We wilden in Spanje de Semana Santa, de Heilige Week voor Pasen, meemaken. Dat is een traditioneel katholiek gebeuren waarbij het lijden van Christus centraal staat, grote beeldengroepen door straten en stegen worden gevoerd en anonieme boetelingen, begeleid door ritueel getrommel, in processies van kerk naar kerk lopen. Hoewel ik niet katholiek ben, houd ik wel van dat soort rituelen. Voor veel Spanjaarden is het vieren van de Semana Santa een serieus gebeuren waar ze vol overtuiging aan meedoen, in de stoet of als kijker aan de kant.
In heel Spanje vinden in die lijdensweek processies plaats. Van heel grote zoals in Valencia en Sevilla waar duizenden toeristen op afkomen tot heel kleine en zeer authentieke zoals wij meemaakten in Tortosa in de regio Catalonië. In Tortosa zagen we nauwelijks buitenlanders; het waren voornamelijk mensen uit de stad en omgeving die er als deelnemer of publiek bij betrokken waren. Doorgaans zijn er in de Heilige Week op aantal momenten processies: op de zondag voor Pasen, Palmzondag, om 8 uur ’s avonds, op vrijdagochtend om 12 uur ’s nachts (de stille processie) en op vrijdagavond om 8 uur de laatste.
De processies worden georganiseerd door de Hermandad ook wel Confraria genoemd. Dit zijn de Broederschappen die bij een bepaalde parochie horen. Sommige van die Confraria zijn al eeuwen oud.
In Tortosa is de Confraria de Sant Antoni dels Pagesos opgericht in 1363. Een vaandel getuigt daarvan. Om lid te worden van een Broederschap zijn er eisen waar je aan moet voldoen. Het eerste is natuurlijk dat je katholiek gedoopt bent. Daarnaast moet je leven naar de geest van de Broederschap: delen in het Roomse geloof, delen in de liefde van Christus, het evangelie verkondigen en delen in naastenliefde voor de medebroeders en -zusters. Vanzelfsprekend moet je ook meebetalen aan de uitmonstering van de processie.
Alle Broederschappen hebben hun eigen kleur en kleding. Die kleuren hebben te maken met de liturgische kleuren die in de katholieke kerk gebruikt worden en betekenis hebben.
De leden van Confraria Maria Immaculata dragen een lichtblauwe cape, de kleur van Maria.
Rood wordt gedragen door de Confraria de la Puríssima Sang; het symboliseert het bloed van de martelaren en het vuur van de heilige Geest.
Paars staat symbool voor boete, inkeer en voorbereiding; de leden van de Confraria Natzarens de Jésus zijn geheel in deze kleur gekleed.
Dan is er nog zwart voor rouw, wit voor zuiverheid en onschuld en groen dat staat voor hoop en eeuwig leven. In totaal zijn er tien Broederschappen in Tortosa. Op deze officiële website staan ze vermeld.
Naast deze kleur heeft elke Confraria een eigen symbool dat op de cape is geborduurd. Dat kan een doorboord hart zijn, een kruis, een doornenkroon, het hoofd van Jezus, een bloem of letters. Elke Confraria heeft ook en eigen vaandel, met borduursel en vaak al heel oud.
En dan, het meest opvallende, is er de ‘capirote’ oftewel de puntmuts die door de boetedoeners, de ‘nazarenos’ wordt gedragen. Die muts bedekt het hele gezicht; dat maakt de boeteling anoniem en geeft hem een bepaalde vrijheid.
Door gaten in de stof op ooghoogte kan hij zien waar hij loopt. Het verhaal gaat dat men vroeger dacht dat je door zo’n muts te dragen je dichter bij de hemel zou zijn. In de tijd van de Spaanse Inquisitie (1478) kregen mensen die ‘religieuze misdaden’ hadden gepleegd de doodstraf. Met zo’n boetekap op werden ze naar het schavot gebracht.
Vanaf de 17de eeuw namen de religieuze broederschappen het gebruik van de kap over. Boetelingen konden zo zonder herkend te worden in het openbaar voor hun zonden boeten. Het gebruik van de capirote tijdens de Semana Santa verspreidde zich snel door heel Spanje.
Het was een grote ervaring om de processies in het echt te zien.
Het tromgeroffel op grote trommels, het ritmisch lopen van de verschillende kleurige groepen door de smalle straten van de stad.
Tussen hen in grote rijdende beeldengroepen, de paso’s, waarop scènes uit het lijdensverhaal te zien zijn.
In nauwe straatjes met balkons die uitsteken en onder elektriciteitsdraden door was het soms een heel gemanoeuvreer om die immense beelden heelhuids door de stad te dragen.
Op het eind van de processie was Maria, de Bedroefde Moeder, te zien in een schitterende, blauwe mantel, een aureool van sterren om haar hoofd, tranen over haar wangen. Jong en oud liepen mee.
Tijdens de processie van Palmzondag deelden processiegangers snoep uit aan kinderen langs de kant.
De processie op vrijdagochtend (Goede vrijdag) om twaalf uur ’s nachts was van een andere orde. Er was hetzelfde tromgeroffel gevolgd door een stilte. De ‘paso’s’ bleven thuis. Alleen het kruis met Jezus werd door de straten gedragen.
Deze processie eindigde op het plein voor de kathedraal waar honderden bezoekers op de trappen zaten.
Daar wachtte ook Maria op haar overleden zoon. Ik was er zeer van onder de indruk en diep geraakt.
Je kunt natuurlijk zeggen dat het maar vreemd rooms theater is, maar dan ga je in mijn ogen voorbij aan de betekenis die het ritueel heeft, zowel voor deelnemers aan de processie als voor kijkers aan de kant. Met de duiding ‘katholieke poppenkast’ veroordeel je de mensen voor wie deze ceremonie veel betekent. Zelf ben ik absoluut tegen het instituut van de katholieke kerk met zijn dogmatische opvattingen, zijn discriminerende voorschriften, zijn afdwingend gezag dat niet van deze tijd is.
Maar voor mij gingen deze processies over iets anders: het delen van het universele lijdensverhaal van de mensheid volgens een eeuwenoude traditie. Daar zit schoonheid in en het heeft een diepe, spirituele, troostende betekenis. Veel niet-religieuze mensen zijn zeer geraakt door de muziek van de Matthäus-Passion. Zo’n zelfde gevoel ervoer ik bij het zien van de processies.
Op Paaszondag waren we in Teruel. Tijdens een wandeling door de stad stapten we een ruimte binnen waar de paso’s van de processies die in Teruel hadden plaatsgevonden afgebroken werden. Leden van de Broederschappen gingen hierbij zeer zorgvuldig te werk.
De doornenkroon van Jezus en gouden kroon van Maria lagen even op de grond voor ze in dozen verdwenen.
Maria, in haar schitterende mantel met daaronder veel lagen stof en repen kant werd langzaam afgepeld.
Al haar kleding werd daarna zorgvuldig opgevouwen en ingepakt voor volgend jaar. Dan zal ze weer stralen en haar kaarslicht over de inwoners van Teruel laten schijnen.