasfoto genaaid van zijn liefje aan de wal. Zo was zij ten allen tijde op de woeste zee in zijn gedachten.

Natuurlijk is ook het klassieke matrozenpakje voor kleine jongens te zien.

Alsof ze vanuit golven ontstaan is, staat de Hydromedusa dress uit de collectie ‘Sensory seas’ (lente/zomer 2020) van Iris van Herpen te schitteren tegen een wand van stoffen zeewier.

Een traditionele oliejas met zuidwester mag niet ontbreken in deze tentoonstelling. Oorspronkelijk is de jas helder geel geweest om goed op te vallen, maar door het dagelijks gebruik op het schip is de kleur wat smerig geworden.

Ook onmisbaar is een reddingsvest als er nood aan de man is en het schip verlaten moet worden.

Wedstrijdzeilers kunnen niet zonder een waterdicht zeilpak. De Engelse wedstrijdzeiler Keith Musto (1936) begon zijn bedrijf Musto in 1964. De ontwerpen zijn innovatief en worden getest in extreme situaties. Op hun zeer informatieve site is veel over de geschiedenis en de ontwerpen te lezen.


Op een etalagehoofd lijkt een boot aangemeerd te zijn. Het is een hoed van Philip Treacy die zich liet inspireren door pruiken uit de 18de eeuw.

Wat ik goed vind van sommige modetentoonstellingen is als er werk te zien is van ontwerpers van wie ik nog nooit heb gehoord. Zo vraagt Tevin Blancheville in zijn werk ‘The other ones, the backpacker & fodder’ uit 2022 aandacht voor de behandeling van vluchtelingen.

In een ontwerp uit de Cashaca collectie van Quiana Cronie staat het Arubaanse gezegde ‘eet het meel en draag de zak’ centraal. Vroeger droegen Arubaanse vissers en boeren hemden en broeken van meelzakken. De moderne, duurzame variant hiervan wordt gemaakt van afgedankte tafelkleden uit lokale hotels.


Naast dit alles is er nog heel wat meer te bekijken zoals tatoeages en mode, activisme op een t-shirt van Virgil Abloh en traditionele visserstruien.


En deel van de tentoonstelling is ingericht als atelier met daarin kleding ontworpen door mbo-leerlingen van de opleiding Basismedewerker Fashion van het ROC Amsterdam.


Absolute aanrader deze geweldig ingerichte modetentoonstelling die nog te zien is tot en met 12 april 2026.







Plaats een reactie