27. Breien voor Sheltersuit

Over liefde en compassie

Op 10 februari 2022 kreeg ik via Instagram een bericht van Bas Timmer, oud-leerling van me uit Enschede, of ik hem wou bellen. Dat deed ik natuurlijk want Bas is de bedenker en oprichter van Sheltersuit: het label dat speciaal voor daklozen en vluchtelingen een wind- en waterdicht jack produceert met een optionele bevestiging voor een slaapzak. Alle informatie en achtergrond vind je op hun site.

Terug naar het telefoongesprek. Bas Timmer vertelde dat Sheltersuit ook een modelabel zou gaan worden ter ondersteuning van de Stichting Sheltersuit. Met de opbrengst van de modecollectie zou het belangrijke werk dat ze doen nog verder kunnen gaan. De presentatie en eerste modeshow zou op 4 maart plaatsvinden in Palais de Tokyo tijdens Paris Fashion Week. Hij en zijn team waren aan het werk met 21 looks en hij had er gebreide mutsen en polswarmers bij nodig. Grof gebreid en stevig.

Bas vroeg me of ik ook bivakmutsen kon breien: minimaal vier sets, maar liever wat meer zodat er keuze zou zijn, in uni en in twee kleuren. Zou ik dat willen doen?

Natuurlijk zei ik meteen ja. Het is geweldig als een vroegere student van je dit aan je vraagt. Bovendien vind ik Sheltersuit een belangwekkend project en daar wil ik graag aan meewerken.

Schets, garenkeuze, proefmodellen (gebreid in twee dagen) en dubbele draad op naald 12

Ik ging direct aan de slag, want er was tijdsdruk. Ruim een week had ik ervoor, want de mutsen en polswarmers moesten op tijd in Parijs zijn voor video en fotoshoot. Ik begon met garen zoeken en bestellen, schetsen maken en doormailen, telefonisch overleggen met Bas, breipennen van de juiste dikte zoeken. Het werd een weekend van proefmodellen breien. Ik vond ze niet goed, te gewoon en te braaf. Het idee van de bivakmuts viel af want die muts zag er te gesloten uit voor een open label.

Minderingen en het patroon opschrijven.

Dubbele draad in twee recht twee averecht op naald 12 gaf goed resultaat. Foto’s werden naar Parijs gemaild. Voortdurend overleg. Hele dagen en avonden was ik aan het breien.

Mutsen in uni en twee kleuren met polswarmers

Een serie van zeven mutsen in unikleuren, drie in twee kleuren en een serie specials in meerdere kleuren kwamen van de pennen, met bijpassende polswarmers. Ik verpakte alles zorgvuldig in dozen en stuurde het breiwerk naar Parijs.

Specials in meerdere kleuren.

Daar kwam het ruim op tijd aan. Bas en zijn team waren er blij mee, het was precies wat ze wilden, nog beter zelfs.

Links Bas en rechts Tony gemaakt tijdens de opnames voor de video

Natuurlijk werd ik uitgenodigd voor de show. In eerste instantie zou ik niet gaan, jammer maar er stonden andere zaken die dag op de agenda.

Foto’s via Bas gekregen met geheel rechts Shasho Ahmad

Tot het moment afgelopen woensdag dat ik weer een serie foto’s uit Parijs kreeg en ik een grote ontroering voelde.

Foto © Tony Dočekal voor Sheltersuit

Ik liet ze aan Jos zien die direct zei dat ik erheen moest en dat ik meteen een treinticket moest boeken. Dat deed ik en zo liep ik afgelopen vrijdag al om kwart voor tien ’s ochtends door Parijs.

Onderweg in de trein had ik nog tien Oekraïense harten gebreid, die ik kon weggeven tijdens de show (met dank aan Loret Karman die heel snel blauw en geel garen voor me had geverfd).

Om vier uur was de show in Palais de Tokyo. Tijdens het wachten om naar binnen te kunnen zag ik al wat modellen met mijn mutsen op. Ik liep door een gang met aan beide kanten opgestapelde rugzakken met daarin Sheltersuits. In de showruimte ook twee bergen Sheltersuits.

Rijen oude stoelen stonden er om heen. Ik mocht front row zitten.

De beroemde modejournaliste Suzy Menkes (met beroemde kuif) zat een paar stoelen van me vandaan. Ik had haar een gebreid hart willen geven maar dat is helaas niet gelukt.

Motto van het label Foto © Tony Dočekal voor Sheltersuit

Tussen Chanel, Dior en met ondersteuning van modehuis Chloé maakte modeontwerper en activist Bas Timmer op Paris Fashion Week zijn entree! Voor een publiek van  modejournalisten, stylisten, inkopers, vrienden en medewerkers werd het duurzame streetwearmerk Sheltersuit Label gepresenteerd aan de modewereld.

Alles gemaakt van geupcycelde materialen en overgebleven stoffen van Chloé. De opbrengst van het luxemerk Sheltersuit Label voor ‘the rich and the famous’ wordt gebruikt om anonieme daklozen en vluchtelingen warm te houden.

Foto’s ©Alex Pommier voor Sheltersuit

Aan het begin van de show klonken stemmen van daklozen door de ruimte. De modellen, die allemaal bij de Opera werken, hadden een krachtige en kleurrijke uitstraling.

Foto’s ©Alex Pommier voor Sheltersuit

Hun jassen, broeken en vesten zagen er levenslustig uit. Wat een energie heeft die kleding! Mijn mutsen dansten op de hoofden en de polswarmers spetterden van kleur.

Foto’s ©Alex Pommier voor Sheltersuit

Ik kreeg via Bas ook nog een prachtige serie foto’s van achter de schermen terwijl de modellen stonden te wachten om op te gaan.

Foto © Tony Dočekal voor Sheltersuit

Aan het einde van de show hield Bas Timmer een kleine toespraak; hij droeg mijn gebreide Oekraïnehart. Trots ben ik op hem en zijn team; zonder Shasho, Tony en al die andere medewerkers was het in zo’n korte tijd niet gelukt.

Bas en ik na de tweede show. Foto: Sonna Krom
Sterke modellen in een sterke eerste collectie

Achter de schermen waren er hapjes, drank, vrolijke modellen, familie van Bas en medewerkers van Sheltersuit. Dat project zat al in mijn hoofd en hart, maar nu nog meer.

Foto: Sonna Krom

Later zag ik de video waarin de mutsen ook een grote rol spelen.

Het lookbook met de hele collectie staat ondertussen ook op de site.

Foto © Tony Dočekal voor Sheltersuit

Op je 63ste je breidebuut maken in Parijs is niet voor iedereen weggelegd en dan nog wel bij dit merk. Ik ben er intens blij mee.

23. De Arc de Triomphe, twee keer anders

Parijs, we komen er graag. Door covid waren we er een tijd niet geweest, maar nu moesten we er echt heen: de ingepakte Arc de Triomphe van Christo en Jean-Claude zien. Een visueel feest dat slechts zestien dagen duurde, midden op Place Charles de Gaulle. Op 4 oktober startte het uitkleden van de Arc en vrij kort daarna is de ereboog weer in zijn normale glorie te zien.

Het inpakken van de Arc is een project van jaren geweest. De eerste tekening van Christo van een ingepakte Arc dateert uit 1961. Toestemming om het plan uit te voeren kostte het echtpaar C&JC jaren. Zoals gebruikelijk vroegen ze er geen cent subsidie voor en wilden ze niet werken met sponsors. Het project werd volledig gefinancierd door C&CJ zelf uit de verkoop van hun kunstwerken. Ze hebben hun Parijse droom zelf niet kunnen zien. Jean-Claude overleed in 2009, Christo in 2020.

Midden op dat immense plein staat dat grote bouwwerk met het graf voor de onbekende soldaat. Wij liepen er via de Avenue des Champs-Élysées naar toe. De gevel vol modeontwerpen van Dior keek ons lichtzinnig na.

Auto’s cirkelen eromheen; de belangrijkste boulevards komen er op uit. Via een ondergrondse tunnel kun je de triomfboog bereiken.

De eerste aanblik van de ingepakte Arc was overweldigend. Op een bewolkte maandagmiddag stond daar dat zilveren juweel in volle uitstraling. We bleven er tot het donker werd en de lichten aangingen. Ineens leek hij van goud.

De volgende twee dagen scheen de zon volop. Een strakblauwe lucht zorgde ervoor dat de triomfboog nog meer glom en nog meer aandacht vroeg. Wat ook opviel waren de rode koorden die de stof vasthielden en zorgden voor ontelbare plooien en rimpels die licht bewogen in de wind.

Op woensdagmorgen stonden we boven op het terras van de Arc. Het platform was een sprookje van zilver. De wereld daar was een grote hoes die over het terras was getrokken en waarover je kon lopen. De precisie waarmee dat alles was gemaakt, helemaal op vorm!

En dan het uitzicht naar alle kanten van Parijs. Onvergetelijk. Te weten dat dat wonder er maar even is en dat wij er waren.

Op het plein rondom de Arc liepen gidsen rond. In hun heuptas zaten kleine vierkantjes textiel die ze uitdeelden als je er om vroeg: hetzelfde materiaal als dat waarmee de Arc is ingepakt. Die inpakstof is speciaal ontwikkeld propyleen met een zilveren buitenkant en een blauwe binnenkant. Na het project zal de stof gerecycled worden.

Een gids vertelde dat de kleding die ze droegen speciaal ontworpen was door Issey Miyake. Ineens viel de plissé stof van de broek samen met de rimpels op de Arc. De gids zei dat ze na afloop de kleding mocht houden. Ik werd ogenblikkelijk jaloers.  Wie wil er nu niet een outfit van Miyake dragen?

Afmetingen? 25.000 vierkante meter en 3000 meter rood koord. Bedenk daarbij dat er kilometers naden gestikt zijn en dat alles moest kloppen voor de opbouw kon beginnen.

Een feestelijk meesterstuk! Een magistraal wonder! We hebben het gezien; een paar vierkantjes herinneren ons eraan.

De Arc de Triomphe is een van de gebouwen die Parijs beroemd heeft gemaakt in de wereld. Net als de Eiffeltoren, de Sacré-Cœur en het Louvre. Je vind afbeeldingen op sleutelhangers en mokken, op t-shirts en koelkastmagneten.

Hoe anders is dan het werk van Raoul Dufy ( Le Havre, 3 juni 1877 – Forcalquier, 23 maart 1953) waarin deze gebouwen een grote rol spelen. De tentoonstelling ‘Le Paris de Dufy’ in het kleine Museé de Montmartre liet ons Parijs door zijn ogen zien. Rijk van kleur, vol vrolijkheid en lichtheid. Alles met een directheid getekend of geschilderd, vol zwier en beweging.

Dat Dufy ook textiel heeft ontworpen wist ik niet. In een zaal stonden een bank en stoelen, bekleed met stoffen die hij heeft ontworpen. Vol rozen en andere bloemen en met alle gebouwen die Parijs zo Parijs maken.

Een geweven Arc de Triomphe midden op de rug van een stoel en klein, gezien vanaf Place de la Concorde, op een andere stoel.  

In de catalogus las ik dat Dufy een grote interesse in andere vormen van kunst had. Naast schilderen en tekenen heeft hij zich bezig gehouden met decors, keramiek, dessinontwerpen, mode en muurschilderingen. Ook weefsels hadden zijn grote interesse; in 1922 kwam hij in  contact met gobelinweverij ‘Manufacture de Beauvais’. De eigenaar, Jean Ajalbert, vroeg via het kunstenaarstijdschrift ‘Bulletin de la vie artistique’ welke kunstenaar van die tijd geschikt zou zijn om weefsels te ontwerpen die gebruikt konden worden om meubels te bekleden. Dufy maakte vervolgens nieuwe ontwerpen waarbij gebouwen van Parijs het uitgangspunt waren. Dat hij weinig van weven wist, zag hij zelf niet als een probleem; hij had toen al tien jaar ervaring met het ontwerpen van dessins voor de textielindustrie.

Het moet vast en zeker moeilijk zijn geweest om zijn ontwerpen te weven. Voor de wevers was het een grote uitdaging. Ze hadden nog nooit zoveel verschillende tinten garen gebruikt en die mochten niet door elkaar gehaald worden. Schaduwen, vormen en lijnen en daarbij ook nog alle verfstreken moesten omgezet worden in een weefsel. Dat het gelukt is, komt door de ervaring en het geduld van de wevers. De weefsels zijn schilderijen gevangen in garens, met dezelfde vrolijkheid en lichtheid als in zijn ander werk. Hoe mooi zou het zijn om een zo’n stoel te hebben! Mij maakt het niet uit welk gebouw er op staat. Op veilingsites worden ze af en toe aangeboden en voor astronomische bedragen verkocht. Het blijft dus een droom; gelukkig heb ik de meubels in het echt gezien en kunnen fotograferen.

In een zaal verderop stond een kamerscherm uit 1933 met als titel ‘Panorama de Paris’. Ook geweven in Beauvais; ook daarop is de Arc de Triomphe te zien naast andere beroemde Parijse monumenten.

Parijs zorgt altijd voor nieuwe ervaringen en de historische gebouwen zullen altijd een inspiratiebron blijven voor kunstenaars en ontwerpers.