95. Zomerdag in Schagen

Op een niet zo’n zomerse dag vond de jaarlijkse zomerdag van de Nederlandse Kostuumvereniging plaats in Schagen. Traditiegetrouw staat die dag altijd in het teken van streekdracht. In zaal Alpha werden honderd leden de hele dag getrakteerd op vele ins en outs van de Noord-Hollandse streekdracht. Een dag gevuld met lezingen, bezoek aan Museum Vreeburg en eindigend met een vrolijke kostuumshow.

Voorzitter Saskia Kuus opende de dag en legde uit wat de uitdrukking ‘Pikt en dreven voor de kraam langs’ betekent: Netjes gekleed langs de kramen op de markt gaan.

Hans Verberne, groot kenner van de streekdracht van Noord-Holland, vertelde boeiend over de ontwikkeling van mannenmode in Noord-Holland. In zijn lezing kwamen schitterende woorden langs zoals: bulloper, melkersjasje, hannekemaaiers en kassieventers.

Rienk Mud, de voorzitter van de Stichting Bevordering Westfriese Folklore sprak enthousiast over de Westfriese marktdagen waarop de dracht in volle glorie te zien is. Door hem weet ik nu dat een poppensnor een kinderwagen is.

Piet Minderhoud, groot kenner van streekdrachtsieraden, sprak informatief en meeslepend over het ontstaan en de ontwikkeling van het Noord-Hollands oorijzer tussen 1600 en 1900.

Dat het fabeldier griffioen zichtbaar is in die geschiedenis van het oorijzer was nieuw voor mij.

Net zoals het begrip dubbele boeken aan het oorijzer. Wat is het toch altijd heerlijk om mensen liefdevol en met grote inzet te horen praten  over hun betrokkenheid bij een specifiek thema.

In de pauze kon je museum Vreeburg bezoeken.

In dat museum, ooit een boerderij, liepen tussen de sjezen en landauers dames in dracht.

Ik had een mooi gesprek met een dame uit Hindeloopen.

Ze was gekleed in een sitsen wentke met bijpassende houten tas vol traditioneel beschilderde bloemen, krullen en herten. Die tas was behoorlijk zwaar, maar stond wel prachtig bij haar kostuum. Ze vertelde dat het museum Hindeloopen na een langdurige verbouwing weer opengaat op 19 juni. Ik heb het lang geleden bezocht en ik ben reuze benieuwd hoe het er nu uitziet.

Na nog een lezing in de middag en de presentatie van de schitterende film ‘Niet ijdel maar wel de mooiste’ over het opzetten van de kap en muts was het tijd voor de kostuumshow, vaak een traditioneel einde van de zomerdag.

Dat werd verzorgd door de commissie Kap en Dek, een onderdeel van het Westfries genootschap. De leden houden zich bezig onder andere met het maken van replica’s van de Westfriese dracht en hebben grote kennis over al de kledingstukken en sieraden die erbij horen.

Twee modellen in witte nachtjaponnen kwamen het toneel op.

Na achter  een kamerscherm hun ondergoed te hebben aangetrokken, verschenen ze weer op het podium om stap voor stap te worden aangekleed.

Links de vrouw die niet rijk was en die zich de schitterende kleding van de rechterdame niet kon permitteren.

Dat de rijke dame aanzienlijk meer tijd nodig had om zich aan te laten kleden, werd snel duidelijk.

Terwijl de rijke mevrouw in het korset werd geregen, zat de gewone vrouw al een tijdje aardappels te schillen. Mevrouw kreeg een jurk aan en de piepers moesten hun jasje uitdoen.

De modellen en de twee ‘aankleders’ hadden duidelijk plezier in het aankleedfeest.

Ladyspeaker Ingrid legde alle stappen duidelijk uit en gaf antwoorden op vragen uit de zaal.

Geweldig om al die handelingen te zien en uitgelegd te krijgen.

Een serieuze maar ook grappige show.

Toen de gewone vrouw als laatste haar schort ombond en de ondermutsen en boerenhoedje opgezet kreeg en de rijke dame de kap met hoed op kreeg, was het tijd voor de staatsiefoto.

Mocht je ook zo’n bijzondere dag  willen meemaken, word dan lid van de Nederlandse Kostuumvereniging. Op deze website is alle informatie te vinden.

Wie weet zie ik je dan op de Najaarsdag in het Fries Museum in Leeuwarden die in het teken staat van de tentoonstelling ‘Ja, ik wil’ of op de Winterdag in januari bij de tentoonstelling Dior, a New Look in het Kunstmuseum in Den Haag.