Ooit kocht ik bij een Emmaüs ergens in Frankrijk een setje naalden van het merk Bohin. Lange en scherpe naalden waarvan ik er al een aantal heb gebruikt. Het merk zei me tot een aantal weken geleden niets. Eerlijk gezegd heb ik me nooit afgevraagd hoe een naald wordt gemaakt, en dat terwijl ik ze regelmatig gebruik. Datzelfde geldt ook voor spelden en paperclips. Wie wel?

In het binnenland van Normandië staat in het dorp Saint-Sulpice-sur-Risle ‘La Manufacture Bohin’. Een fabriek die naalden en spelden maakt. Wat ik niet wist – hoe kon ik het weten als ik er nooit over had nagedacht – is dat er 27 stappen en 2 maanden nodig zijn voor de naalden in een pakje zitten dat verkocht kan worden. Zo’n lang proces voor zo’n klein artikel! Ik was verbaasd.

La Manufacture Bohin is dagelijks in gebruik en je kunt er het hele proces volgen. Ook kun je er het museum bezoeken dat in 2014 werd geopend. Omdat augustus de vakantiemaand in Frankrijk is, zagen we geen live-demonstraties en moesten we het doen met video’s en goede Engelse teksten.

En met het tweetalige boek dat ik in de winkel kocht.

Nu ga ik niet alle stappen uitgebreid beschrijven, maar het begin van alles is een rol staaldraad in de beste kwaliteit, in dit geval van fijn carbonstaal.

Vanuit die rol wordt een deel geknipt en recht gemaakt. Daar zullen twee naalden uit tevoorschijn komen. Aan beide uiteinden wordt een punt geslepen en in het midden komen twee gaten. Is het nog te volgen?

Daarna worden ze uit elkaar geknipt en gaan ze het vervolgproces in. De naalden worden gehard door een thermische schok en na een oven van 835 graden gaan ze in een koud oliebad.

Ze worden gedroogd, gepolijst, gesorteerd.

Er volgt een inspectie of alle lengtes, ogen en punten gelijk zijn en na de allerlaatste check komen de naalden in pakjes terecht.

Bohin maakt ook spelden in veel soorten en diktes. Mijn favoriet is de gekleurde glaskopspeld, gemaakt van de beste kwaliteit Murano-glas.

In bakken staan ronde staven glas in allerlei kleuren die via een ingenieus proces knoppen worden op de kop van de speld. Glaskopspelden hebben het voordeel dat je er met een hoge temperatuur overheen kunt strijken, in tegenstelling tot plastic koppen die kunnen smelten.

Natuurlijk kocht ik een doosje vol kleur. Bij het maken van een zomershirt merkte ik dat ze van een betere kwaliteit zijn dan mijn gewone spelden.

Op de een of andere manier glijden ze beter door de stof. Heerlijk, ik wil nooit meer andere!

Bohin produceert ook veiligheidsspelden die er net even anders uitzien. Ze schijnen ideaal te zijn voor quilten, maar ik denk dat ze voor alles geschikt zijn waar je een veiligheidsspeld voor nodig hebt.

In de winkel bij de fabriek zijn al die soorten naalden en spelden natuurlijk te koop.

Ik kocht een fijne serie verschillende naalden zodat ik de komende jaren vooruit kan. Een draadknipper ging ook mee naar huis.

Naast die fabricage vertelt het museum, en de goede catalogus ook de geschiedenis van het bedrijf dat in 1833 in L’Aigle werd opgericht door Pierre-Nöel Bohin. In die fabriek werden houten en metalen producten gemaakt, denk aan dozen in allerlei soorten en maten. In 1866 werd de productie uitgebreid met onder andere naalden en spelden. Dit gebeurde onder de bezielende leiding van Benjamin Bohin die sinds 1856 aan het roer stond. Hij was een visionaire zakenman, nationalist en wereldburger. Hij maakte een reis rond de wereld, bedacht een eigen soort Esperanto en schreef een encyclopedie van tweeregelige rijmen. Jos kocht zijn boek. Bij het onderwerp Industrie: ‘Faisons le bien à la fabrique, / Aimons-nous tous en République’. Vrij vertaald: ‘Laten we het goede maken in de fabriek / en dat we allemaal houden van de Republiek.’


In 1873 werd zijn zoon Paul directeur van het bedrijf, dat vanaf toen de naam ‘B. Bohin et fils’ kreeg. Vanaf dat moment gingen de zaken goed. In 1900 produceerde het bedrijf 400 miljoen naalden en drie biljoen spelden! Ze kregen in dat jaar ‘Le grand prix’ tijdens l’Exposition universelle de Paris.
Vanaf 1952 is Bohin de enig overgebleven fabriek van spelden en naalden in Frankrijk. Er waren er heel wat meer, maar die hebben het niet kunnen redden. Bohin behoort nu tot het nationaal erfgoed van Frankrijk.

Het was een waar spelden- en naaldenfeest daar in de fabriek. Ons bezoek eindigde bij de tentoonstelling van de couturier Eymeric François.

In zijn creaties laat hij spelden de hoofdrol spelen. Mode die misschien niet direct draagbaar is, maar wel inventief en visueel zeer aantrekkelijk.

Als je met ijzeren spelden de suggestie van bont kunt geven, getuigt dat van een grote fantasie en verbeeldingskracht. In de modewereld is de speld een absolute noodzaak om een kledingstuk in elkaar te zetten; in zijn creaties gebruikt Eymeric François spelden om tot een nieuwe vormgeving te komen.

Je kunt zijn werk ook lezen als een ode aan werkers die in het atelier kleding in elkaar zetten.

Overigens is dit het 100ste artikel op mijn blog, de 10 brieven die er ook op staan niet meegeteld. Hoera!
Deze week heb ik een interview voor een podcast over de brief die ik aan Bregje Vreugdenhil schreef. Dit in het kader van het project ‘Vrouwen van Amsterdam – een ode’, geïnitieerd door het Amsterdam Museum. Mijn brief aan Bregje is voor dat project gebruikt als voorbeeld. Wie weet vind jij het ook leuk om een ode aan een Amsterdamse vrouw te schrijven. Kijk dan eens hier en wie weet lees ik jouw ode binnenkort op het platform.
Van Frédérique, de dochter van Andrée aan wie ik mijn laatste brief schreef, kreeg ik een zeer sympathieke reactie. Frédérique schreef dat zij door de brief geraakt was en dat haar moeder er blij mee zou zijn geweest.
Binnenkort hoop ik mijn blog een update te geven zodat het er wat anders uit gaat zien.
Dank aan al mijn lezers van wie ik vaak fijne reacties krijg. Mocht je mijn blog kunnen delen op de eigen social media, dan stel ik dat zeer op prijs. Hoe meer lezers hoe meer textielvreugde!








Geef een reactie op wwestenenk Reactie annuleren