42. Over gaten zichtbaar herstellen

Werk van Evelien Verkerk

Op Facebook las ik bij een bericht van mijn goede vriendin Evelien Verkerk over het boek ‘On Mending’ van Celia Pym met als ondertitel ‘Stories of damage and repair’. Celia Pym is van oorsprong verpleegkundige. In dat werk werden vaak de woorden ‘on the mend’ gebruikt: ‘aan de beterende hand’. Mending oftewel herstellen is de laatste jaren populairder geworden. Een trui met een gat kan door een contrasterend borduursel nog jaren mee;  een scheur in een overhemd kan worden hersteld door er een lapje op te zetten van een andere stof. Bij ‘visible mending’ is de zichtbaarheid van de reparatie het startpunt. De reparatie mag en moet zelfs gezien worden. Het is een goede en creatieve manier om langer kledingstukken of ander textiel te gebruiken. Als je het goed doet, ziet het er geweldig uit, is het er rijker door geworden en kan het weer jaren mee.

Eerste fase herstel van het Baskische tafellaken met gaten

Mooi herstellen vraagt geduld en aandacht. Een aantal jaren geleden kocht ik bij een kringloopwinkel in Frankrijk een in plastic tape verpakt tafellaken. Er was een sticker opgeplakt waarop geschreven stond ’10 serviettes’. Of alles in goede staat was kon ik niet zien. Ik kocht het voor vijf euro en het ging mee naar Amsterdam. Nadat ik het uitgepakt had zag ik gaten in het tafellaken zitten. Ik besloot het zichtbaar te repareren en gebruikte daar een servet voor.

Zichtbaar gerepareerd Baskisch tafellaken

Geduld om het mooi te repareren bleek ik wel te hebben voor het oude tafellaken dat er na de reparatie heel vrolijk uitkwam.

Wollen shawl van Magee gekocht in Clifden, Ierland

Op een oude shawl kwam ik niet veel verder dan wat borduurgebroddel. Misschien moet ik daar maar verschillende lapjes op gaan zetten om de gaten weg te werken.

Visible mending direct toegepast op het boek

Ik bestelde het boek direct en kreeg het deze week in de bus. Helaas was het bij de hoeken gescheurd en beschadigd. Na een klacht erover kreeg ik het bericht dat me een nieuw, gaaf  exemplaar wordt toegestuurd. Ik moest er stiekem om lachen want een boek over herstellen dat beschadigd is, vraagt om ‘visible mending’.

‘On mending’ is geen doe-het-zelf boek over hoe je iets met repareren; daar zijn andere boeken voor zoals ‘Mending Matters’ van Katrina Rodabauch of websites van bijvoorbeeld Tom of Holland. Op de website ‘Nederlands gebreid’ van Evelien Verkerk zijn prachtige voorbeelden te vinden van historische stoplappen die als doel hadden meisjes te leren stoppen om zo kleding langer mee te laten gaan. Op de website staan ook patronen als je zelf zo’n stoplap wilt maken.

Houten stoppaddestoel, maasgaren en naalden, erfenis van vriendin Tonny Hollanders

In het boek van Celia Pym staan ontroerende verhalen over herstellen, verstellen en stoppen van kledingstukken. Ze schrijft dat sokken stoppen vaak het eerste is waar mensen aan denken als je het over dit onderwerp hebt. In mijn eigen geschiedenis klopt dat ook. Mijn moeder stopte alle sokken van haar zonen en haar echtgenoot. Ik zie mijn moeder nog zitten op de bank, hoe ze met haar vuist in een sok (ze gebruikte geen houten stopei of stoppaddenstoel) met een draadje maaswol in een naald een gat onzichtbaar stopte. Helaas heb ik geen sokken bewaard maar ik herinner me een paar dunne sokken van Comme des Garçons die ze met heel dun garen repareerde en die mijn echtgenoot Bram daarna nog door kon dragen.

Kleren zijn een tweede huid en ze vertellen verhalen over de mensen die ze hebben gedragen. Het lichaam zit in gebruikte kleren; dat kun je ook zien als je ’s avonds voor het naar bed gaan je kleren uittrekt. Wanneer iemand overlijdt, blijven zijn of haar kleren in de kast hangen. Na korte of lange tijd komt de vraag wat ermee moet gebeuren. Ga je ze zelf dragen, al dan niet aangepast? Breng je ze naar de kringloop?  Mogen vrienden er een keuze uit maken?

Celia Pym, tegenwoordig universitair docent textiel aan het Royal College of Art in Londen, ontmoet veel mensen die haar kapotte kleren brengen waar een verhaal achter zit. In haar boek zijn acht verhalen te lezen over reparaties op gebreide kledingstukken, een over twee rugzakken en de laatste gaat over een picknickkleed. Sommige verhalen gaan over familieleden zoals haar tante Elisabeth die weduwe werd nadat haar man Patrick Cobb omkwam tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Blauwe stoppages op de mouwen van het vest Foto: Michele Pazeri

Haar simpele naturelkleurige vest van het merk Murray Brothers heeft tante Elisabeth veel gedragen tijdens wandelingen met haar hond. Het vest sleet, met name bij de ellenbogen. Celia repareerde het twee keer liefdevol met twee verschillende kleuren blauw garen.

Gele stoppages op het oranje breiwerk Foto: Michele Panzeri

Een ander verhaal gaat over de oranje slip-over van Bill Smith, gebreid door zijn vrouw Ursie Smith ongeveer dertig jaar geleden. Bill droeg graag heldere kleuren en dit kledingstuk is er een voorbeeld van. In 2010 en 2017 is het meerdere keren gestopt met gele wol en Bill heeft het kledingstuk tot zijn dood in 2020 gedragen. Helaas is het verdwenen in het tehuis voor demente ouderen waar hij de laatste tien dagen van zijn leven verbleef. Door het verhaal met foto’s over deze slip-over te vertellen is het er toch nog.

Het kleine boek vol ontroerende levensverhalen via gerepareerd textiel bracht me ook bij een kledingstuk van mezelf dat Evelien Verkerk voor mij  heeft gerepareerd en dat ik sindsdien koester.

In september 2011 was ik met een groep collega-docenten in Italië in het kader van bijscholing. We bezochten scholen, bedrijven en een beurs. Op een vrije middag gingen we naar Venetië. In een kleine winkel van het merk Falconeri hing een tricot colbert. Dat had ik al eerder gezien in een andere winkel van hetzelfde merk in Vicenza, maar daar was ik al voor de bijl gegaan voor een mouwloos vest. In de winkel in Venetië trok ik het colbert aan en het paste zo goed! Toen een collega zei dat ik er spijt van zou krijgen als ik het niet zou kopen, kocht ik het jasje. Gemaakt van 100% wol in een subtiel blauw met bruin ruitje. Het ging mee naar Nederland en ik droeg het met een effen overhemd eronder als ik er bij speciale gelegenheden wat gekleder moest uitzien.

Mijn man Bram stierf op 2 april 2013. Op zijn begrafenis droeg ik het colbert. Dat was met een reden: niet alleen dat ik het graag droeg, maar Bram vond het me ook mooi staan. Het jasje gaf me warmte op een moeilijke dag vol herinneringen en omhelzingen van vrienden. Tijdens mijn speech aan het einde van de ceremonie gaf het me zekerheid. Ik ben ervan overtuigd dat het jasje me vertrouwen heeft gegeven tijdens die toespraak die je maar een keer kunt doen en die goed moet overkomen.

Herstelplekken aangegeven met wit garen Foto: Evelien Verkerk

Het colbert ging de klerenkast in. Ineens waren ze er, of waren ze er al langer? Motten die in de aanval waren gegaan op mijn gebreide wollen sokken, truien en vesten. Overal gaten! Al dat moois verdween in de vuilniszak. Ook mijn allermooiste jasje was niet aan de vraatzucht ontkomen. Die vliegende monsters hadden zich tegoed gedaan op verschillende plekken aan voor- en achterkant en op de mouwen. Mijn colbert vol herinneringen, ik kon wel janken.

Reparatiestadia Foto: Evelien Verkerk

Ik vertelde het aan Evelien Verkerk. Ze nam het jasje mee en repareerde het op een manier die ik niet voor mogelijk had gehouden. Ze maakte van al die gaten kleine, verfijnde contrasterende kleurvlakken in hetzelfde motief als het origineel. Dat ze daar het geduld voor had, vind ik nog steeds een wonder. Aan het colbert heeft ze een lichtheid en vrolijkheid toegevoegd. Dat past goed bij mij want eigenlijk ben ik een optimistisch mens en vind ik dat je het leven moet vieren waar mogelijk.  Als ik het colbert draag, krijg ik veel complementen; veel mensen denken dat ik het zo gekocht heb.

Mijn lievelingsjasje vol herinneringen

Er is iets aan toegevoegd dat te maken heeft met mijn leven en met speciale momenten dat ik het jasje droeg. Het verhaal van mijn colbert zou goed in het boek van Celia Pym passen.  

16. Meer geborduurde letters

Letters en borduren, daar  heb ik al jaren wat mee. In dit blog laat ik een aantal van mijn letterborduurwerken zien.

Samen met vier andere kunstenaars uit Deventer organiseerden we onder de naam ‘Tour de Cuisine’ theatrale avonden. We kookten voor honderd gasten en presenteerden het diner op een kunstzinnige manier. Voor de avond in 1990 was de Nederlandse identiteit het uitgangspunt; daarmee staken we ook de draak. We bliezen het Deventer ‘College der Smulpapen anno 1592’ nieuw leven in. Dit college heeft daadwerkelijk bestaan en was een groep die in 1592 het stadsbestuur bekritiseerde en bespotte. Ik borduurde op witte overhemden in rood-blauwe kruissteken het nieuwe logo van het college. We droegen een rood geverfde houten lepel als stropdas en geruite bakkersbroeken.

Op uitnodiging voor een tentoonstelling over handwerktechnieken in het toenmalige Tassenmuseum Hendrickje in Amstelveen borduurde ik samen met vriendin/kunstenaar Evelien Verkerk de ‘Tas van Dirk’ en een kleine versie met de naam ‘Dirkje’. Dagen kruissteken borduren in rood en roze en de streepjescode in zwart en wit DMC garen. Na de tentoonstelling werden de twee tassen aangekocht door de Firma van den Broek. In een speciaal daarvoor gemaakte vitrine hangen ze in de hal van het hoofdkantoor in Hoofddorp.

Grote tas: 174.520 kruissteken / ca. 440 uur borduren.
Kleine tas: 43.630 kruissteken / ca. 110 uur borduren.
Foto: Ewout Staartjes

Voor de begrafenis van mijn man Bram Borgo op 6 april 2013 borduurde ik samen met vriendinnen de letters STILTE in rood garen op meer dan honderd witte zakdoeken. Bram koos dit woord omdat hij zo naar de stilte verlangde. Boven het woord printte ik een foto van Bram, gemaakt door fotograaf Gerard Dubois. Bij binnenkomst in de aula kreeg iedereen een zakdoek aangereikt als herinnering aan die bijzondere man. 

Dichterscafé Eijlders in Amsterdam vroeg in 2014 aan een groep dichters om een gedicht van henzelf op een beeldende manier te presenteren. Jos van Hest was een van die dichters. Ik borduurde op twee witte herenoverhemden op het zakje ter hoogte van het hart met rood garen twee gedichten van Jos. Ze gingen niet alleen over onze relatie, maar ook over de handeling van het borduren. Ingelijst hebben de hemden daar een maand gehangen. We hadden ze vaak kunnen verkopen maar dat wilden we niet omdat het over ons ging en we elkaar pas kort daarvoor hadden leren kennen.

Een aantal malen organiseerden we bij ons thuis een diner voor tien gasten. We nodigden een groep vrienden uit die elkaar niet goed kennen. Champagne bij binnenkomst en daarna samen eten aan een lange en mooi gedekte tafel. Elkaar leren kennen en over het leven praten was het thema. Bij een van die diners maakte ik uit oude damasten tafellakens vrolijke servetten met de namen van de gasten erop geborduurd. Die werden ook gebruikt om de tafelschikking te maken waarbij de regel was: stellen uit elkaar. Natuurlijk mocht iedereen het eigen servet mee naar huis nemen. Zodra het weer kan, gaan we weer diners organiseren; niets is fijner dan met vrienden te eten aan een feestelijk gedekte tafel en zo het leven te vieren.

In Soest deden Jos en ik mee aan een tentoonstelling met miniaturen van 10 bij 10 cm als uitgangspunt. Ik borduurde in grijs garen op oude en wat versleten Franse zakdoeken een gedicht van Jos. De functie van de zakdoek en de tekst kwamen bij elkaar. Opgevouwen kwamen ze in een lijst. Ze hangen nu aan de wand in mijn werkkamer.

Twee geborduurde servetten kreeg schrijver/dichter Willem van Toorn voor zijn 80ste verjaardag van ons.  Een voor hem en de andere voor zijn vrouw Ineke Holzhaus. De tekst is van Jos en de feestletters zijn ook door hem bedacht; de omgekeerde N is een bewuste keuze. De servetten zijn gewoon te gebruiken, wassen op maximaal 95 graden. Ik weet niet of Willem en Ineke ze al gewassen hebben. Wel weet ik dat ze lang op hun tafel hebben gelegen en dat ze ervan genoten.

‘De Onschuldigen’ (2017)
Samen met Evelien Verkerk borduurde ik 120 witte zakdoeken met daarop de 420 plaatsnamen en data van aanslagen in de wereld sinds de aanslag op de Twin Towers. Zwart garen als symbool voor veel slachtoffers en verschillende tinten grijs voor minder slachtoffers. Het werk gaat over terrorisme, onschuld en troost en verdriet. De witte zakdoek is daar het symbool van. De tentoonstelling was een maand te zien in de HeArtgallery in Hengelo. We kregen er lovende en ontroerende reacties op.

Op 10 november 2017 trouwde ik met Jos in het geheim. Voor ons twee, de vier getuigen en de trouwambtenaar borduurde ik op ongebruikte Franse linnen zakdoeken uit de jaren vijftig de tekst ‘Altijd’. Niemand gebruikte die zakdoek want een aardige ambtenaar van de gemeente deelde papieren tissues uit toen de tranen vloeiden. 

Voor het diner ’s avonds in Esther’s Cookery waren er voor iedereen antieke Franse damasten servetten met de datum, onze namen, de naam voor wie het servet was, en de regel ‘Voor jouw Lieve Lippen’.

Een jaar later gaven we ons trouwfeest in het Het Rijk van de Keizer in Amsterdam. Alle gasten dachten dat we op die dag zouden trouwen. We hielpen ze op een hilarische manier uit die droom maar deden wel de ringenceremonie in het bijzijn van al onze vrienden. Daarna een groot diner voor meer dan honderd gasten. Voor ieder van hen borduurde ik in allerlei kleuren borduurgaren een servet met onze namen en datum. Ze lagen op hen te wachten op de mooi gedekte tafels. Aan het einde van de avond mocht iedereen het servet mee naar huis nemen als herinnering.

Ik houd van borduren en zeker ook van letters borduren. Maar het mooist vind ik om toepasselijke letters, woorden, regels te borduren die een verband aangaan met de functie van het textiel object: een hemd, een zakdoek, een servet.