93. Arnhem Modestad (2)

Stoffenwinkels, hoeveel zijn er nog? In elk geval steeds minder, ondanks de aandacht die er voor het zelf maken van kleding is. In het centrum van Arnhem is een geweldige stoffenwinkel gevestigd. De hartelijke en goedlachse Wendy Barten beheert daar in de Kortestraat 26 het stoffendomein Trickle Down Fabrics. Geopend op donderdag, vrijdag en zaterdag. Je vindt er rollen reststoffen van modeontwerpers in schitterende kleuren en kwaliteiten. Veelal uni met hier en daar een dessin of structuur. Wendy Barten koopt ook kleine partijen op van stoffabrikanten. Ze is een vrouw met veel ervaring in de branche. Modestudenten (Wendy werkt drie dagen per week op de modeafdeling van ARTEZ) zoeken in haar winkel stoffen voor hun collectie. Ook particulieren die iets bijzonders willen maken, weten de stoffenwinkel te vinden.

Ik liep er verlekkerd rond, kocht er nog niets, maar in de toekomst gaat dat vast gebeuren.

v.l.n.r. Marieke, Wendy en Diederik

Zo af en toe wordt de winkel van Wendy voor een dag overgenomen door DIED: de modeontwerpers Diederik Verbakel en Marieke Holthuis. In artikel 17 op dit blog schreef ik al over dit fantastische,  kleurrijke duo.

Foto: DIED

Op vrijdag 7 en zaterdag 8 juni organiseren ze weer een pop-up shop in de winkel.

Foto: DIED

Wendy Barten: ‘De hele zaak wordt door hen overgenomen en alles barst open vol kleur en vrolijkheid.’

Foto: DIED

Die vrolijkheid was nu al te zien in de etalage waar je al een deel van het nieuwe DIED project Fashion Circus kunt bewonderen.

Ontwerp: Diederik Verbakel

Jurken gemaakt van vintage zijden shawls, hoeden van vilt en kleurrijke pomponnen om de hals.

Looks/Makeup/Styling: Diederik Verbakel
Model: Diederik.
Foto: Ewoud Verbakel
Productie: Marieke Holthuis

Als je het weekend in de buurt bent, ga erheen!

Over het merk Hullekes is al veel geschreven. Ik volg het vanaf het begin. Circulaire mode, sociaal verantwoord en duurzaam. Eigenlijk zijn dat de uitgangspunten die ook in ‘Fashion Statement’ aan de orde komen, maar Hullekes past ze toe in goede en draagbare kleding. Sinds een tijd is er in Arnhem een eigen winkel in Wezenstraat 5 op de eerste verdieping. Je loop eerst een donkere gang door, aan het eind hangt een set kleding en via een stalen trap ga je naar boven.

Foto via de site van Hullekes

Daar in een lichte ruimte is al die prachtig gemaakte kleding te zien en te koop. Ik werd direct aangesproken door een leuke vrouw die er werkt (haar naam ben ik helaas vergeten) en na een plezierig gesprek heb ik de collectie goed bekeken. Ze doen daar echt wat aan het doorbreken van het gruwelijke modesysteem dat ‘Fast Fashion’ heet!

Als laatste stond een bezoek aan het Museum Arnhem op het programma. Onder de koepel op de eerste verdieping is daar als onderdeel van ‘Fashion Statement’ de presentatie ‘The Linen Project’ te zien.

In 2018 startte het project met het opnieuw produceren van vlas waaruit linnen gesponnen kan worden. Er wordt onderzocht of het mogelijk is om kleinschalige, lokale, biologisch vlasteelt en linnen-productie terug te krijgen in Nederland.

Ellen Rooijakkers, 2024

Vlasteelt is niet makkelijk. Een oogst kan gauw mislukken door te veel droogte of regen. Hoe daar mee om te gaan, is een leerproces voor de deelnemers aan dit project.

Linnen geklost kant

In de heerlijk rustige presentatie op tafels en aan de wand is veel te bekijken en te ontdekken.

Marieke van Mieghem, Wortels 2023/2024

Linnen weefsels die geverfd zijn met meekrap.

Plantaardig gekleurde garens die verwerkt worden in een gezamenlijk jasproject.

Ellen Rooijakkers, shawls 2023

Het is een tentoonstelling die de geest kalmeert en laat zien dat schoonheid in eenvoud kan zitten.

Maaike Gottschal, Groei, april 2024

Heerlijk om dit alles in Arnhem gezien te hebben!

92. Arnhem Modestad (1)

Arnhem, de stad waar ik bijna 66 jaar geleden werd geboren. Ook de stad waar ik studeerde voor modeontwerper aan de Kunstacademie. Vijf jaar lang ging ik vier avonden per week naar school. De  mannencollectie waarmee ik afstudeerde had als titel ‘Heroes’. Mode, ik heb er ondertussen een haat-liefde-verhouding mee gekregen; het raakt me zelden meer diep. Ik zeg liever dat ik een textielman ben.

Arnhem is ook de stad waar jarenlang de Mode Biënnale plaats vond. Ik heb ze allemaal gezien. Sinds een aantal edities heet die manifestatie ‘State of Fashion’. Dit jaar is de titel ‘Ties that Bind’. Het is, volgens het voorwoord in de bezoekersgids ‘een internationaal modeplatform waar alternatieven voor het huidige modesysteem een podium krijgen, met doorlopende (online) projecten, discussieprogramma’s en eens per twee jaar een modebiënnale. Centraal staat de vraag: hoe kunnen mode en textiel een bijdrage leveren aan een betere wereld?’

Dat is een prachtig uitgangspunt; het huidige modesysteem vol overproductie, milieuvervuiling en uitbuiting brengt de wereld waarin we leven zeer grote schade toe.

Terwijl ik dit schrijf, denk ik aan foto’s uit het boek ‘Kleerkastvasten’ van Sarah Vandoorne en weet ik dat een deel van de milieuschade het gevolg is van het dumpen van weggegooide goedkope westerse kleding op de stranden in Afrika. Wij in het noorden zijn het dan kwijt; de impact die het op de arme zuidelijk landen heeft, is desastreus. Je kunt dit zien als kolonialisme van deze tijd met het woord afval ervoor. Zij de troep en wij hier lege klerenkasten en kledingcontainers om weer te vullen. Wat een schande.

En dan is er de beperkte, vaak witte blik van modeontwerpers in het mondiale noorden.  Wat weten we eigenlijk van ontwerpers in het mondiale zuiden? Welke verhalen van hen moeten hier gehoord worden? Wellicht verhalen die ons inzicht geven in bijvoorbeeld de geschiedenis en nawerking van het koloniale verleden?

Werk van Alia Ali

In Arnhem kozen de curatoren Louise Bennetts en Rachel Dedman voor een samenwerking met Kallol Datta (Bengaluru, India), Sunny Dolat (Nairobi, Kenia) en Hanayrá Negreiros (São Paulo, Brazilië). Alle drie ervaren in het maken van belangrijke tentoonstellingen waarin de wereld van textiel wordt onderzocht.

De hoofdtentoonstelling van ‘Ties that Bind’ is tot 30 juni te zien is het Rembrandt theater. In de filmzalen van deze voormalige bioscoop komen vier thema’s aan bod: ‘Dismanteling Tradition’, ‘Political Bodies’, ‘Designing Integrity’ en ‘The Fabric of Shelter’.

Karim Adduchi

Bij ‘Dismanteling Tradition’ staat herwaardering en modern gebruik van traditionele textiele ambachten centraal. In de grote zaal staan en hangen op ronde plateaus bijzondere kledingstukken.

Het fragiele witte werk van de Zuid-Koreaanse Sun Lee is gemaakt van hanji-papier dat verschillende bewerkingen heeft gekregen.

Mohammed El Marnissi laat kleurrijke mannenkleding zien waarbij een traditionele techniek als tapijtweven is gebruikt.

Zelf vond ik de weefsels van Maison ARTC uit Marrakesh prachtig door het subtiele kleurgebruik.

Dakal Cloth is ontwikkeld door Nkwo Design Studio, in Lagos, Nigeria. Repen denim textielafval worden aan elkaar gestikt waardoor nieuw textiel ontstaat.

Op de eerste verdieping is thema ‘Political Bodies’ uitgewerkt. Van al het werk in de tentoonstelling raakte dat van Farah Fayyad mij het meest.

Tijdens de massale protesten van 2019 in Beirout plaatste ze samen met Siwar Kraytem en een groep vrienden een zeefdrukpers midden in het tumult van de demonstraties. Ter plekke kon iedereen op zijn of haar kleding een slogan laten drukken die lokale ontwerpers hadden gemaakt.

De kracht van het woord op kleding als activistische daad!

Kleding kan ook een taal spreken. Vijftien blouses gemaakt van restanten sari-stof met op de achterkant teksten in het Kanarees, Tamil, Teloegoe en Urdu. Kunstenaar Indu Antony ontwikkelde het project samen met de vrouwen van Namma Katte. Zo konden zij hun zorgen kwijt in textiel en grote problemen zichtbaar te maken.

In dezelfde ruimte een schitterend pak van IAMISIGO gemaakt van IAMISIGO. Door boomschors van de mulumba-boom langdurig te behandelen ontstaat die ambachtelijke stof.

De avondjurk Phoenix met traditioneel Taita kralenwerk maakte Patricia Mbela om aandacht te vragen voor herwaardering voor deze techniek uit Kenia.

Stof met waterprint vol verhalen over de relatie tussen Brazilië en Afrika van Goya Lopes golft als een zee over de vloer.

Shelter, oftewel bescherming. Dat begint al meteen met beschermende kleding als we geboren worden, maar textiel kan ook beschutting bieden tijdens conflicten. De twee zwevende tent-achtige vormen van Mounira Al Solh verwijzen naar haar jeugd tijdens de Libanese Burgeroorlog.

Om haar rustig te krijgen, knipte haar moeder gaatjes in kledingstukken die Mounira dan weer dicht moest naaien. De gaten in de tenten kun je zien als kogelgaten of als sterren aan de hemel.

In de laatste zaal met het thema ‘Designing Integrity’ staat het misbruik van mens en milieu centraal.

Natuurlijk is er hergebruik te zien, zoals in de kleding van het merk BUZIGAHILL uit Kampala, Oeganda.

‘About a Worker’ is een Chinese ontwerpstudio die een dialoog aanging met kleding- en textielarbeiders zodat ze hun werkkleding radicaal zouden aanpassen. Er wordt op grote schaal misbruik gemaakt van textielarbeiders en natuurlijk moet hier voortdurend aandacht voor worden gevraagd. Of dit echter een manier is om dat probleem op te lossen, vraag ik me af.

Luna Del Pinal

Als het gaat om oplossingen voor het grote wereldwijde textielprobleem, vond ik deze afdeling zwak. Met alleen een pleidooi voor hergebruik, kleinschaligheid en ambacht kom je er niet, denk ik.

Mohammed El Marnissi

Natuurlijk was het heerlijk om door de zalen te dwalen en me te verbazen over wat er te zien is. Maar ergens had ik verwacht en gehoopt dat deze versie van ‘State of Fashion’ radicaler zou zijn. Zitten we te wachten op al die ontwerpen die ook weer geproduceerd moeten worden? Die gekocht worden door een groep die het kan betalen?

Ik had gehoopt dat ergens aan het eind van de tentoonstelling radicaal geschreven zou staan dat we streng moeten minderen met produceren, nee dat we ermee moeten stoppen. Dat we moeten ophouden met steeds maar kopen omdat het zo goedkoop is. Dat we een eind moeten maken aan het commerciële systeem waarin we allemaal gevangen zitten. Dat we met een echte oplossing moeten komen in plaats van steeds maar te laten zien dat het een groot probleem is en dan met minimale oplossingen komen.

Of als we desondanks toch willen doorgaan met onze kleerkasten vullen, we bereid moeten zijn om meer te betalen. En dat we kledingmerken moeten dwingen om alleen opdrachten te geven aan fabrieken die hun werknemers eerlijk betalen. En dat we onze antwoorden op deze vragen gaan gebruiken als een echte aanzet voor een mondiale en revolutionaire verandering van de mode- en textielwereld. Geen woorden maar daden!