47. Een ABC-boek uit een jappenkamp

In de bijlage Tijdgeest van Trouw las ik een uitgebreid artikel over de illustrator van kinderboeken en schrijfster van kinderversjes Rie Cramer (1887 – 1977). Achter de wat zoete tekeningen die ze maakte, ging een uitgesproken vrijgevochten vrouw schuil. Een vrouw die voor zichzelf en haar carrière koos en dat was niet gebruikelijk in haar tijd. Behalve tekeningen voor haar eigen boeken en boeken van andere auteurs ontwierp ze ook logo’s, illustraties voor reclames en omslagen voor programmaboekjes.

Van de kinderboeken die ze illustreerde, is ook het ABC-boek bekend. De eerste druk dateert uit 1936. Haar ABC staat nog steeds in menig boekenkast te wachten om voorgelezen te worden. Je kent misschien de volgende regels:

A is een Aapje

dat stak daar een handje

Zo maar in ’t zakje

met kaakjes van Jantje

B is de Bakker

die heeft voor zijn ruiten

Broodjes en bollen

en brosse beschuiten

C is Charlotje

Die kreeg van haar Maatje

Twee cocoskransjes

En één chocolaatje

Tot de laatste letter van het alfabet:

Z is klein Zusje

die gaat naar haar bed

Geeft nog een zoentje

en uit is de pret

De A in de bijzondere ABC-boek

Van het boek zijn verschillende uitvoeringen gemaakt. Veel kinderen, die nu volwassen zijn, hebben op deze manier de letters van het alfabet geleerd. Op 8 augustus 2018 vond in het Rijksmuseum een schenking plaats van een bijzondere uitvoering van het ABC-boek. Het is een boek dat niet van papier is gemaakt maar van stof en dat een bijzondere geschiedenis met zich meedraagt.

Jaren geleden was ik bij vriendin Pem Hagers in Deventer op bezoek en ze vertelde me het verhaal dat bij dat ABC-boek hoort. In 1939, een jaar voor de tweede wereldoorlog begon, werd Pemmy, zoals ze  werd genoemd, geboren in het toenmalige Nederlands Indië. In mei 1942 moest zij  samen met haar moeder en zus Jos naar het Japans interneringskamp Brastagi op Noord Sumatra, 60 kilometer ten zuiden van Medan aan het Toba-meer. De kampleiding was Nederlands; in eerste instantie was er genoeg voedsel. Dat veranderde toen medio 1943 de Japanners de leiding overnamen. Eten werd schaars en de situatie in het kamp werd steeds dreigender voor de gevangenen. Pem vertelde dat er vaak nauwelijks eten was, maar als kind accepteer je zoiets soms eerder dan volwassenen.

In haar latere leven besefte ze hoe moeilijk het kampleven is geweest. Hoe overleef je in zo’n heftige situatie? Hoe houd je je staande bij de dreiging om gestraft of gedood te worden? Hoe ga je om met honger, pijn en verdriet en met de vraag of je er ooit levend uitkomt?

Met borduurgaren vastgezette maiskorrels werden gebruikt om brood te suggereren

Een school beginnen voor de kinderen werd niet getolereerd. Toch werd er stiekem lesgegeven door moeders met onderwijservaring op de avonden na het werk. De kinderen moesten goed en zinvol bezig worden gehouden. Lesboeken waren er natuurlijk niet, maar ergens in het geheim en goed verstopt in de barak was het ABC-boek van Rie Cramer. Misschien verborgen onder een matras of in een kussensloop.

De Franse knoopjes borduursteek geeft reliëf aan het geitje en de bomen

Textiel was schaars; als iets kapot ging, werd het hersteld door er een lapje stof op te naaien. Omdat de vrouwen afvielen, moesten kledingstukken worden aangepast. Bij die aanpassingen kwamen kleine lapjes stof en garens vrij. Vijf centimeter van een naad of zoom. Al die lapjes werden goed bewaard; je kon nooit weten of je ze ooit nog nodig zou hebben.

Op de zonnige dag dat Pem vijf jaar werd, kreeg ze als cadeau een boek dat speciaal voor haar was gemaakt: het ABC van Rie Cramer met beelden gemaakt van restjes stof.

De vrolijke verjaardagstaart

Voor de ondergrond waren rijstzakken gebruikt. Veel vrouwen in de barak hadden eraan meegewerkt. Alle pagina’s zijn gemaakt door verschillende vrouwen.

Kleine gefestoneerde lapjes vormen de teddybeer

De moeder van Pem, Miesje Hagers-Aalbersberg, had de regie over het geheel en tekende de figuren. Als ze over het resultaat niet tevreden was, veranderde ze het. Alles gebeurde in het geheim wanneer de kinderen sliepen.

Liesje heet Liekje

Hoe spannend moet dan zijn geweest; als het ontdekt zou worden, kwamen er sancties. Daar is moed en doorzettingsvermogen voor nodig.

Koude oostenwind in een tropisch klimaat

Het boek is met een grote liefde gemaakt; ik vind het van een grote schoonheid en ontroering. Bedenk dat er een flinke beperking in materialen was en dat alles steek voor steek is gemaakt door handen die steeds magerder werden door ondervoeding.

Dit alles en nog meer zit in al die pagina’s verborgen. Voor mij gaat dit boek ook over de kracht van positief zijn in een wereld die negatief en dreigend is. De liefde en het plezier om het gezamenlijk te maken, was vast ook een grote motor om het optimisme erin te houden.

Pem heeft nooit met het boek mogen spelen; wel herinnerde ze zich dat haar moeder verhaaltjes uit het boek vertelde. Het ABC werd zorgvuldig op een veilige plek bewaard; het ging mee toen de familie uit het kamp werd bevrijd en naar Nederland vertrok. Door die zorgvuldigheid heeft het boek weinig te lijden gehad. Later kreeg Pem het boek in haar bezit en werd het voor haar duidelijker dat het boek echt voor haar was gemaakt.

Max en zijn twee honden

Ik herinner me de eerste keer dat ik bij Pem thuis het boek zag. Het verhaal erachter raakte me diep. Nog nooit was ik zo dichtbij de verschrikkingen van een jappenkamp geweest en ik stelde me de vrouwen voor die steek voor steek dit werk hebben gemaakt.

Schaatsen in de tropen

Met Pem had ik een gesprek over wat ze moest doen met zo’n bijzonder boek. Ze vond dat het een goede bestemming moest krijgen na haar dood.  Aan een aantal musea bood ze het aan, maar er was weinig interesse. Merkwaardig vond ik dat omdat het zo’n bijzonder object is.

Het Rijksmuseum had er gelukkig wel belangstelling voor. De presentatie in het museum vond plaats op 19 mei 2022. Er is nog even sprake geweest om een facsimile van het boek uit geven, maar dat is tot nu toe helaas niet doorgegaan. Het ABC-boek is nu officieel opgenomen in de collectie van het Rijksmuseum; het is te zien in een vitrine op de afdeling 20ste eeuw in zaal 3.1.

16. Meer geborduurde letters

Letters en borduren, daar  heb ik al jaren wat mee. In dit blog laat ik een aantal van mijn letterborduurwerken zien.

Samen met vier andere kunstenaars uit Deventer organiseerden we onder de naam ‘Tour de Cuisine’ theatrale avonden. We kookten voor honderd gasten en presenteerden het diner op een kunstzinnige manier. Voor de avond in 1990 was de Nederlandse identiteit het uitgangspunt; daarmee staken we ook de draak. We bliezen het Deventer ‘College der Smulpapen anno 1592’ nieuw leven in. Dit college heeft daadwerkelijk bestaan en was een groep die in 1592 het stadsbestuur bekritiseerde en bespotte. Ik borduurde op witte overhemden in rood-blauwe kruissteken het nieuwe logo van het college. We droegen een rood geverfde houten lepel als stropdas en geruite bakkersbroeken.

Op uitnodiging voor een tentoonstelling over handwerktechnieken in het toenmalige Tassenmuseum Hendrickje in Amstelveen borduurde ik samen met vriendin/kunstenaar Evelien Verkerk de ‘Tas van Dirk’ en een kleine versie met de naam ‘Dirkje’. Dagen kruissteken borduren in rood en roze en de streepjescode in zwart en wit DMC garen. Na de tentoonstelling werden de twee tassen aangekocht door de Firma van den Broek. In een speciaal daarvoor gemaakte vitrine hangen ze in de hal van het hoofdkantoor in Hoofddorp.

Grote tas: 174.520 kruissteken / ca. 440 uur borduren.
Kleine tas: 43.630 kruissteken / ca. 110 uur borduren.
Foto: Ewout Staartjes

Voor de begrafenis van mijn man Bram Borgo op 6 april 2013 borduurde ik samen met vriendinnen de letters STILTE in rood garen op meer dan honderd witte zakdoeken. Bram koos dit woord omdat hij zo naar de stilte verlangde. Boven het woord printte ik een foto van Bram, gemaakt door fotograaf Gerard Dubois. Bij binnenkomst in de aula kreeg iedereen een zakdoek aangereikt als herinnering aan die bijzondere man. 

Dichterscafé Eijlders in Amsterdam vroeg in 2014 aan een groep dichters om een gedicht van henzelf op een beeldende manier te presenteren. Jos van Hest was een van die dichters. Ik borduurde op twee witte herenoverhemden op het zakje ter hoogte van het hart met rood garen twee gedichten van Jos. Ze gingen niet alleen over onze relatie, maar ook over de handeling van het borduren. Ingelijst hebben de hemden daar een maand gehangen. We hadden ze vaak kunnen verkopen maar dat wilden we niet omdat het over ons ging en we elkaar pas kort daarvoor hadden leren kennen.

Een aantal malen organiseerden we bij ons thuis een diner voor tien gasten. We nodigden een groep vrienden uit die elkaar niet goed kennen. Champagne bij binnenkomst en daarna samen eten aan een lange en mooi gedekte tafel. Elkaar leren kennen en over het leven praten was het thema. Bij een van die diners maakte ik uit oude damasten tafellakens vrolijke servetten met de namen van de gasten erop geborduurd. Die werden ook gebruikt om de tafelschikking te maken waarbij de regel was: stellen uit elkaar. Natuurlijk mocht iedereen het eigen servet mee naar huis nemen. Zodra het weer kan, gaan we weer diners organiseren; niets is fijner dan met vrienden te eten aan een feestelijk gedekte tafel en zo het leven te vieren.

In Soest deden Jos en ik mee aan een tentoonstelling met miniaturen van 10 bij 10 cm als uitgangspunt. Ik borduurde in grijs garen op oude en wat versleten Franse zakdoeken een gedicht van Jos. De functie van de zakdoek en de tekst kwamen bij elkaar. Opgevouwen kwamen ze in een lijst. Ze hangen nu aan de wand in mijn werkkamer.

Twee geborduurde servetten kreeg schrijver/dichter Willem van Toorn voor zijn 80ste verjaardag van ons.  Een voor hem en de andere voor zijn vrouw Ineke Holzhaus. De tekst is van Jos en de feestletters zijn ook door hem bedacht; de omgekeerde N is een bewuste keuze. De servetten zijn gewoon te gebruiken, wassen op maximaal 95 graden. Ik weet niet of Willem en Ineke ze al gewassen hebben. Wel weet ik dat ze lang op hun tafel hebben gelegen en dat ze ervan genoten.

‘De Onschuldigen’ (2017)
Samen met Evelien Verkerk borduurde ik 120 witte zakdoeken met daarop de 420 plaatsnamen en data van aanslagen in de wereld sinds de aanslag op de Twin Towers. Zwart garen als symbool voor veel slachtoffers en verschillende tinten grijs voor minder slachtoffers. Het werk gaat over terrorisme, onschuld en troost en verdriet. De witte zakdoek is daar het symbool van. De tentoonstelling was een maand te zien in de HeArtgallery in Hengelo. We kregen er lovende en ontroerende reacties op.

Op 10 november 2017 trouwde ik met Jos in het geheim. Voor ons twee, de vier getuigen en de trouwambtenaar borduurde ik op ongebruikte Franse linnen zakdoeken uit de jaren vijftig de tekst ‘Altijd’. Niemand gebruikte die zakdoek want een aardige ambtenaar van de gemeente deelde papieren tissues uit toen de tranen vloeiden. 

Voor het diner ’s avonds in Esther’s Cookery waren er voor iedereen antieke Franse damasten servetten met de datum, onze namen, de naam voor wie het servet was, en de regel ‘Voor jouw Lieve Lippen’.

Een jaar later gaven we ons trouwfeest in het Het Rijk van de Keizer in Amsterdam. Alle gasten dachten dat we op die dag zouden trouwen. We hielpen ze op een hilarische manier uit die droom maar deden wel de ringenceremonie in het bijzijn van al onze vrienden. Daarna een groot diner voor meer dan honderd gasten. Voor ieder van hen borduurde ik in allerlei kleuren borduurgaren een servet met onze namen en datum. Ze lagen op hen te wachten op de mooi gedekte tafels. Aan het einde van de avond mocht iedereen het servet mee naar huis nemen als herinnering.

Ik houd van borduren en zeker ook van letters borduren. Maar het mooist vind ik om toepasselijke letters, woorden, regels te borduren die een verband aangaan met de functie van het textiel object: een hemd, een zakdoek, een servet.